1 ZWANGERSCHAP EN PATHOLOGIE 3
1.1 PRENATALE DIAGNOSTIEK 3
1.1.1 GEBRUIKTE METHODEN 3
1.1.2 CONSEQUENTIES VAN PRENATALE DIAGNOSTIEK 3
1.2 HYPEREMESIS GRAVIDARUM 3
1.2.1 DEFINITIE 3
1.2.2 SYMPTOMEN 3
1.2.3 BEHANDELING 4
1.2.4 TAAK VAN DE VROEDVROUW 4
1.3 AFWIJKINGEN IN DE DUUR VAN DE ZWANGERSCHAP 4
1.3.1 DEFINITIES 4
1.3.2 PRETERME GEBOORTE 5
1.3.3 SEROTINE ZWANGERSCHAP 7
1.3.4 CERVIXINSUFFICIËNTIE 7
1.3.5 PPROM 7
1.4 HYPERTENSIE IN DE ZWANGERSCHAP 7
1.4.1 INLEIDING 7
1.4.2 PRE-ECLAMPSIE 8
1.4.3 ECLAMPSIE 9
1.4.4 HELLP 10
1.4.5 BESLUIT 10
1.5 BLOEDVERLIES IN DE ZWANGERSCHAP 10
1.5.1 BLOEDVERLIES IN HET EERSTE TRIMESTER VAN DE ZWANGERSCHAP 10
1.5.2 BLOEDVERLIES IN HET TWEEDE EN DERDE TRIMESTER VAN DE ZWANGERSCHAP 10
1.5.3 DIFFERENTIEEL DIAGNOSE 12
1.6 STOORNISSEN IN DE FOETALE GROEI EN ONTWIKKELING 13
1.6.1 IUGR 13
1.6.2 MACROSOMIE 14
1.6.3 INTRA-UTERIENE VRUCHTDOOD (IUVD) OF MORS IN UTERO (MIU) 14
1.7 PROBLEMEN MET HET VRUCHTWATER EN DE VLIEZEN 15
1.7.1 AFWIJKINGEN IN DE HOEVEELHEID VRUCHTWATER 15
1.7.2 VOORTIJDIG BREKEN VAN DE VLIEZEN 16
1.8 STOORNISSEN IN DE ONTWIKKELING VAN DE PLACENTA 17
1.8.1 AFWIJKINGEN IN DE VORM EN DE GROOTTE VAN DE PLACENTA 17
1.8.2 AFWIJKINGEN IN DE STRUCTUUR EN FUNCTIE VAN DE PLACENTA 17
1.9 MEERLINGZWANGERSCHAP 17
1.9.1 VORMEN 17
1.9.2 KENMERKEN VAN DE VLIEZEN 18
1.9.3 GEVOLGEN 18
1.9.4 LIGGINGEN 19
1.9.5 AANDACHTSPUNTEN VOOR DE VROEDVROUW 19
1.9.6 VERLOOP VAN DE BARING 19
1.9.7 BESLUIT 20
1.10 BEKKENINSTABILITEIT 20
1.10.1 DEFINITIE 20
1
,1.10.2 BEHANDELING 20
1.10.3 PARTUS BIJ BEKKENINSTABILITEIT 20
2 PATHOLOGIE BIJ DE BARING 21
2.1 VERLOSKUNDIGE INGREPEN 21
2.1.1 DE INDUCTIE 21
2.1.2 OPTIMALISATIE: ACTIVE MANAGEMENT OF LABOUR 24
2.1.3 KUNSTMATIG BEËINDIGEN VAN DE BARING 25
2.2 LIGGINGS- EN HOUDINGSAFWIJKINGEN VAN DE FOETUS 29
2.2.1 AFWIJKENDE HOOFDLIGGINGEN 29
2.2.2 STUITLIGGING 32
2.2.3 DWARSLIGGING 36
2.3 DISPROPORTIE TUSSEN KIND EN BARINGSKANAAL 36
2.3.1 WANVERHOUDING TUSSEN HOOFD EN BEKKEN 36
2.3.2 SCHOUDERDYSTOCIE 36
2.4 VOORLIGGENDE EN UITGEZAKTE NAVELSTRENG 37
2.5 UTERUSRUPTUUR 38
2.5.1 PREDISPONERENDE FACTOREN 38
2.6 VRUCHTWATEREMBOLIE 39
2.7 INTRA-UTERIENE INFECTIE BIJ DE BARING 39
2.8 RUPTUUR CERVIX-VAGINA-PERINEUM 39
2.9 STOORNISSEN TIJDENS DE PLACENTAIRE EN POST-PLACENTAIRE FASE 41
2.9.1 RETENTIE VAN DE PLACENTA 41
2.9.2 INVERSIO UTERI 41
2.9.3 FLUXUS POSTPARTUM 42
2.9.4 HEMATOOM IN EPISIOTOMIE 43
3 PATHOLOGIE VAN HET KRAAMBED 44
3.1 BLOEDINGEN IN HET KRAAMBED 44
3.1.1 BLOEDINGEN ONMIDDELLIJK POSTPARTUM 44
3.1.2 LAATTIJDIGE POSTPARTUMBLOEDINGEN 44
3.2 INFECTIES IN HET KRAAMBED 44
3.2.1 GENITALE INFECTIES 44
3.2.2 WONDINFECTIE 45
3.2.3 URINEWEGINFECTIE 45
3.2.4 MASTITIS 45
3.3 TROMBO-EMBOLIE IN HET KRAAMBED 45
3.3.1 TROMBOSE 45
3.3.2 LONGEMBOLIE 46
3.3.3 PREVENTIE 46
3.3.4 TROMBOFLEBITIS EN FLEBOTROMBOSE 46
3.4 PSYCHISCHE STOORNISSEN 47
3.4.1 POSTPARTUM BLUES 47
3.4.2 POSTPARTUMDEPRESSIE 47
3.4.3 PUERPERALE PSYCHOSE 47
2
,1 Zwangerschap en pathologie
1.1 Prenatale diagnostiek
= het opsporen van congenitale afwijkingen
Zoals chromosoomafwijkingen, stofwisselingsziekten, geslachtsgebonden aandoeningen,
