Blok 1
Hoorcollege 1
Wat is een verbintenis?
- Een vermogensrechtelijke rechtsbetrekking
Een Verschuiving in het vermogen van de ene partij naar de andere partij.
- Tussen twee of meer personen
- Op grond waarvan de één een recht heeft op een prestatie
Schuldeiser.
- Waartoe de ander verplicht is die te verrichten.
Schuldenaar.
Open systeem van verbintenissen
In beginsel een gesloten systeem.
Art. 6:1 BW: verbintenissen kunnen slechts ontstaan, indien dit uit de wet voortvloeit.
Maar, HR Quint/Te Poel:
Het begrip ‘voortvloeit’ uit art. 6:1 BW betekent dat verbintenissen niet steeds per se een
rechtsgrond in de wet hoeven te hebben, maar dat zij ook kunnen passen in het stelsel van
de wet. Dus art. 6:1 BW moet ruimer gelezen worden dan dat het een gesloten stelsel is.
Dat noem je een beperkt open systeem van het verbintenissenrecht.
In gevallen waarin de wet geen regeling kent, moet een oplossing worden gezocht die past in
het stelsel van de wet en die aansluit bij de wel in de wet geregelde gevallen.
,De overeenkomst (wel uit de wet)
Een overeenkomst kan geen feitelijke handeling zijn, want er is dan geen rechtsgevolg
beoogd!
Rechtshandeling → wil en verklaring, art. 3:33 BW.
Een menselijke handeling met een beoogd rechtsgevolg.
- Eenzijdige rechtshandeling
Je hebt maar één persoon nodig om een rechtsgevolg in te laten gaan.
o Gerichte eenzijdige rechtshandeling
Je richt je tot iemand. Bv het opzeggen van je telefoonabonnement.
o Ongerichte eenzijdige rechtshandeling
De handeling is niet direct aan iemand gericht. Bv testament.
- Meerzijdige rechtshandeling (OVEREENKOMST)
Hier heb je wil en verklaring nodig (art. 3:33 BW) en aanbod en aanvaarding nodig
(art. 6:217 BW)
,Casus Panthere de Cartier necklace
- Online koop via webshop Bijenkorf
- 176 diamanten, onyxen en smaragden (€ 40.200 waard)
- Koopster betaalde op 1 april 2018 online € 402,-
- Op 2 april haalt ze op verzoek van de Bijenkorf de ketting op in filiaal Amsterdam
- Medewerkster laat de ketting zien en geeft deze dan mee
- uitspraak kantonrechter
De wil van Bijenkorf was om de ketting te verkopen en de verklaring was door er online mee
te adverteren.
De wil van de klant was om de ketting te kopen en de verklaring dat ze het ook gaat kopen
door 402 euro te betalen.
Tussenconclusie: beide willen en verklaringen stemmen overeen, art. 3:33 BW dus
matchende wilsovereenstemmingen = rechtsgeldige overeenkomst tot stand.
MAAR achteraf:
Bijenkorf vordert op grond van wilsontbreken de ketting terug.
Ze wilde de ketting helemaal niet voor € 402 verkopen, maar voor € 40.2000.
Klant doet beroep op art. 3:35 BW, gerechtvaardigd vertrouwen
Wie zich beroept op het ontbreken van zijn wil, moet aantonen dat de wederpartij
redelijkerwijs begreep of heeft moeten begrijpen dat deze wil ontbrak.
Daar is te goeder trouw voor nodig, art. 3:11 BW → onderzoeksplicht.
Rechter oordeelde dat klant ketting terug moet geven.
Het is door de Bijenkorf voldoende onderbouwd dat zij de ketting niet voor 402 euro, te
weten 1% van de werkelijke waarde, wilde verkopen. Dit kan niet de wil van de Bijenkorf zijn
geweest.
Alle gedragingen van de Bijenkorf na de online aankoop namelijk bevestiging en
overhandiging van de ketting, die maken het niet anders.
