Samenvatting goederenrecht (inclusief aantekeningen en jurisprudentie)
43 views 3 purchases
Course
Goederenrecht
Institution
Tilburg University (UVT)
Book
Pitlo 3 Goederenrecht
Dit document omvat de volgende onderdelen:
- samenvatting van het boek: Goederenrecht van Pitlo deel 3.
- aantekeningen van alle hoorcollege's
- samenvatting van de verplichte artikelen
- samenvatting van p. 1-75 van het Compendium van het Nederlands faillissementsrecht van Wibier.
Een verbintenis is een vermogensrechtelijke rechtsbetrekking tussen twee of meer personen
op grond waarvan de ene partij (schuldenaar) verplicht is tot een bepaalde prestatie, waartoe
de andere partij (schuldeiser) is gerechtigd. -> bron is overeenkomsten. Contractenrecht.
1
,Verbintenissenrecht:
Verkoper is verplicht om die auto te leveren aan de koper
Koper is verplicht om de betaling te betalen.
Goederenrecht:
Verkoper heeft het recht op betaling van de koopsom. A heeft een vordering tot betaling van
10.000 op B heeft.
De koper heeft het recht op levering van die auto B heeft een vordering tot levering op A.
Zaak of vermogensrecht: onderscheid moet gemaakt worden omdat, hypotheekrecht of
pandrecht. Ze worden anders behandeld. Roerend en onroerend. Andere
leveringsformaliteiten voor een overdracht.
Portacabin
2
,Bestanddeel:
Goederenrecht is privaatrecht (burgers onderling).
Vermogensrechten:
- rechten op naam
- rechten uit overeenkomsten
- beperkte rechten
3:1
3:2. De wet geeft niet aan dat een zaak voor het recht van betekenis hoeft te zijn (een brief
geschreven door Napoleon). Vereist wordt niet dat de zaak aan iemand toebehoort
(achtergelaten fiets, vuilnis aan de weg)
Uitvinding, model of verhaal kan een absolute recht zijn, maar zijn geen zaken. Wel als de
gebruiksvoorwerpen worden omgezet in boeken.
Het woord ‘stoffelijk’ doet duidelijk uitkomen dat het woord ‘object’ niet in betekenis is van
voorwerp of onderwerp van gesprek, van gedachten of van rechten is, maar in de betekenis
van concreet en waarneembaar stoffelijk iets.
Toevoeging van ‘voor menselijke beheersing vatbaar’ is de reden: men kan zich immers
objecten voorstellen die niet voor menselijke beheersing vatbaar zijn (bijv. lucht en zee).
Er is individualisatie van de zaak nodig om haar tot voorwerp van rechten zoals eigendom te
kunnen maken. Eigendom van slechts naar de soort of hoeveelheid omschreven zaken wordt
niet mogelijk geacht. (HR 10 februari 1978, NJ1979/338)
3:6. Onder vermogensrecht vallen bijv.: rechten op zaken zoals erfpacht, rechten op dergelijke
rechten (bijv. hypotheek op een erfpachtrecht), rechten op prestaties (vorderingen om te doen,
na te laten), rechten op dergelijke rechten (zoals vruchtgebruik op een vordering), rechten op
ideeën als octrooirechten en auteursrechten, rechten op dergelijke rechten (bijvoorbeeld
licentie bij octrooirecht), voorwaardelijke rechten, aandelen in rechtspersonen en rechten
hierop, lidmaatschapsrechten in verenigingen.
Het recht hoeft niet overdraagbaar te zijn.
De bepaling in de wet is erg wijd.
Ook rechten die de rechthebbende zelf geen stoffelijk voordeel verschaffen, maar
waartegenover deze wel een stoffelijk voordeel heeft verschaft of heeft toegezegd, zijn
vermogensrechten.
3
, Een kale belofte om niet te roken, samen te fietsen valt buiten de sfeer van vermogensrecht.
Ook rechten als familierechten, het kiesrecht, het recht op lichamelijke integriteit, ed. die een
niet in geld uit te drukken waarde vertegenwoordigen, zijn geen vermogensrechten.
De hoedanigheid van vermogensrecht wordt dus uiteindelijk bepaald door de vraag of het
recht in kwestie enige economische waarde vertegenwoordigt.
5.1 Eigendomsrecht is een vermogensrecht.
Goodwill: is de meerwaarde van bijv. een bedrijf. De optelsom van de bij het bedrijf
behorende goederen is veelal minder waard dan het bedrijf als geheel. De meerwaarde van het
laatste is gelegen in de vaste klantenkring, de kwaliteit, ligging van het pand, kwaliteit van het
bedrijf zelf. Dit is goodwill. Het heeft waarde en wordt doorgaans bij een bedrijfsovername
mee verkochten ‘overgedragen’, maar is geen vermogensrecht. Goodwill bevindt zich voor
een groot deel aan de macht van de ondernemer. Deze kan nooit aan een opvolger enig recht
op voortduren. Hij kan slechts die opvolger in een gunstige uitgangspositie brengen. Een
opgebouwde uitgangspositie is echter geen goed. Niettemin kan de waarde van goodwill de
goederenrechtelijke sfeer betreden.
De HR maakt onderscheid tussen enerzijds ‘belichaamde’ goodwill, die onverbrekelijk is
verbonden met de vermogensbestanddelen van de onderneming en tot uitdrukking komt in de
meerwaarde van die vermogensbestanddelen. En anderzijds ‘onbelichaamde’ goodwill
waarbij dat niet het geval is. De eerste vorm kan in de verdeling van de gemeenschap worden
betrokken, de tweede niet (en niet beschouwd als ‘goed’).
De eerste gaat op in de goederen waarmee hij is verbonden en hebben geen zelfstandige
goederenrechtelijke status.
3:3: een zaak is hetzij onroerend, hetzij roerend. Onderscheid is van belang voor welke
eigendomsbepalingen van toepassing zijn (titel 5.2 of 5.3) en voor de levering van onroerende
zaken (art. 3:89).
Grond: de basis van alles.
Delfstoffen: olie
Grond verenigde beplantingen: bomen en planten
Gebouwen en werken die duurzaam met de grond zijn verenigd: is bepalend of het naar aard
en inrichting is bestemd om duurzaam ter plaatse te blijven (de bedoeling van de bouwer,
doch alleen voor zover deze naar buiten toe kenbaar is). De verkeersopvatting kan als
hulpbron worden genomen, maar is geen zelfstandige beoordelingsmaatstaf. De technische
mogelijkheid om het gebouw of werk te verplaatsen speelt geen rol.
Het schoolgebouw is evident een onroerend goed.
Bouwcontainer/ portacabin arrest: vraag: is dit gebouw duurzaam met de grond verenigd?
HR: een gebouw kan duurzaam met de grond zijn verenigd doordat het naar aard en inrichting
bedoeld is duurzaam ter plaatse te blijven.
Daarbij kan tevens worden gekeken naar de bedoeling van de bouwer, maar alleen voor zover
die naar buiten toe blijkt/kenbaar is (aspecten zoals hoe is het verenigd met de grond,
fundering? Zijn er aanwijzen aan de bouw die wij kunnen zien die aangeven of het gebouw
bestemd is om duurzaam daar te blijven?
De verkeersopvatting vormt geen zelfstandige maatstaf wanneer het gaat om de vraag of een
zaak roerend of onroerend is, omdat het om de kern van het goederenrecht gaat.
Verkeersopvatting is te vaag.
Antwoord: de technische mogelijkheid van verplaatsbaarheid is niet doorslaggevend.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maykevandenberghe. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.16. You're not tied to anything after your purchase.