100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
samenvatting Statistiek (schijf 2) $5.93   Add to cart

Summary

samenvatting Statistiek (schijf 2)

2 reviews
 71 views  6 purchases
  • Course
  • Institution

samenvatting Statistiek (schijf 2)

Preview 3 out of 30  pages

  • November 20, 2020
  • 30
  • 2020/2021
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: brendenanosike • 1 year ago

review-writer-avatar

By: louisedewilde • 3 year ago

avatar-seller
Statistiek
Hoofdstuk 0: inleiding
Statistiek :

 Verzamelen en bestuderen van numerieke gegevens om vervolgens conclusies te trekken uit
deze data.
 Opsporen van verbanden/samenhang tussen variabelen.
 Nagaan of veranderingen in een onafhankelijke variabele ook veranderingen in de
afhankelijke variabele veroorzaken.
 Een kritische evaluatie van cijfers is nodig!
 Representatieve steekproef is noodzakelijk!

Tips voor een kritische evaluatie van de cijfers:

 Identificeer doel en populatie van het onderzoek
 Ga na wie de bron is
 Analyseer de steekproefmethode
 Controleer de gebruikte variabelen
 Ga na of de grafieken de gegevens eerlijk weergeven zodat conclusies gerechtvaardigd zijn
 Controleer of de conclusies beantwoorden aan het doel van de studie, zijn ze betekenisvol en
zijn ze bruikbaar/relevant

Hoofdstuk 1: inleidende begrippen
1. Vaste begrippen

Populatie = de verzameling van alle relevante elementen (mensen, gezinnen, producten, kiezers,
aandelen, …) waarop het statistisch onderzoek betrekking heeft en waarover (kwantitatieve)
uitspraken worden gedaan

Steekproef = een gedeelte (een trekking) van de populatie = representatieve deelverzameling van de
populatie

Element = de objecten of personen in de populatie die worden gebruikt.
Variabele = grootheid waarvan de waarde tijdens een experiment of bij een enquête kan worden
vastgesteld. Het kenmerk dat men bestudeert.

 Numerieke variabelen = kwantitatief
o Kunnen geteld of gemeten worden.
o Voorbeelden: lengte, gewicht
 Discrete variabele = de gegevens zijn het resultaat van een telling.
Vb. het aantal kinderen in een gezin
 Continue variabele = de gegevens zijn het resultaat van een meting
Vb. De lichaamslengte van een volwassen persoon
De gemiddelde dagtemperatuur
De levensduur van een gloeilamp
Het nettogewicht van een doos waspoeder
 Vaak discontinu in theorie, maar continu behandeld of
gerapporteerd !!!


1

, Bv. Hoeveel kinderen heeft 1 gezin = discreet of discontinu, maar in
gemiddelden –over alle gezinnen heen- spreekt men over 1,6 kind (= continu)
 Categorische ( of niet-numeriek) variabelen = kwalitatief
o Worden op een niet-numerieke wijze uitgedrukt.
 Vb. kleur ogen, aard van de klacht, geslacht, provincie, …
o De waarden die deze variabelen kunnen aannemen, kunnen beschouwd worden als
"labels" die een naam geven aan een bepaalde categorie objecten uit de populatie.
 Vb. X = de kleur van een wagen
X = merknaam van de soort koffie die je gewoonlijk aankoopt
X = geslacht van een persoon

2. Onafhankelijke (X) en afhankelijke variabele (Y)
 X op Y
 Oorzaak – gevolg
o Bv. Is Geslacht (X) van belang op gamen (Y)?
Provincie (X) op oordeel over nmbs (Y) ?
Lengte (X) van belang op gewicht (Y) ?
Aantal suikers/snoep per dag (X) op aandachtsspan(Y) ?
Geslacht en provincie en koffie (X) op productiviteit(Y) ?

3. Meetniveaus van data
 Nominaal = identiteit (= of ≠)
o bv kleur auto, geslacht, nationaliteit,
lievelingsgerecht
→ Kenmerk wordt gecodeerd
Bv. Welke kleur heeft uw wagen ?
1 grijs
2 blauw
3 rood
4 zwart
 Ordinaal = rangorde (> < = ≠)
o Het antwoord is nog steeds een woord maar er zit een zekere rangorde in
Bv. Hoe tevreden was je van je reis? Hoeveel keer per maand ga je naar supermarkt?
→ ranggetallen & rangkenmerken
Hoe vaak woon je een eucharistieviering bij ?
1 dagelijks
2 wekelijks (of meermaals per week, maar niet dagelijks)
3 maandelijks (of meermaals per maand, maar niet wekelijks)
4 enkel bij speciale gelegenheden (uitvaart, doopsel,..) en/of kerkelijke
feesten(Kerstmis)
5 nooit
 Interval = vaste meeteenheid (verschil tussen 5 en 4 is even groot als tussen 3 en 2)
o Een getal maar je kan er nog niet mee rekenen (wel + & -)
Bv. jaartal, IQ, °C
Een 5 of 6 puntenschaal: intervallen tussen de scores en binnen de scores zijn even
groot 1 2 3 4 5
 Ratio = vast nulpunt (4 is 2x groter dan 2)
o En je kan er op vermenigvuldigen en met delen.
Bv. inkomen, lengte, resultaat op een test



2

, 4. Beschrijvende-vergelijkende-verklarende statistiek
 Beschrijvende
o Ordenen, bewerken, samenvatten en voorstellen van verzamelde gegevens
 Tabellen en grafieken
 Kengetallen: o.a. gemiddelde, mediaan, range …
o Eerste analyse
o De gegevens worden dus letterlijk "beschreven" a.d.h.v. een beperkt aantal
typerende parameters.
 Vergelijkende & verklarende
o Uitspraken over een heel grote groep gegevens (de populatie) gebaseerd op
meetresultaten van een relatief klein deel gegevens (staal - steekproef) uit deze
grote groep.
o De steekproef moet representatief (betrouwbaar) zijn voor de populatie!
o Keuze van de steekproef is zeer belangrijk!
o Voldoende aantal gegevens is nodig!

5. Werken met Excel
 Statistische functies
 Matrix functies
 Gegevenanalyses functies
 Grafieken (taart, kolom, lijn, staat, scatter = spreidingsdiagram met trendlijn)

6. Tips voor het examen
Theorievragen:

 Wat is een populatie – steekproef (zelf een definitie geven en/of herkennen uit een case)
 Wat is een numerieke variabele (of kwantitatieve) (zelf een definitie geven en/of herkennen)
 Wat is een discrete variabele – wat een continue (zelf een definitie geven en/of herkennen)
 Wat is een kwalitatieve – kwantitatieve variabele (provincie = … lengte = ...) (zelf een definitie
geven en/of herkennen)
 De meetniveaus kennen (zelf een definitie geven en/of herkennen)



3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jansejansens88. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66579 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.93  6x  sold
  • (2)
  Add to cart