Het moment van de rechtshandeling, het moment van de verschrijving (2 nullen vergeten)
die is bepalend voor de totstandkoming van de overeenkomst.
Maar voor het verweer, het gerechtvaardigd vertrouwen art. 3:35 BW, daar kun je wel kijken
naar alle andere omstandigheden de zaak.
In dit geval had de mevrouw onvoldoende gehoor gegeven aan haar onderzoeksplicht en
slaagde het beroep daarop niet.
,Rechtsoverwegingen die invulling geven van onderzoeksplicht in casu:
- ‘Bij de advertentie stond vermeld dat het ging om een witgouden ketting van 18
karaat met diamanten. Van [naam gedaagde] had gelet op de prijs van de ketting
verwacht mogen worden dat zij bij haar onderzoek ook de specificatie behorende bij
de ketting zou bekijken. In de specificatie staat namelijk dat de ketting niet alleen van
18 karaat witgoud is, maar ook dat de ketting is belegd met 176 briljant geslepen
diamanten, smaragd en onyx van 1,23 karaat.’ (r.o.v. 5.7)
- ‘Als [naam gedaagde] voldoende onderzoek had gedaan, dan had ze bij het zien van
deze specificatie aan de prijs moeten twijfelen. Een gemiddeld geïnformeerd
consument had namelijk geweten dat een sieraad van 18 karaat witgoud met 1,23
karaat diamanten een aanzienlijk hogere waarde vertegenwoordigt dan het bedrag
waarvoor de ketting te koop werd aangeboden.’ (r.o.v. 5.8)
Overeenkomst komt tot stand door aanbod en aanvaarding → art. 6:217 lid 1 BW.
= wilsverklaringen.
Aanbod
Wat is een aanbod?
- Een aanbod is een rechtshandeling die na aanvaarding ervan tot een overeenkomst
leidt. Het is een voorstel tot sluiten van een overeenkomst.
- Verklaring van de wens/wil om een overeenkomst te sluiten.
Aanbod = Eenzijdige gerichte rechtshandeling, want de aanbieder richt zich tot een
andere persoon (koper). Om een aanbod te doen zijn er geen andere personen nodig
(eenzijdig).
3 soorten van aanbod: art. 6:219 BW
- Herroepelijk aanbod (lid 1 en 2)
Kan altijd herroepen tenzij:
o Een termijn in het aanbod zit
o Het aanbod al is aanvaard
o Er een mededeling van aanvaarding is verzonden
- Onherroepelijk (lid 1 en 2)
Als het een termijn bevat. Bv. geldig t/m 10 september.
Vóór die termijn kan het aanbod niet ingetrokken worden.
- Vrijblijvend (lid 2)
Aanbod kan altijd worden herroepen ook als het al aanvaard is. Maar wel met
spoed(onverwijld), nadat het is aanvaard. Moet erin staan dat het vrijblijvend is.
,Aanbod moet voldoende bepaalbaar zijn: art. 6:227 BW
Moet de voornaamste/essentiële elementen bevatten.
Wat je aanbiedt, hangt van de omstandigheden af, wat er in het aanbod staat
Onder andere:
- Object moet duidelijk zijn
- Prijs moet duidelijk zijn
- Levertijd moet duidelijk zijn
- Bv. bij massage > of het door een man of vrouw wordt gedaan
*een ‘’ja’’ moet voldoende zijn om het aanbod te accepteren.
HR Hofland/Hennis > de koper kan van belang zijn, bij individueel bepaalde zaken (bv
huizen).
Aanvaarding
Wat is een aanvaarding?
- De verklaring van de acceptatie van het aanbod.
Een in beginsel vormvrij wilsverklaring van de wederpartij dat zij het aanbod
aanvaard, dat ze ja zegt, dat ze het wil!
Aanvaarding = Een aanvaarding is een eenzijdige gerichte rechtshandeling, want de
koper richt zich tot de verkoper en de handeling wordt door één persoon verricht
(koper).
