Hoofdstuk 4 woordenschat
4.1 Het woordgeheugen
Alle woorden die kinderen leren worden opgeslagen in het woordgeheugen of het mentaal
lexicon. Dit maakt deel uit van het langetermijngeheugen.
Van elk woord is bepaalde informatie op een systematische manier vastgelegd. Je noemt dit
ook wel de identiteiten/kenmerken van een woord. Er wordt een onderscheid gemaakt
tussen de volgende identiteiten van een woord:
- Akoestische identiteit Hoe een woord klinkt.
- Articulatorische identiteit Hoe je een woord uitspreekt het gaat hier bv om de
stand van de tong en de lippen.
- Fonologische identiteit de akoestische en articulatorische identiteit samen.
- Morfologische identiteit Hoe woorden zijn opgebouwd en hoe je met behulp van
voor- en achtervoegsels nieuwe woorden kunt vormen. Bv: post +kantoor
=postkantoor
- Semantische identiteit Betekenis van een woord zoals deze in het woordenboek
staat. De gevoelswaarde van een woord behoort hier ook bij.
- Syntactische identiteit De mogelijkheden van een woord om met andere woorden
gecombineerd te worden.
- Orthografische identiteit De spelling van een woord. Doordat de uitspraak van een
woord vaak sterk afwijkt van de spelling ontstaan spellingsfouten.
Een woord heeft niet alleen bepaalde kenmerken, maar de kenmerken van verschillende
woorden hangen met elkaar samen. Woorden zijn op allerlei manieren met elkaar
verbonden. Dat betekent da de verschillende identiteiten van een woord met elkaar
samenhangen.
Kinderen maken zich niet direct alle kenmerken van een woord eigen. Ze leren eerst de klank
(fonologische identiteit) van een woord gekoppeld aan de betekenis (semantische identiteit).
Kinderen maken zich heel geleidelijk de betekenis van woorden eigen. Je kunt een kind op
verschillende manieren de betekenis van een woord duidelijk maken.
Voorbeelden:
- Concrete betekenis (vanaf 1 jaar) = Als je het kind het woord gitaar wilt leren laat je
een plaatje hiervan zien. De betekenis ligt dan op ervaringsniveau. Je kunt het
aanwijzen of ervaren.
- Abstracte betekenis (vanaf 2 jaar) = Je kunt de betekenis ook duidelijk maken door
een omschrijving te geven en een aantal belangrijke kenmerken op te sommen. Dit
zijn begrippen die je niet kunt aanwijzen zoals ‘’Muziekinstrument’’. Je kan alleen
voorbeelden geven van instrumenten.
- Contextuele betekenis (vanaf 3 a 4 jaar) = Je maakt de betekenis van het woord
duidelijk door gebruik te maken van een context. Alle relaties die een woord heeft
met andere woorden noemen we de contextuele betekenis.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller melie90. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.