100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Taaltopics Argumenteren + reader $5.83
Add to cart

Summary

Samenvatting Taaltopics Argumenteren + reader

 459 views  1 purchase
  • Course
  • Institution

Korte samenvatting van hoofdstukken 1, 3 , 8 en 9 van het boek 'Argumenteren' door C. Braas en E. van der Geest en een uitgebreide samenvatting van de bijbehorende reader + samenvatting van bijlagen uit het boek

Preview 2 out of 6  pages

  • May 30, 2014
  • 6
  • 2012/2013
  • Summary
avatar-seller
Taaltopics Argumenteren – C. Braas & E. van der Geest

H 1, 3.3.2, 3.5.2, 8, 9 + bijlagen + reader argumenteren

H1: basisbegrippen

Argumenteren: uitspraak verdedigen door een of meer andere uitspraken ter ondersteuning
Standpunt: uitspraak waarvan de juistheid of terechtheid geprobeerd wordt aan te tonen (standpunt
kan ook uit feiten bestaan!) andere omschrijving: iedere uitspraak die naar het oordeel van de
spreker/schrijver betwistbaar is
Argumentatie: samenstel van argument en standpunt
Redenering: standpunt, argument en verbindende uitspraak samen (voorbeeld: volgens mij moet je
dat niet kopen (standpunt) want het is slecht aangeschreven in de consumentengids (argument) en
als iets slecht aangeschreven is is het af te raden dat te kopen (verbindende uitspraak) ).
*verbindende uitspraak ook wel: warrant of redeneerstap

Enkelvoudige argumentatie: standpunt+argument
Meervoudige argumentatie: meerdere argumenten bij een standpunt (qui prouve trop ne prouve
rien: wie te veel bewijst, bewijst niets)
Nevenschikkende argumentatie: meerdere argumenten in een combinatie van zinnen bestaande uit
kleine deelargumenten. Kenmerkend: 1 deelargument los is onvoldoende om het standpunt te
steunen
Onderschikkende argumentatie: vooral in discussies. Bestaat uit argument, subargument,
subsubargument etc.

Argumentatieve signaalwoorden: om begrijpelijkheid tekst te verbeteren
De want/of dusproef: voor het vaststellen of argumentatief verband is tussen uitspraken.

Gemaskerde argumentatie: argument dat niet gelijk als argument herkenbaar is (meestal als
retorische vraag)
Redundante tekst: hetzelfde herhaald met andere woorden voor makkelijkere leesbaarheid tekst
Toegeving: psychologische functie (voornamelijk lijkt), bv: hoewel de Nl’se marathonkampioen goede
prestaties heeft laten zien, is het terecht dat….

3.3.2 SGP-model
Is een model van 6 specifieke vragen die je over een onderwerp kunt stellen.
Standaardgeschilpunten: vragen die je kunt stellen die voor elk geschil over beleid aan de orde
komen. De vragen moeten allen met ‘ja’ beantwoord kunnen worden met minstens 1 argument. Dit
is om aan te tonen dat er iets veranderd moet worden.
SGP’s:
- Zijn er problemen?
- Zijn deze ernstig?
- Worden de problemen veroorzaakt door het huidige beleid?
- Is het beleidsvoorstel uitvoerbaar?
- Is het beleidsvoorstel doeltreffend?
- Wegen de voordelen van het voorstel op tegen de eventuele nadelen?
Met behulp van deze vragen kun je vast argumenten bedenken om standpunt te onderbouwen.
Voordeel van SGP-model: systematisch alle mogelijke argumenten langsgaat om daarna te kijken
welke argumenten daadwerkelijk bruikbaar zijn.
Voorstander van de verandering heeft de bewijslast (moet alle antwoorden kunnen onderbouwen)

, 3.5.2 Logos, Ethos en Pathos
Combinatie van 3 soorten argumentatie om publiek te overtuigen:
Logos: logische, zakelijke argumenten (cijfers etc.)
Ethos: benadrukken direct of indirect de kwaliteiten van de spreken (uitstraling, betrokkenheid,
intelligentie etc.)
Pathos: spelen in op gevoelens van publiek (vaak afgekeurd, snel als drogredenen, demagogie of
propaganda).

H8: Vragen stellen doorlezen!
Verschillende vragen te stellen wanneer fundament van betoog bekeken wordt:
- Zijn argumenten en bronnen helder? (onderbouwing)
- Zijn de verbanden tussen argumenten en standpunt duidelijk? (redenering)
- Zijn alle relevante punten samenhangend behandeld? (volledigheid en consistentie)
Onvolledig betoog: niet beargumenteerde uitspraken etc.
Typen redeneringen:
- Analogieredenering: specifieke gevallen worden met elkaar vergeleken
- Generalisering/van voorbeeld naar algemene uitspraak: uit voorbeeld wordt algemene
uitspraak afgeleid
- Causaliteitsredenering: uit een oorzaak een gevolg afgeleid of andersom
- Autoriteitsredenering: iets is zo omdat autoriteit dat vindt
- Eigenschap/oordeelredenering: oordeel wordt gerechtvaardigd doordat iets bepaalde
kenmerken heeft
- Doel-middel redenering: middel wordt als gewenst gebracht omdat het tot gewenst doel
leidt.
Bij verandering van status quo heeft de verdediger van een verandering van een beleidsbetoog de
bewijslast: hij moet alle geschilpunten overtuigend moet kunnen onderbouwen.

H9: Kritiek leveren
5 verschillende gebieden voor zwakheden in betoog:
- De aangehaalde bronnen of de spreker zelf kunnen als bron tekortschieten.
o Persoonlijke aanval/argumentum ad hominem: argument dat gericht is
discussiepartner uit te schakelen voor succes van publiek. Aanval moet altijd waar
zijn, en moet altijd relevant zijn.
o Ad-hominemdrogredenen: onterechte persoonlijke aanval (argumenten die nergens
op slaan)
- De inhoud van standpunt en/of argumenten kan onwaar zijn of onaannemelijk
o Shifting ground: verschuiven van standpunt naar conclusie die gemakkerlijker
verdedigbaar is
o Cirkelredenering: telkens herhalen van standpunt in argument
- Het betoog kan ondeugdelijke redeneringen bevatten
o Benoemen van redeneerfout
o Demonstreren van de redeneerfout
 Ad-absurdumredenering: gebruikmaken van analogie om aan te tonen dat
redenering absurd of lachwekkend is
 Reductio ad absurdum: aanvaller onderkent de verbindende uitspraak en
past deze op andere situatie toe dmv analogie
- In plaats van vooral inhoudelijke worden er te veel gevoelsargumenten gebruikt
o Met emotionele beïnvloeding van het publiek betreed je een ander strijdperk dan bij
appèls aan het verstand.
- Het betoog kan gaten bevatten

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ihirsch. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.83. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

48072 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$5.83  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added