Ontvangsttheorie: art. 3:37 lid 3 BW jo. art. 6:224 BW en HR Centavos/Stichting
Nieuwenhuis.
- Een wilsverklaring van de wederpartij dat zij het aanbod aanvaardt, moet de persoon
bereiken die de verklaring heeft gedaan.
Als verklaring niet of niet tijdig is ontvangen en dit is te wijten aan de degene die het
aanbod heeft gedaan, of aan voor wie diegene aansprakelijk is, dan heeft de
verklaring alsnog werking.
HR vuistregel: In beginsel moet worden aangenomen dat een schriftelijke mededeling die de
geadresseerde heeft ontvangen, op een recent tussen partijen gebruikt postadres hem heeft
bereikt. Ook als het te wijten is aan de geadresseerde of aan degene voor die de
geadresseerde aansprakelijk is.
,Verklaring aanvaarding van aanbod
Geldig indien:
- Overeenstemming met aanbod (art. 6:225 lid 1 BW)
Als aanbod 10 euro is voor een jurkje terwijl je 15 euro vroeg, dan is het bod van 10
euro een nieuw aanbod. Het aanbod van 15 euro is dan verworpen.
- Geldigheid aanbod art. 6:221 BW
o Mondeling aanbod vervalt indien niet direct aanvaard.
o Schriftelijk aanbod wanneer het niet binnen een redelijke tijd wordt aanvaard.
Uitzondering:
Art. 6:223 lid 1 BW.
*Als aanvaarding te laat is, dan kan aanbieder dezelfde dag (onverwijld) nog
aangeven dat het aanbod nog steeds geldt.
Art. 6:223 lid 2 BW
* Als het duidelijk was dat er verwarring was over de geldigheid van het aanbod,
dan geldt de aanvaarding toch als tijdig gedaan.
Vervallen aanbod
- Als het aanbod wordt verworpen (art. 6:221 lid 2 BW)
- Tijdsverloop (art. 6:221 lid 1 BW)
- Herroeping (art. 6:219 BW
o Als nog niet aanvaard is
o Geen mededeling verzonden
o Geen termijn
Twee manieren om terug te komen op aanbod:
- Aanbod herroepen
Art. 6:219 BW.
- Aanbod intrekken
Art. 3:37 lid 5 BW
De intrekking moet dan eerder ontvangen worden dan het aanbod of gelijktijdig door
middel van een sneller communicatiemiddel. E-mail inhalen kan niet, maar een brief
inhalen door te bellen kan wel.
,Wilsvertrouwenleer
Op grond van art. 3:33 BW komt een rechtshandeling tot stand door ‘een op rechtsgevolg
gerichte wil die zich door een verklaring heeft geopenbaard’. De handelende persoon moet
de wil hebben geopenbaard in de zin van art. 3:37 lid 1 BW (vormvrij).
Wil en verklaring lopen uiteen?
- Noem je wilsontbreken: want wil en verklaring zijn niet hetzelfde (denk aan Bijenkorf)
- Noem je oneigenlijke dwaling: bv verschrijving, verspreking, grapje, misverstand etc
Rechtsgevolg:
Er komt geen overeenkomst tot stand, nietigheid dus.
TENZIJ:
- Art. 3:35 BW: gerechtvaardigd vertrouwen
Als degene tot wie de rechtshandeling was gericht erop mocht vertrouwen dat wat de
ander verklaarde ook is was hij wilde, dan is de overeenkomst wel geldig.
Wie zich beroept op het ontbreken van zijn wil, moet aantonen dat de
wederpartij(koper) begreep of heeft moeten begrijpen dat deze wil ontbrak.
Van de wederpartij mag verwacht worden dat hij onderzoek doet indien daar
aanleiding voor bestaat.
Als er een aanleiding bestaat tot twijfel, dan dient er al een onderzoek plaats te
vinden (art. 3:11 BW onderzoeksplicht).
