H7,h8, h9, h11, h12 (inleiding en de paragraven:1, 2, 3, 4 en 11)
November 25, 2020
49
2020/2021
Summary
Subjects
anatomie en fysiologie
hormonale stelsel
circulatie stelsel
ademhalingsstelsel
zenuwstelsel
urineweg stelsel
h11
h12
semester 2
toets 2 medische kennis
medische kennis
medische kennis gebi
h7
h8
h9
mk
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Hanzehogeschool Groningen (Hanze)
Verpleegkunde / HBO-V
Medische Kennis Gebieden
All documents for this subject (24)
Seller
Follow
jlkok390
Reviews received
Content preview
Anatomie en fysiologie samenvatting
H7 spijsverteringsstelsel
Functie spijsverteringsstelsel: voedsel verteren, je voedsel dus zodanig bewerken dat de
voedingsstoffen die in het voedsel zitten in het bloed kunnen worden opgenomen.
7.1 voedingsstoffen:
6 verschillende voedingsstoffen:
Het lichaam gebruikt de voedingsstoffen als brandstof, bouwstof of als hulpstof ter
ondersteuning van de stofwisseling
Opgebouwd uit organische moleculen (alles wat leeft) en anorganische moleculen (alles wat
niet leeft)
Koolhydraten:
Bestaan uit:
monosachariden:
- glucose (druivensuiker)
- fructose (vruchtensuiker)
- galactose
- ribose
disachariden:
- maltose (glucose + glucose)
- lactose of melksuiker (glucose + galactose)
- sacharose (glucose + fructose)
polysachariden:
- belangrijkste polysachariden in ons voedsel zijn zetmeel, glycogeen en cellulose
,Koolhydraten/ suikers:
Belangrijkste energieleveranciers van de cellen brandstof
Naast brandstof worden koolhydraten ook gebruikt voor de aanmaak van belangrijke organische
verbindingen DNA en RNA in beide zit het koolhydraat ribose ingebouwd
Bestaan uit ketens van koolstofatomen, met aan elke C-atoom een molecuul water (‘-Hydraat)
Elke koolhydraat bestaat uit ringvormige molecuul elke ring heeft een C6 of een C5 koolstofatomen
De koolhydraten worden ingedeeld aan de hand van een aantal moleculen waaruit zij bestaan;
Monosachariden:
Monosachariden zijn kleine moleculen die via de poriën in de celmembraan
gemakkelijk de cel in diffunderen
Alle koolhydraten in het voedsel worden afgebroken tot monosachariden
De brandstof voor de cel wisseling bestaat hoofdzakelijk uit glucose
3 typen monosachariden hebben een C6-ring; glucose (druivensuiker), fructose
(vruchtensuiker) en galactose molecuulformule is C6H12O6
Ribose heeft een C5-ring
Disachariden:
Disachariden worden in het spijsverteringskanaal gesplitst in monosachariden
waaruit ze bestaan
Disachariden zijn koolhydraten die uit 2 monosachariden zijn opgebouwd
Hun molecuulformule is C12H22O11
De 3 meest voorkomende disachariden zijn; maltose (glucose + glucose), lactose of
melksuiker (glucose + galactose) en sacharose (glucose + fructose)
Polysachariden:
Polysachariden zijn koolhydraten die uit veel tot zeer veel monosachariden bestaan
Molecuulformule is (C6H12O5) n
N geeft aantal monosachariden die erin zitten
Belangrijkste polysachariden in ons voedsel zijn zetmeel, glycogeen en cellulose
bestaan uit aan elkaar gekoppelde glucosemoleculen
zetmeel en cellulose zijn plantaardige polysachariden
glycogeen is een dierlijke polysacharide
glycogeen wordt in de lever en de skeletspieren gevormd en dient als glucoseopslag
in het spijsverteringskanaal worden glycogeen en zetmeel omgezet in glucose
Afbraak van koolhydraten:
de polysachariden en disachariden worden tijdens de spijsvertering tot
monosachariden afgebroken gebeurt door:
- mechanisch kauwen
- chemisch moleculaire structuur veranderd onder invloed van enzymen
deze worden afgegeven door spijsverteringsklieren aan het darmkanaal
voor elke chemische omzetting is een ander enzym actief :
- amylase ‘knipt’ de zetmeelketen in disachariden (maltose)
- maltase splitst de maltosemoleculen in 2 glucosemoleculen
- lactase splitst lactose in glucose en galactose
, - sacharase splitst sacharose in glucose en fructose
Lipiden/ vetten:
Kenmerk: niet in wateroplosbaar
