Youlearn: Alle opdrachten van thema 1 Levenslooppsychologie. De opdrachten van de andere thema's (2,3, 4 en 5) zijn samengevoegd in een apart GRATIS te downloaden document (zie bundel).
Succes!
x Naomi
§ Levenslooppsychologie = bestudeert de natuurlijke ontwikkelingspatronen in termen van
stabiliteit en verandering (groei en verlies) zoals deze zich voordoen in het dagelijks leven en
de natuurlijke omgeving, waarbij er een voortdurende aanpassing plaatsvindt aan wisselende
omgevingen gedurende het leven.
à doel = begrijpen van biopsychosoc. processen zoals deze zich ontvouwen in tijd en context
§ Baltes (1939-2006) = één van de meest invloedrijke psychologen van zijn tijd
à het ontwikkelen en verspreiden van het levensloopperspectief binnen de psychologie
à grondlegger van het selectie-optimalisatie-compensatie-model
§ Vergelijking klassieke ontwikkelingspsychologie versus levenslooppsychologie:
§ Drie soorten invloeden op de levensloop
ð Normatieve leeftijdsgebonden invloeden
à vnl tijdens kinderjaren en ouderdom
à tijdens adolescentie leeftijdsgebonden sociale invloeden
ð Normatieve historische invloeden
à vnl tijdens adolescentie en jongvolwassenheid
à gekoppeld aan specifieke maatsch. situatie in de
historische tijd (zie generatietijdlijn hieronder)
ð Niet-normatieve invloeden
à neemt lineair toe met leeftijd en stagneert later
1
, 1.2 Theoretische perspectieven
Opdracht 1.2.1: Normatieve benadering
§ Verglijking normatieve benadering – levensloopperspectief
ð normatieve benadering houdt geen rekening met interindividuele verschillen in
ontwikkeling bij individuen (leeftijdsgebonden, historische en niet-normatieve invloeden)
§ Freud en Erikson: beiden normatief
ð want volgens beiden verloopt ‘normale’ ontwikkeling in vaste stadia (vaste
volgorde/timing)
ð ook Piaget normatief: (cognitieve) ontwikkeling in vaste stadia
Opdracht 1.2.2: Actieve/passieve rol individu
§ Piaget en Bandura (actief)
ð Cognitieve ontwikkelingstheorie: kinderen doen zelf actief kennis op door omgeving te
verkennen/manipuleren (niet door bv. beloning) = adaptatieproces
à assimilatie = individu voegt nieuwe elementen toe aan bestaande cogn structuren
à accommodatie = individu past zich aan aan de ervaren mogelijkheden v/d omgeving
ð Gereviseerde sociale leertheorie: kinderen zijn selectief in wat ze imiteren, en
ontwikkelen pers gedragsnormen + gevoel van self-efficacy (waarmee ze eigen leren en
gedrag zelf controleren)
§ Hedendaagse ontwikkelingstheorieën (actief)
ð Socioculturele theorie (Vygotsky): kennis wordt actief en sociaal geconstrueerd dmv
interactie met anderen
ð Ethologie en evolutieleer: individu streeft door overlevingsdrang naar optimale
aanpassing aan zijn omgeving (actief omgeving verkennen)
à anderzijds wordt het organisme binnen de evolutieleer beschouwd als 'genendrager'
en kunnen deze gedragingen ook in die zin worden geïnterpreteerd als vastgelegd (dus
passief)
ð Informatieverwerking en cogn neurowetenschappen: individu verwerkt info uit omgeving
actief
ð Ecologische systeemtheorie (Bronfenbrenner): hoewel sterke nadruk op
omgevingsinvloeden, wordt het individu op zijn beurt neergezet als medebepaler van zijn
sociale omgeving
à individu = zowel product als vormgever van zijn eigen omgeving
à meest actieve rol in interactie met directe sociale omgeving in eigen microsysteem
§ Freud (passief)
ð individu = slachtoffer van eigen driften
à maar wel actief in pogingen om hiermee om te gaan en een staat van balans te
bereiken
§ Traditioneel behaviorisme (passief)
ð Ontwikkeling = puur resultaat van conditioneren (= leren van stimulus-respons-
associaties)
à Watson (klassieke cond.): reduceert menselijk gedrag tot reflexmatige reactie op
omgeving
à Skinner (operante cond.): beweert dat gedrag niet enkel ontstaat als reactie op
omgeving, maar ook doordat de mens op zijn omgeving 'opereert' om bep.
consequenties uit te lokken
(dit opereren wordt echter volledig voorspeld door vorige ervaringen van
bekrachtiging/straf)
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller NaomiSimons. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.96. You're not tied to anything after your purchase.