*geestelijke stoornis en HR Eelman/Hinn
Art. 3:34 BW: geestelijke stoornis
‘vermoed’ dus je moet bewijzen dat er sprake was van geestelijke stoornis:
Dus:
1. Art. 3:35 BW: kon je erop vertrouwen dat wat de wederpartij verklaarde ook is
wat hij wilde?
2. Art. 3:11 BW: als je wist dat de wederpartij lijdt aan een geestelijke stoornis, of
behoorde te weten, dan mag je er niet op vertrouwen wat dat wederpartij
verklaarde ook is wat hij wilde.
3. Conclusie: bewezen? → vernietigbaar!
niet bewezen? → geldige overeenkomst
HR Eelman/Hin
Rechtshandelingen van handelingsonbekwamen zijn altijd vernietigbaar. Bij
rechtshandelingen van feitelijk onbekwamen moet er worden gekeken of de
wederpartij gerechtvaardigd heeft vertrouwt op de bekwaamheid van de feitelijk
onbekwame. Indien dit het geval is, is de overeenkomst geldig.
,Elektronisch contracteren
Regels van aanbod en aanvaarding van toepassing!
MAAR: er zijn wel nadere zorgplichten opgenomen in het kader van internettransacties die
de consument dienen te beschermen:
Art. 6:227b lid 1 BW: specifieke informatieplichten aanbieder
Daarin kun je terug vinden dat een online aanbieder allerlei informatie moet verschaffen over
het product dat hij aanbiedt.
De handelingen die iemand moet verrichten, dat je niet met een enkele muisklik als iets hebt
gekocht etc. allemaal om de zwakkere consumenten te beschermen tegen ondoordachte
aankopen. Weet u zeker dat u dit wilt bestellen? Gaat u akkoord? Etc.
Art. 6:230o BW: bedenktijd van 14 dagen
- Herroepingsrecht zonder opgaaf van reden
Art. 6:230p BW: uitzonderingen geen bedenktijd
- Een lijst met producten die je niet mag terugsturen.
Zoals eten, medicijnen, elektronica met gebroken zegel, gegraveerde ringen etc.
Inhoud van de overeenkomst = uitleg van overeenkomst
Wanneer is uitleg aan de orde?
- De in een overeenkomst opgenomen tekst is onduidelijk;
- Een in de overeenkomst opgenomen bepaling is voor meerdere uitleg vatbaar
(HR Bunde/Erckens);
Verkoopovereenkomst van de boerderij, waarbij partijen in onmin raakte over een
begrip in de overeenkomst, het begrip belastingschade.
Ene had het op een andere manier uitgelegd dan de ander.
De een dacht dat het om inkomstenbelasting ging en de ander dacht dat het om
een kleinschalig belastingvoordeel ging, waardoor een verschil was van 20.000
gulden.
Wat hebben partijen nou bedoeld met het begrip belastingschade?
- Partijen menen dat, hoewel de tekst duidelijk is, zij iets anders bedoeld hebben;
- De overeenkomst kan meerdere rechtsgevolgen meebrengen.
Bijvoorbeeld art. 3:40 BW, inhoud overeenkomst mag niet in strijd zijn met
openbare orde. Je mag dus niet in je contract zetten dat je harddrugs mag
verkopen.
Maar ook de redelijkheid en billijkheid in art. 6:248 BW kan rechtsgevolgen
meebrengen.
,Welke handvatten biedt het recht?
In BW geen specifieke regeling voor uitleg van overeenkomsten, wel incidentele bepalingen:
- Art. 6:231 jo. art. 6:238 lid 2, tweede zin BW: Contra proferentem regel
Contra proferentem is een algemeen rechtsbeginsel in het contractenrecht dat
stelt dat een onduidelijke bepaling in een overeenkomst uitgelegd moet worden in
het nadeel van degene die deze voorwaarde bij de totstandkoming van het
contract heeft geëist.
Dat artikel zegt als je een beding hebt in een set algemene voorwaarden die tot
een overeenkomst horen en er is onenigheid over de uitleg van dat beding, dan
wordt zo een beding in het voordeel uitgelegd van de wederpartij van de
gebruiker van de voorwaarden.
