R_R.psy. Rechtspsychologie. Uitgebreide uitwerking literatuur week 5: hoofdstuk 18,19,20,35 en 47 van het boek Routes van het Recht. Het is niet meer nodig om het boek te kopen als je deze samenvatting hebt!
Literatuur week 5
P.J. Van Koppen, J.W. De Keijser, R. Horselenberg & M. Jelicic (Eds.) (2017) Routes van het
recht: Over de rechtspsychologie. Den Haag: Boom Juridisch.
Hoofdstuk 18. Over tunnelvisie
Met een tunnelvisie van de politie en het OM wordt in de media bedoeld dat
rechercheteams zich in een vroeg stadium van het onderzoek richten op de eerste verdachte
en het onderzoek dan uitsluitend richten op het rondkrijgen van het bewijs tegen die
verdachte, zonder erbij stil te staan dat hij misschien de dader niet is. Vroeg in het
onderzoek, op grond van onvolledige/onzekere informatie kiest men een mogelijke
verdachte, waarna men bij onderzoek een metaforische tunnel in gaat, waardoor het zicht
op de wijdere omgeving en dus ook wijdere informatie weggenomen worden. Tunnelvisie
kan leiden tot rechtelijke dwalingen, maar vaak weten we niet als een rechterlijke dwaling
heeft plaatsgevonden. Vaker worden zaken gevonden waar gerede twijfel mogelijk is aan de
schuld van een veroordeelde.
De psychologie over hoe mensen denken
Als je het spontane denken van mensen toetst aan logische criteria blijken er veel fouten
gemaakt te worden. Buiten logica, zijn snelheid en efficiency van belang. Denkfouten worden
meestal niet op toevallige momenten gemaakt, en zijn niet willekeurig van aard: bepaalde
fouten worden onder bepaalde omstandigheden telkens weer gemaakt, wat Tversky en
Kahneman toeschrijven aan biologische factoren. Tunnelvisie/tunneldenken is het resultaat
van een combinatie van vier elkaar versterkende typische denkeigenaardigheden:
confirmation bias, belief perseverance, cognitieve dissonantie en conformeren.
Confirmation bias
Confirmation bias is de neiging tot het zoeken en interpreteren van evidentie op een wijze
die een al bestaande overtuiging, verwachting of hypothese bevestigt. Dit komt vaak, en in
verschillende vormen voor. We vermoeden hoe een deel van de werkelijkheid in elkaar
steekt, willen daarover meer zekerheid hebben en gaan met dat doel op zoek naar evidentie
die dat vermoeden bevestigt en zo weer meer zekerheid geeft over deze overtuiging. Dit is
riskant, zeker als het vermoeden de voorkeur heeft (e.g. omdat het intuïtie is, of omdat men
er belang bij heeft). Men is dan niet geneigd om naar strijdige informatie te zoeken, en als
die informatie wel gevonden wordt, interpreteert men die zo dat tegenstrijdigheden
verdwijnen. Dit is onverstandig, omdat je voor zekerheid alle mogelijke relevante informatie
moet verzamelen. Als het ondanks serieuze pogingen om strijdige informatie te vinden niet
lukt is het pas gerechtvaardigd om er echt in te geloven. Dit is van belang als je verstandig en
rationeel wilt zijn in het dagelijkse leven en in de uitoefening van je beroep. Geruchten
zeggen dat confirmation bias vaak voorkomt in complexe strafzaken.
- De recherche Van rechercheurs wordt verwacht dat ze met spoed een misdrijf
oplossen. Als ze eenmaal een verdachte in het vizier hebben, zetten ze er alles op alles
op om de zaak tegen de verdachte rond te krijgen. Ze vestigen hun aandacht dus sneller
op informatie wat hun verdenking kan bevestigen. Dit is niet verstandig, maar ergens te
begrijpen.
