Aan het eind van dit hoofdstuk weet je:
- Wat de ziekte diabetes mellitus inhoudt;
- Het verschil tussen type-1- en type-2-diabetes;
- Wat de rol is van insuline bij de (glucose)stofwisseling;
- Welke geneesmiddelen worden gebruikt om de glucosestofwisseling te regelen;
- Op welke wijze in d...
Hoofdstuk 16. Diabetes mellitus
De glucosestofwisseling
Door de spijsvertering worden de koolhydraten uit het voedsel in het maag-
darmkanaal afgebroken tot glucose => wordt via de darmwang in het bloed
opgenomen => energiestofwisseling van cellen. Wanneer er (tijdelijk) te veel glucose
in het bloed aanwezig is, wordt er onder invloed van het hormonen insuline
opgeslagen in de lever en/-of in de spiercellen (glycogeen). Als het weer nodig is
wordt het weer teruggehaald.
Diabetes mellitus
Suikerziekte. Een stofwisselingsstoornis die gekenmerkt wordt door een tekort aan
insuline. Ook kan er sprake zijn dat de alvleesklier (bijna) geen insuline maakt.
Type-1-diabetes
Er is sprake van een groot insulinetekort. Het lichaam maakt zelf (bijna) geen insuline
meer aan. Het ontstaat op (meestal) jeugdige leeftijd (voor de 30 ste levensjaar). Het
komt niet vaak erfelijk voor.
Type-2-diabetes
Er is sprake van een beperkt tekort aan insuline. Het lichaam maakt het nog wel aan,
maar niet voldoende. Overgewicht kan deze vorm van diabetes veroorzaken. Het kan
ook dat de cellen in het lichaam minder gevoelig geworden zijn voor insuline,
waardoor er meer insuline nodig is voor hetzelfde effect (insulineresistentie). Het
ontstaat meestal boven de 40ste levensjaar.
Contra-indicatie
Corticosteroïden => ontregelt de glucosespiegel
o Extra controleren van de bloedsuiker
Klachten en complicaties
De korte termijneffecten
Dorst => uitscheiding van glucose
Honger => verlies van de energiestof
Afsterving van energierijke vetten => met als gevolg diabetische coma
De lange termijneffecten
Afwijkingen van de (middel)grote vaten
o Atherosclerose van de hersenvaten en/-of kransslagaderen =>
hartinfarct en/-of beroert
Afwijkingen van de kleine vaten (haarvaten)
o Oogvaten (netvliesafwijkingen) => blindheid
o Niercapillairen => ernstige nierproblemen
Slechte doorbloeding van benen en/-of voeten => voetproblemen =>
amputatie
Overwicht
Wordt bepaald door het lichaamswicht/lichaamslengte in het kwadraat = Body Mass
Index (BMI)
, BMI
BMI-waarde Interpretatie Gezondheidsrisico
< 18.5 Ondergewicht Te licht, te weinig reserve
bij ziekte
18.5 – 24.9 Normaal gewicht U zit goed, proberen zo te
houden!
25.0 – 29.9 Overgewicht Liefst afslanken tot
gezond gewicht
30.0 – 39.9 Obesitas Zeer grote kans op het
ontstaan van diabetes
mellitus, hart- en
vaataandoeningen,
onvruchtbaarheid (bij
vrouwen) en
gewrichtsklachten.
> 40 Morbide obesitas U moet dringend afvallen
want uw gezondheid is in
groot gevaar!
Insuline
Een hormoon dat gemaakt wordt in de alvleesklier (pancreas). Deze klier heeft 2
functies namelijk, de productie van spijsverteringsenzymen en/-of hormonen. In de
eilandjes van Langhans wordt er een onderscheid gemaakt tussen:
α-cellen (alfa-cellen) => produceren glucagon
β-cellen (bèta-cellen) => produceren insuline
Invloed insuline op de glucosestofwisseling
Het bloedglucosegehalte is afhankelijk van het moment van de dag en/-of na
gegeten te hebben. De normaalwaarde zijn:
Op de lege maag (nuchter): 3,1 – 5,6 mmol/l
Na een maaltijd: <8,9 mmol/l
Invloed op de vet- en eiwitstofwisseling
Onder invloed van insuline wordt glucose in de vetcellen omgezet in vetten. De
vetafbraak en afgifte van vrije vetzuren aan het bloed nemen dan tegelijkertijd af.
Ook bevordert insuline de vorming van eiwitten die nodig zijn voor de opbouw van
het lichaam.
De regierol van insuline
Koolhydraatstofwisseling door bevordering van opname glucose en glycogeen
Vetstofwisseling door vorming van vetten en vetafbraak tegen te gaan.
Eiwitstofwisseling door bevordering van eiwitvorming
Behandeling van diabetes
Diabeten moeten hun leven aan hun ziekte aanpassen. Een speciaal dieet met
beperking van de hoeveelheid en soorten voedingsmiddelen zoals:
Geen snel opneembare suikers (monosachariden)
Geen grote hoeveelheid voedsel tegelijk
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller quintyvanderburg. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.