100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
BMW-Stofwisseling hoorcolleges thema 1 tm 5 $5.93   Add to cart

Class notes

BMW-Stofwisseling hoorcolleges thema 1 tm 5

 46 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Uitwerking van de hoorcolleges over thema 1 tm 5 (leerstof voor de tussenstof) met toegevoegde afbeeldingen.

Last document update: 3 year ago

Preview 3 out of 45  pages

  • November 24, 2020
  • November 26, 2020
  • 45
  • 2020/2021
  • Class notes
  • Unknown
  • All classes
avatar-seller
Hoorcolleges stofwisseling
Thema 1: metabologica

- Metabolisme: het geheel van anabole en katabole reacties.
o Anabolisme: opbouwend: kost energie
o Katabolisme: afbrekend: levert energie
- Voeding  katabolisme  bouwstenen  anabolisme  biomoleculen (zoals RNA of DNA).
o Tijdens het katabolisme gaat er CO2 uit. Dit is belangrijk om op die manier massa
kwijt te raken. CO2 adem je namelijk weer uit.
o Tijdens het oxideren haal je elektronen weg. Bij oxidatie worden stoffen afgebroken
tot CO2.
 Elektronen kunnen niet vrij door de cel heen vliegen dus die zitten op
elektronendragers: dit zijn NADH en FADH2. Hiermee worden elektronen
naar de elektronentransportketen gebracht. Hier wordt ATP gemaakt dat
nodig is tijdens het anabolisme.
 Oxidatie (geoxideerde vorm maken): twee waterstoffen en twee elektronen
worden ontkoppeld van het C-atoom: vorming NADH + H +.
o Verschil tussen NADPH en elektronendragers: NADPH heeft reducerend vermogen:
wordt gebruikt in anabole processen.




- Drie belangrijkste macronutriënten:
o Koolhydraten
 Vanuit koolhydraten kan je vetzuren maken.
 Vanuit koolhydraten kan je sommige aminozuren maken (niet-essentiële
aminozuren).
o Vetzuren
 Vanuit vetzuren kan je geen aminozuren maken.
 Vanuit vetzuren kan je geen koolhydraten maken (als zoogdieren).
 Vetzuren breek je in de Krebscyclus af tot acetyl-CoA.
o Aminozuren
 Vanuit aminozuren koolhydraten maken: gluconeogenese
 Bij de afbraak van aminozuren zijn ze onderweg altijd een keer acetyl-CoA
geweest, dit betekent dat je er ook altijd vetzuren uit kan maken want
acetyl-CoA is het beginpunt van vetzuursynthese.
 Uit 18 van de 20 aminozuren kan je glucose maken.


~1~

, - Enzymklassen:
o Alle enzymen waarbij NAD+, NADH, NADP+, NADPH, FAD en FADH2 bij zijn betrokken,
zijn dehydrogenases. Het enzym heet naar het molecuul waar H + uit wordt gehaald.
o Alle enzymen die ATP gebruiken om een fosfaat in te bouwen in het substraat, heten
kinases.
 Bv fosfoenolpyruvaat naar pyruvaat (ADP  ATP): dit enzym heet pyruvaat
kinase.
 Zelfs deze naam ondanks het feit dat de reactie nooit van pyruvaat
naar PEP gaat verlopen.
o Alle enzymen waar een CO2 in het molecuul komt, heten carboxylases, naar het
substraat waar je het inzet.
- Glycolyse: glucose kan je in de glycolyse afbreken tot 2 pyruvaat.
o Dit verloopt spontaan omdat ΔG < 0. Het verloopt niet altijd spontaan omdat je
soms activeringsenergie nodig hebt.