Kunnen als brandstof gebruikt worden
Cellen verbranden liever glucose, omdat er minder zuurstof bij nodig is dus
efficiënter
In het lichaam dienen lipiden als energiereserve (vetweefsel), bouwstof, oplosmiddel
(voor bepaalde vitaminen) en als elektrische isolatie rondom zenuwceluitlopers
Lipiden worden in 3 groepen ingedeeld :
- Triglyceridemolecuul:
o Bestaat uit 1 molecuul glycerol en uit 3 vetzuurmoleculen
o In het vetzuurmolecuul worden triglyceriden verdeeld in:
- Verzadigde vetzuren:
o Bijvoorbeeld dierlijke vetten
o Molecuulformule is CnH2n + 1COOH
o Hierbij is een maximaal aantal H-atomen gebonden
o Meestal gestold bij kamertemperatuur
- Onverzadigde vetzuren:
o Bijvoorbeeld plantaardige vetten
o Minder H-atomen gebonden omdat er hier dubbele bindingen tussen
zitten
o Zijn meestal vloeibaar; oliën
Fosfolipiden:
zijn vetten waarbij aan de glycerol behalve de vetzuren ook een fosfaatmolecuul
vastzit
Aan de ene kant zitten de vetzuren; deze kant is hydrofoob (waterafstotend)
Aan de andere kant zit een fosfaatmolecuul; deze kans is hydrofiel
(wateraantrekkend)
Celmembranen bestaan uit een dubbele laag fosfolipiden
Steroïden zijn vetachtige stoffen:
Een belangrijke steroïde is cholesterol deze stof vormt een belangrijk bestanddeel
van celmembranen
Afbraak van lipiden:
de lipiden worden in het spijsverteringskanaal afgebroken tot glycerol en vetzuren
hier is maar 1 type enzym bij nodig; lipase
- Lipase splitst de vetzuren van de glycerol
- Kleine vetzuren kunnen via de darmwand direct in de bloedcapillairen
worden opgenomen
, - Grote vetzuren en de glycerolmoleculen worden via de darmwand in het
lymfecapillairnetwerk opgenomen en komen via het lymfevatenstelsel in het
bloed terecht
Eiwitten/ proteïnen:
Spelen een essentiële rol bij alle activiteiten en functies van het lichaam
Je kunt geen reserve-eiwitten in je lichaam opslaan, daarom moet je er dagelijks
genoeg van eten
Er zijn heel veel verschillende eiwitten, en die hebben allemaal uiteenlopende
functies:
- Als bouwstof (structuureiwitten) vb. in celmembranen
- Als enzymen voor de duizenden chemische omzettingen in het lichaam
zijn er heel veel verschillende enzymen nodig
- Voor transport de transporteiwitten in de celmembranen vervoeren
stoffen in en ui t de cel en plasmaeiwitten transporteren veel stoffen in het
bloed
- Voor de signaalwerking receptoreiwitten in de celmembraan fungeren als
een soort antennes, waarmee chemische signalen worden opgevangen en
aan de cel worden doorgegeven
- Voor de spierwerking de samentrekking van de spieren gebeurt door het
in elkaar schuiven van de eiwitten actine en myosine
- Voor de afweer antistoffen zijn eiwitten
- Voor de hormonale werking veel hormonen zijn eiwitten
- Voor de bloedstolling veel stollingsfactoren zijn eiwitten
- Voor de werking van het zenuwstelsel de overdracht van impulsen
verloopt via neurotransmitters en neuroreceptoren, en dat zijn eiwitten
- Eiwitten kunnen in noodgevallen als energiebron fungeren, als er geen
glucose of vetten meer beschikbaar zijn
Eiwitten zijn ketens van aan elkaar gekoppelde aminozuren, er zijn 20 verschillende
aminozuren
De koppeling tussen 2 aminozuren heet peptidebinding
Niet-essentiële aminozuren zijn (12) aminozuren die je lichaam zelf kan maken
Essentiële aminozuren zijn (8) aminozuren die je lichaam niet zelf kan maken, deze
aminozuren moeten in je voedsel zitten
Afbraak van eiwitten:
enzymen die eiwitten afbreken heten proteasen vb proteasen; dipeptidase (splitst
een dipeptide), pepsine en trypsine (beide splitsen polypeptidenketens)
bij de eiwitvertering worden de peptidebindingen verbroken
de aminozuren die door de afbraak ontstaan, kunnen via de darmwand in de
bloedbaan worden opgenomen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jlkok390. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.40. You're not tied to anything after your purchase.