aandoeningen vh centrale zenuwstelsel, maagdarmstelsel of urinewegen
1.1.1 Gebruikte methoden
9-14 weken → controle op genetische aandoeningen
• Niet-invasief:
o Tripletest: bloedafname
o Nekplooimeting: echografie
o Doppleronderzoek
o Biofysisch profiel
o Combinatietest
o NIPT (niet invasieve prenatale test): bloedafname vanaf 11 wkn → geen risico
aan verbonden en zeer positief, geen kansberekening
• Invasief: 100% zekerheid
o Amniocentese = vruchtwaterpunctie
o Chordocentese = vlokkentest
o Cordocentese = navelstrengpunctie
20 weken → controle structurele afwijkingen
• Ultrageluidsonderzoek: echografie met bedoeling structurele afwijkingen op te
sporen
1.1.2 Consequenties van prenatale diagnostiek
Indien ouders het risico weten en ze willen verder gaan met onderzoek, maar indien er iets
wordt gevonden en ze willen geen afbreking doen, heeft het niet veel zin om verder
prenatale diagnostiek toe te passen.
1.2 Hyperemesis gravidarum
1.2.1 Definitie
= Ziektebeeld waarbij zwangere overvloedig braakt en geen voedsel/drank kan inhouden,
vnl. in het eerste zwangerschapstrimester +/- 2%
Oorzaak kan zowel psychisch (afkeer tov zwangerschap) als fysisch (mola zwangerschap of
meerling, eerder hormonaal) zijn
≠ emesis of ochtendbraken wat 50% vd zwangeren doen
1.2.2 Symptomen
• Algemene malaise • Epigastrische pijn
3
, • Vermagering concentratie en aceton in urine.
• Adynamie (geen fut, verzwakt) Oligurie
• Dehydradatie • Vitaminedeficiëntie (daling
• Tachycardie, hypotensie, foliumzuur → hyperchrome
gestoorde stolling- en levertesten anemie en vit C → bloeding
• Ionenstoornissen (daling Na, K, Cl) tandvlees)
• Ketonurie → door verlaagd
urinedebiet → verhoogde
Differentieel diagnose: eerst andere aandoeningen uitsluiten. Bv gastro-intestinaal,
leveraandoening, neurologische oorzaken
1.2.3 Behandeling
• Opname in het ziekenhuis → eenpersoonskamer
• Observatie
• Niks per os
• Intraveneuze vochttoediening
o Vocht met mineralen en vitaminen
o Antibraakmiddelen
o Vitaminesupplementen
Indien 24u braakvrij: lichte voeding, wekelijks echo en lonogram bepalen
1.2.4 Taak van de vroedvrouw
• Opname op éénpersoonskamer, • Intraveneuze vochttoediening
geen extra prikkels (geen tv, • Urinecontrole op ketonen, eiwit en
telefoon) glucose
• Observatie van de patiënte: • Vochtbalans opstarten tot patiënt
aandacht en begrip weer eet
• Dossier opmaken (gegevens • Gewichtscontrole (bij opname,
verzamelen) daarna wekelijks)
• Controle parameters • Labo-onderzoek
• Niks per os
1.3 Afwijkingen in de duur van de zwangerschap
1.3.1 Definities
• Aterme zwangerschap: 37 tot 42 weken
• Partus serotinus of postterme partus: vanaf 42 weken
• Abortus: uitstoten van de vrucht < 500g of < 16 weken → Later? missed abortion
• Partus immaturus: partus tussen 16 en 25 weken
• Partus prematurus: partus tussen 25 en 37 weken (deze grens werd en wordt steeds
lager)
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller stefaniepieters. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.09. You're not tied to anything after your purchase.