Gluconeogenese

- Gluconeogenese is de synthese van glucose en is niet volledig mogelijk via omkering van de
glycolyse.
o De onomkeerbare stappen worden omzeild (1,3,10: HK/GK, PFK en pyruvaat kinase).
 Het zijn irreversibele enzymen
 De ΔG is positief als je direct van pyruvaat naar glucose gaat, dit kan dus
niet.
o Essentieel bij langer vasten
o Dit vindt alleen in de lever plaats: dit is de enige plek waar alle ‘terugweg’ enzymen
aanwezig zijn.
o Gluconeogenese en glycolyse vinden nooit tegelijk plaats.
- Gluconeogenese is het maken van glucose uit niet-koolhydraat precursors.
- Om de ΔG negatief te krijgen bij de gluconeogenese, moet je er ATP instoppen.
- Eerste stap van gluconeogenese om stap 10 van de glycolyse te omzeilen:
o Pyruvaat kan dus niet direct terug naar glucose maar kan wel worden omgezet tot
oxaloacetaat: er komt hier CO2 bij.
 Het enzym dat hiervoor verantwoordelijk is, heet dus pyruvaatcarboxylase.
 Hier moet je een covalente binding maken: dit kost energie (ATP)
o Oxaloacetaat wordt vervolgens omgezet tot malaat. Hierbij wordt NADH gebruikt en
NAD+ gevormd.
 Dit enzym heet dus malaatdehydrogenase.



~2~

, o Malaat gaat het mitochondrion uit en zit dan in het cytosol. Met de cytosolaire vorm
van malaatdehydrogenase maak je weer oxaloacetaat.
o Oxaloacetaat kan worden omzet tot fosfoenolpyruvaat m.b.v. PEP carboxykinase.
 Hier wordt er ook ATP gebruikt.
o Nu heb je stap 10 omzeild. Nog twee problemen (irreversibele enzymen) over.
- Later in de gluconeogenese gebruik je nog een 3 e ATP: wanneer je van 3-fosfogylceraat naar
1,3-bisfosfoglyceraat gaat.
- Dit betekent dat wanneer je uit twee lactaatmoleculen, één glucosemolecuul maakt, je 6
ATP moet investeren.
o Je hebt twee lactaatmoleculen nodig omdat lactaat C3 is en glucose C6.
o Na 6 ATP te hebben geïnvesteerd is de ΔG wel negatief.
- Bij inspanning (sprintje) vormt een spiercel uit 1 glucose 2 pyruvaat en vervolgens 2 lactaat.
o Halverwege de glycolyse wordt 2 NAD+ gebruikt. Als je hard sprint of er is niet
genoeg zuurstof, dan moet je de NAD + terug genereren: hier heb je namelijk maar
heel weinig van.
o Dit terug genereren gebeurt wanneer er vanuit pyruvaat lactaat wordt gevormd.
Hierdoor kan je dus de glycolyse draaiende houden (voor de vorming van 2 ATP).
- Bronnen van pyruvaat:
o Lactaat
 Je hebt lactaatdehydrogenase nodig wanneer je lactaat omzet in pyruvaat.
 De rode bloedcellen maken altijd lactaat: ze hebben namelijk geen
mitochondriën dus ze kunnen niet anders.
o Alanine
 Alanine kan uit de voeding binnenkomen (eiwit)
- Pyruvaat gaat nu naar het mitochondriën. Hier kunnen er twee dingen gebeuren:
o Oxaloacetaat vormen (kost CO2 en ATP)(door pyruvaat carboxylase)
 Uiteindelijk wordt er vanuit hier in de levercel glucose gemaakt.
o Acetyl-CoA maken (C2): hier gaat CO2 uit en er wordt NAD+ gebruikt.
 Dit enzym heet dus pyruvaatdehydrogenase.
 Dit is het point of no return tussen koolhydraat en vetstofwisseling. Je kan
namelijk nooit terug van acetyl-CoA naar pyruvaat.
 Vandaar dat wij uit vetzuren nooit glucose kunnen maken.
 Uiteindelijk wordt er vanuit hier ATP gemaakt voor energiebehoefte.
o Bepalen wat er met pyruvaat gebeurt: glucostase staat voorop
 Glucostase is essentieel voor rode bloedcellen en de hersenen
 Regulatie van ‘fate of pyruvate’: d.m.v. hormonen en substraten
 De functie van de lever tijdens vasten is glucose afgeven.
 Hiervoor moet er eerst veel vetzuuroxidatie (β-oxidatie) hebben
plaatsgevonden omdat hierbij ATP wordt gevormd dat nodig is
tijdens de gluconeogenese.
o Er is dus in deze cel veel ATP, veel NADH en veel acetyl-CoA.
De cel is dus energetisch in een goede toestand en hiermee
kan hij gluconeogenese betalen.
 Deze drie componenten remmen de PDH reactie
(pyruvaat naar acetyl-CoA)
 Acetyl-CoA stimuleert pyruvaatcarboxylase 
gluconeogenese


~3~

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nika29. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66579 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.93  1x  sold
  • (0)
  Add to cart