- Het openbaar ministerie De officier van justitie wil heel graag de dader van een
ernstig delict oppakken en veroordeeld krijgen. Hoe meer bevestiging van de verdenking,
hoe makkelijker het besluit om de zaak aan de rechter voor te leggen. Als dat besluit is
, genomen is de proceshouding van de officier niet meer neutraal. Hij heeft een sterke
voorkeur voor bewijsmiddelen die de schuld van de verdachte bevestigen, en een afkeer
van wat daar strijdig mee is. Tegenstrijdige informatie kan zelfs door de recherche buiten
het dossier worden gehouden, of door de zaaksofficier terzijde worden gelaten. Het doel
van het strafproces is waarheidsvinding, en dat blijft het in dit geval ook, aangezien de
officier ervan overtuigd is de waarheid te kennen. De officier wil verwarring voorkomen
en geeft tegenstrijdige informatie niet aan de rechter en de verdediging.
- De rechter Als de rechtbank een dossier krijgt zonder de tegenstrijdige informatie,
heeft deze daar geen weet van. De werkwijze in de strafzitting is dat de voorzitter het
dossier doorloopt, de verdachte voorhoudt wat daar staat en de verdachte vraagt te
bevestigen of het klopt. Als de verdachte bevestigd, kan er niets meer worden gedaan
over ontbrekende informatie. Als de verdachte niet bevestigd, wordt hem eerst
voorgehouden dat hij eerder anders heeft verklaard of dat er bewijs is dat het wel klopt.
De officier wordt door de voorzitter gevraagd hoe het kan dat een getuige ter zitting iets
anders beweert dan de informatie uit het dossier. De rechter heeft een bevestiging ter
zitting niet strikt nodig omdat hij voor de bewijsmiddelen kan putten uit het dossier en
‘de feiten’ die de officier hem heeft aangereikt. We mogen verwachten dat de rechter
geen voorkeur heeft voor een bepaalde uitkomst, maar hij heeft vaak wel een
verwachting. De rechter heeft zich een idee gevormd over hoe sterk de zaak tegen de
verdachte is. Het is niet makkelijk om dan een ‘open mind’ te houden. De rechter is dus
kwetsbaar voor confirmation bias.
Belief perseverance
Belief perseverance is de neiging om aan een gevormde opinie vast te houden, zelfs als er
informatie is die de grond onder de opinie weghaalt. Als men dan de gelegenheid krijgt om
nadere informatie voor de grondslag van dat geloof te verzamelen, gaat men bij voorkeur op
zoek naar informatie die dat geloof bevestigt en neigen ze ertoe om verkregen informatie te
interpreteren in overeenstemming met dat geloof (confirmation bias). Belief perseverence
en confirmation bias versterken elkaar, en werken gelijktijdig. Dit geeft een risico voor
rechter die ter zitting verschijnen met de kennis die zij tevoren in het dossier hebben
gelezen, zij zullen sneller veroordelen dan rechter die geen voorkennis hebben.
Vermijden van cognitieve dissonantie
Bij cognitieve dissonantie staat centraal dat mensen er niet van houden met gedachten te
zitten die zich onderling niet of moeilijk laten rijmen. Dat geeft onrust en spanning in ons
denken, die we proberen te verminderen door onze gedachten zo om te vormen dat de
dissonantie afneemt. Je kan confirmation bias en belief perseverence zien als manieren om
cognitieve dissonantie te vermijden of op te lossen. Naarmate een rechercheteam en de
zaaksofficier langduriger hun aandacht en tijd in een bepaalde verdachte hebben gestoken,
wordt het voor hen moeilijker om te merken dat die aandacht en tijd voor niks zijn geweest.
De gedane investering afschrijven en op zoek gaan naar een nieuwe verdachte geeft
dissonantie, dus zichzelf overtuigen dat ze wel de goede tunnel hebben gekozen is een
mogelijkheid om de dissonantie op te heffen.