De gebruiker van de algemene voorwaarden is degene die ze van toepassing
verklaart op een overeenkomst, dus de verkoper bijvoorbeeld.
Het beding wordt dus in het voordeel van de consument uitgelegd.
- Art. 6:248 BW: redelijkheid en billijkheid
Een overeenkomst heeft niet alleen de door de partijen overeengekomen
rechtsgevolgen maar ook die naar de aard van de overeenkomst, uit de wet, de
gewoonte of de eisen van redelijkheid en billijkheid voortvloeien.
Lid 1 = aanvullende werking
Lid 2 = beperkende werking.
- Art. 3:35 BW: gerechtvaardigd vertrouwen
Twee overeenstemmende willen en verklaringen resulteren in een overeenkomst.
Er is dan wilsovereenstemming.
Art. 3:33 BW en art. 3:35 BW die twee samen zorgen ervoor dat bij
totstandkoming een stelsel van wilsvertrouwen ontstaat.
Dat beide partijen overeenstemmende willen en verklaringen hebben, als dat niet
zo is kan het gecorrigeerd worden door art. 3:35 BW gerechtvaardigd vertrouwen.
Ook bij de uitleg van de inhoud van overeenkomst speelt de wilsvertrouwenleer
een rol.
Artikel geschreven daarover door professor Valk.
Professor Valk zegt:
Tussen wilsvertrouwenleer bij de totstandkoming van de overeenkomst (stelsel
van art. 3:33 en art. 3:35 BW) en tussen uitleg van overeenkomst bestaat
helemaal geen tegenstelling.
Dat loopt in elkaar over, vloeit logisch in elkaar over, want bij de uitleg van de
overeenkomst kijken we ook naar de wilsvertrouwenleer. Dan kijken we wat de
partijen hebben afgesproken met elkaar, wat kunnen we afleiden uit de willen en
verklaringen van die partijen en stemt dat overeen tot een bepaald stelsel van
afspraken wat zij in die overeenkomst hebben vastgelegd.
Op die manier kun je de wilsvertrouwenleer dus zowel bij de totstandkoming als
bij de uitleg van de overeenkomst, als een verlengstuk zien. Dat is een
belangrijke benadering.
, Uitleg overeenkomst vanuit jurisprudentie
Uitgangspunt: Haviltex-formule/over en weer formule → Een zuiver taalkundige uitleg van de
bepalingen van het contract is onvoldoende om de verhoudingen van partijen te bepalen en
een leemte aan te vullen.
Het komt aan op de zin die partijen in de gegeven omstandigheden redelijkerwijs over en
weer aan deze bepalingen mochten toekennen en wat zij redelijkerwijs van elkaar mochten
verwachten.
Korte versie:
*Bij de uitleg van een overeenkomst staat niet de zuivere taalkundige uitleg, maar de
bedoeling van de partijen centraal.
Conclusie:
- OBJECTIEF: Zuivere taalkundige uitleg is NIET beslissend, maar is wel het
vertrekpunt
- SUBJECTIEF: Kijken naar de partijbedoeling:
o ‘De gegeven omstandigheden’ → te goeder trouw?
o Andere relevante omstandigheden → maatschappelijke positie van
partijen, verwachte rechtskennis van partijen, juridische bijstand, gedrag
van partijen, mate van gedetailleerdheid,
LET OP: zuivere taalkundige uitleg is niet beslissend, maar is wel belangrijk.
Hangt af van om het bijvoorbeeld een gedetailleerd contract is opgesteld door
deskundigen(dan mag je vanuit gaan dat ze over elk woord en zin hebben nagedacht).
**hoe meer gedetailleerdheid, rechtskennis, juridische bijstand etc, hoe meer de rechter zal
hangen aan taalkundige uitleg.
TOT EN MET HIER: overeenkomst dat gevolgen heeft tussen twee partijen.
Volgende pagina: wat als derden betrokken zijn bij een overeenkomst?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Haloum. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.