Bevat de samenvatting van het boek Boekhouden in blans editie HHS. Deze samenvatting bevat de hoofdstukken hst 1t/m 8, 10 t/m 12. LET OP! Dit is alleen de stof voor het tentamen van thema 2 van de haagse hogenschool. Het gehele boek is dus NIET samengevat, alleen een GEDEELTE.
Inhoud
Hoofdstuk 1 Organisaties en hun processen...........................................................................3
1.1 Organisaties.................................................................................................................. 3
1.2 Gegevens en informatie.................................................................................................3
1.3 Communicatie, informatie en informatiestromen............................................................3
1.4 Administratie en boekhouding........................................................................................4
Hoofdstuk 2 Inventaris en balans............................................................................................4
2.1 Inventaris....................................................................................................................... 4
2.2 Balans............................................................................................................................ 4
Hoofdstuk 3 De dagboeken en het grootboek.........................................................................5
3.1 De verschillende dagboeken..........................................................................................5
3.2 Het grootboek................................................................................................................ 6
Hoofdstuk 4 Veranderingen in het eigen vermogen.................................................................7
4.1 Hulprekeningen van het eigen vermogen......................................................................7
4.2 Privéopnamen en privéstortingen..................................................................................7
4.3 Winst en verlies bij verkoop...........................................................................................7
4.4 Kosten........................................................................................................................... 7
Hoofdstuk 5 Het journaal.........................................................................................................7
5.1 Journaliseren................................................................................................................. 7
5.2 Van het journaal naar grootboek....................................................................................7
Hoofdstuk 6 De proef- en saldibalans.....................................................................................8
6.1 De proefbalans.............................................................................................................. 8
6.2 De saldibalans............................................................................................................... 8
6.3 Het afsluiten van de grootboekrekening.........................................................................8
6.4 De winst-en-verliesrekening...........................................................................................8
6.5 De rekening Privé en Eigen vermogen..........................................................................8
Hoofdstuk 7 De kolommenbalans............................................................................................9
7.1 Het samenstelen van de kolommenbalans....................................................................9
7.2 Subgrootboek................................................................................................................ 9
7.3 Bijboeken....................................................................................................................... 9
Hoofdstuk 8 Het rekenstelsel en de omzetbelasting..............................................................10
8.1 Het rekenstelsel...........................................................................................................10
8.2 De omzet belasting......................................................................................................11
Hoofdstuk 10 Permanence....................................................................................................12
10.1 De permanence......................................................................................................... 12
1
, 10.2 Vooruitbetaalde bedragen..........................................................................................12
10.3 Vooruit ontvangen bedragen......................................................................................12
10.4 Nog te ontvangen bedragen......................................................................................13
10.5 Nog te betalen bedragen...........................................................................................13
Hoofdstuk 11 Tussenrekeningen...........................................................................................13
11.1 Kruisposten en pinbetalingen.....................................................................................13
11.2 Ontvangst van goederen en facturen.........................................................................13
11.3 Verzenden van goederen en facturen........................................................................13
Hoofdstuk 12 Diverse kosten.................................................................................................13
12.1 Afschrijvingskosten....................................................................................................13
12.2 Interestkosten............................................................................................................ 14
12.3 Loonkosten................................................................................................................ 14
12.4 Overige kosten........................................................................................................... 14
2
,Hoofdstuk 1 Organisaties en hun processen
1.1 Organisaties
Organisatie=
Een samenwerkingsverband van mensen die bepaalde doelen willen bereiken.
Commerciële organisatie (profit-organisaties) =
Streven naar winst. Een andere benaming is ook wel een bedrijf of een onderneming.
Niet-commerciële organisatie (non-profitorganisaties) =
Streven niet naar winst.
Rechtsvorm=
Juridische vorm van de organisatie. Het woord ‘juridisch’ staat in deze beschrijving, omdat
het de wet is die per rechtsvorm onder andere aangeven wie de eigenaar is in de organisatie
en wie verantwoordelijk is voor de schulden van de organisatie.
Rechtsvormen voor commerciële organisaties=
- Eenmanszaak=
Een eigenaar die volledig verantwoordelijk is.
- Vennootschap onder firma=
Twee of meer eigenaren die samenwerken onder een gemeenschappelijke naam,
waarbij elke eigenaar apart volledig verantwoordelijk kan zijn.