De druk tot conformeren tijdens het strafrechtelijk vooronderzoek
Groepsleden die samenwerken streven naar consensus om efficiënt samen te werken. Als
die er niet meteen is, streeft de meerderheid om de minderheid van gedachten te
veranderen om eenstemmigheid te bereiken. Mensen zijn geneigd om hun oordeel aan een
, meerderheid te conformeren. Dit is nog groter als er overleg plaats kan vinden tussen
deelnemers, omdat de meerderheid dan door argumenten of een beroep op saamhorigheid
druk kan uitoefenen op de minderheid. Als overhalen niet lukt is de volgende stap dat de
dissident uitgesloten wordt van verdere discussie. Druk tot conformeren kan in
rechercheteams makkelijk voorkomen. De spontane neiging in groepen om saamhorigheid te
verlangen van alle groepsleden geeft het risico dat een meerderheid het onderling te
gemakkelijk eens wordt, en zich ontdoet van de kritische minderheid. Dit kan voorkomen
worden door ‘tegenspraak te organiseren’ door speciaal aangestelde personen.
Eenstemmigheid in de raadkamer
Rechters in de raadkamer overleggen met een collega met aan afwijkende mening, en
proberen hem te overtuigen om het eens te worden. In de meerderheid van de strafzaken
geeft dat geen probleem voor de bewijsbeslissing. De richtlijnen voor de straftoemeting
beperken de mogelijke onenigheid over de meest aangewezen strafmaat. Omdat er altijd
een unaniem oordeel komt, weten we niet hoe dat bereikt wordt, hoe vaak en hoe ernstig
meningsverschillen voorkomen, en hoe met afwijkende meningen wordt omgegaan.
Is er wat aan tunnelvisie te doen?
Het is niet redelijk te verwachten dat rechercheurs, officieren van justitie en rechters
immuun zijn voor de denkeigenaardigheden. Van deze professionals mag men wel
verwachten dat ze zich bewust zijn van de risico’s van tunnelvisie, al is het onduidelijk of
bewustzijn veel oplost van het probleem. De denkeigenaardigheden van tunnelvisie hebben
we ons ook niet bewust eigen gemaakt. Het is moeilijker om te zoeken naar hoe zaken niet
zitten, en dat kost meer inspanning, dan zoeken naar hoe zaken wel zitten. Onze kennis van
de fysieke en sociale werkelijkheid is door herhaalde waarneming en herbevestiging daarvan
tot stand gekomen. Toch loont het om te kijken naar contra-evidentie voor vermoedens en
overtuigingen. Het blijft wel moeilijk om onze denkinstincten te rationaliseren. Als onze
beslissingen bij professionele activiteiten gevolgen voor anderen hebben, is meer
zorgvuldigheid nodig. Het loont daarom om ons af te vragen of we de gebruikelijke wijze
waarop we strafzaken behandelen zo kunnen wijzigen dat de risico’s van tunneldenken zo
klein mogelijk worden. Crombag doet hiervoor enkele voorstellen over de gang van zaken ter
terechtzitting:
- Ter zitting is het de taak van de verdediging om voor tegenspraak te zorgen, maar dat
werkt alleen als de rechter de bewijsverweren van de verdediging serieus neemt.
- Strafzaken waarbij het OM ter zitting belangrijke bij de rechter opkomende vragen niet
kan beantwoorden, moeten vaker dan nu gebruikelijk is voor aanvullend onderzoek
worden terugverwezen.
- Tijdens getuigenverhoor ter zitting zou de rechtbank er goed aan doen om echt
kruisverhoor van getuigen toe te staan.
- Het voor de rechter en de verdediging achterhouden van relevante informatie zou
zonder uitzondering moeten leiden tot niet-ontvankelijkheid van het OM. Verwacht mag
worden dat daarvan een sterke preventie werking zal uitgaan
- Bij tegenstrijdige standpunten van het OM en de verdediging moet de rechter ter zitting
niet alleen nadere onderbouwing van de verdediging vergen, maar ook van het OM.
- Het onderzoek ter zitting zou gebruikt moeten worden om na te gaan wat er mogelijk
niet klopt.
- Het ware te overwegen om dissidente rechters de mogelijkheid te bieden om hun
dissenting of concurring opinion kenbaar te maken.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dominiquekl. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.