- Besloten vennootschap en naamloze vennootschap=
Rechtspersonen. Rechtspersonen hebben zelfstandige rechten en verplichtingen, waarbij
de eigenaren meestal alleen maar aanspraak zijn voor het gedeelte dat ze in de bv/nv we
hebben ingebracht.
1.2 Gegevens en informatie
Informatie=
Gegevens die de kennis van de ontvanger vergroten.
Beslissingsinformatie=
Informatie die we gebruiken om beslissingen te nemen.
Verantwoordingsinformatie=
Informatie die gebruikt wordt om verantwoording af te leggen.
Feedbackinformatie=
Terugkoppeling geven.
1.3 Communicatie, informatie en informatiestromen
Communiceren=
Het uitwisselen van informatie tussen een zender en een ontvanger. De zender is degene
die de informatie geeft en de ontvanger is degene die de informatie ontvangt.
Interne communicatie=
Communicatie die plaatsvindt tussen personen of afdelingen binnen een organisatie.
3
,Externe communicatie=
Communicatie die plaatsvindt tussen afdelingen en personen in een organisatie met de
buitenwereld.
Informatiesysteem=
Het gehele van personen, hulpmiddelen en activiteiten dat geschikt is op het verzamelen,
vastleggen en bewerken van de gegevens om te kunnen voorzien in de informatiebehoefte
van personen binnen en buiten de organisatie.
1.4 Administratie en boekhouding
Financiële administratie=
Het onderdeel waarin de financiële gegevens vastleggen. Alle andere gegevens leggen we
vast in diverse andere administraties.
Hoofdstuk 2 Inventaris en balans
2.1 Inventaris
Inventaris=
Een gedetailleerd overzicht van alle bezittingen alle schulden van een onderneming of
organisatie.
- Als overzicht van de bezittingen en de schulden van de onderneming.
- Als verzamelnaam voor een aantal bezittingen (activa) in de onderneming.
- Alle klanten die op rekening hebben gekocht noemen we debiteuren
- Alle leveranciers waar wij op rekening hebben gekocht noemen we crediteuren
- Alles wat we in het magazijn en in de winkel hebben, noemen we voorraad goederen
Debiteuren=
Klanten op rekening.
Crediteuren=
Leveranciers waaraan nog betaald moet worden. Word gekocht op rekening.
2.2 Balans
Balans=
Een overzicht van de bezittingen, schulden en het eigen vermogen van de onderneming op
een bepaald moment. De bezittingen van een onderneming inclusief de vorderingen die zij
op een anderen heeft, noemen we kapitaalgoederen. Een onderneming zet kapitaalgoederen
aan de debetkant (links) van de balans. In plaats van kapitaalgoederen spreken ook van
activa. Aan de kredietkant (rechts) van de balans zetten we het eigen vermogen en het
vreemd vermogen (schulden van de onderneming). In plaats van eigen en vreemd vermogen
kunnen we ook zeggen: aan de krediet kant van de balans staan de passiva.
Eigen vermogen=
Bezittingen (activa) minus alle korte en langlopende schulden (vreemd vermogen van de
passiva).
4
, Vaste activa=
Productiemiddelen die meer dan één productieproces meegaan.
Vlottende activa=
Gaan maar een productieproces mee of zij snel in geld omzetbaar.
Liquide middelen=
De middelen waarmee een organisatie kan betalen: kas of bank. De liquide middelen zijn
onderdeel van de vlottende activa, maar worden vaak apart vermeld.
Eigen vermogen=
Bestaat uit het saldo van de bezittingen verminderd met de schulden.
Lang vreemd vermogen=
Vermogen met een looptijd van een jaar of langer dan een jaar.
Kort vreemd vermogen=
Vermogen met een looptijd korter dan een jaar.
Aan de krediet kant van de balans beginnen we met het vermogen dat blijvend beschikbaar
is en eindigen we met vermogen dat voor korte tijd beschikbaar is.
De totaal tellingen van de debet kant en de credit kant van de balans zijn altijd aan elkaar
gelijk: de balans moet altijd in evenwicht zijn.
Hoofdstuk 3 De dagboeken en het grootboek
3.1 De verschillende dagboeken
Financiële feiten=
Liggen vast aan de hand van boekingsstukken.
Als een ondernemer iets op rekening koopt, krijgt hij een factuur. De inkoopfactuur is het
boekingsstuk.
Bij een verkoop op rekening moeten ondernemers zelf factuur maken. De kopie van deze
factuur is het boekingsstuk van een verkoop op rekening.
5
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Spitsanne. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.18. You're not tied to anything after your purchase.