Letterlijke examenvragen bank en verzekering . Niet zelf geschreven! Resultaat van mijn examen= 16/20. Samenvatting bank en verzekering is ook verkrijgbaar. Eerste jaar artevelde bedrijfsmanagement.
Vraag 1 : Een belegger 12 500 euro op een gereglementeerde spaarrekening bij een …
De bank afficheerde een basisrente van 0,5% en 1,5% getrouwheidspremie voor de
gereglementeerde spaarrekening. Welke stelling is juist?
a. Op 1 januari 2018 kreeg de belegger 125 euro uitgekeerd
b. Op 1 januari 2018 kreeg de belegger 62,50 euro uitgekeerd
c. Op 1 januari 2018 kreeg de belegger 31,25 euro uitgekeerd
d. Op 1 augustus 2018 kreeg de belegger 187,50 euro uitgekeerd
Vraag 2: Louis kocht op 1 augustus 2012 een kapitalisatiebon van 30 000 euro bij KBC. De
intrestvoet bedroeg 2%. De eindvervaldag lag op 1 augustus 2017. Welke stelling is juist?
a. Louis kreeg op eindvervaldag 33 122, 42 euro op zijn rekening gestort
b. 24 179,36 euro
c. 32 279,65 euro
d. 32 185,69 euro
Vraag 3: Welke stelling is juist met betrekking tot de gereglementeerde spaarrekening?
a. De getrouwheidspremie voor een storting van een bedrag op een gereglementeerde
spaarrekening op 1/03/2016 zal gestort worden op 1/01/2017
b. De getrouwheidspremie voor een storting van een bedrag op een gereglementeerde
spaarrekening op 1/03/2016 zal gestort worden op 2/03/2017
c. De getrouwheidspremie voor een storting van een bedrag op een gereglementeerde
spaarrekening op 1/03/2016 zal gestort worden op 1/04/2017
Vraag 4: Wat is clickfonds of klikfonds?
a. Een fonds dat tussentijds niet kan worden verkocht tijdens een vast (vooraf)
bepaalde periode.
b. Een fonds waarvan de tussentijdse meerwaarde worden vastgezet, wat betekent dat
deze winst definitief verzekerd is
c. Een fonds dat wordt samengesteld op basis van de Cliquet formule, een formule
genoemd naar de Parijs bankier-uitvinder, Michel Cliquet
d. Een fonds waarop enkel online kan worden ingeschreven
Vraag 5: Welke stelling is juist?
a. De bank is bij het verlenen van nieuwe kredieten aan particulieren wettelijk verplicht
de CKP en het CKO te raadplegen
b. De bank is bij het verlenen van nieuwe kredieten aan particulieren wettelijk verplicht
de CKP te raadplegen
c. De bank is bij het verlenen van nieuwe kredieten aan particulieren wettelijk verplicht
de CKO te raadplegen
d. De bank is niet verplicht de CKO noch CKP te raadplegen, maar ze wordt wel
aangemoedigd om dit te doen
, Vraag 6: Leon is dit jaar 55 geworden en doet sinds zijn 40ste aan fiscaal pensioensparen. Hij
wil het gehele bedrag van 15 000 euro, dat hij gedurende de afgelopen 15 jaar in zijn
pensioenspaarverzekering heeft gespaard, opnemen in 2018. Kan dit?
a. Ja, mits betaling van 10% finale taks
b. Ja, mits betaling van 33% belastingen aan de fiscus
c. Neen, het contract moet minstens 20 jaar lopen vooraleer opvraging toegelaten zijn
d. Neen, hij moet wachten tot zijn 65ste verjaardag
Vraag 7: Welke stelling is juist?
a. Eigen aan een woonkrediet met een accordeonformule is de vaste looptijd en de
variabele rentevoet
b. Een wederbeleggingsvergoeding is een vergoeding die je als klant moet betalen
wanneer je je woonkrediet vervroegd terugbetaalt.
c. Bij een woonkrediet met vaste kapitaalaflossing is de maandelijkse aflossing dalend,
maar het intrestgedeelte stijgt van maand tot maand.
d. Bij een woonkrediet met constante mensualiteiten is de maandelijkse aflossing
dalend, maar het intrestgedeelte stijgt van maand tot maand.
Vraag 8: Welke stelling is juist met betrekking tot de schuld saldo verzekering? SSV
a. Een SSV zal bij overlijden van de verzekeringsnemer de verzekerde een vergoeding
uitkeren
b. Een SSV moet je bij dezelfde (bank) verzekeraar afsluiten als diegene waar je het
woningkrediet hebt aangegaan.
c. Een SVV dekt sowieso de volledige openstaande schuld van een krediet
d. Een SVV dekt, al-dan-niet volledig of gedeeltelijk, het saldo van de schuld op het
ogenblik van overlijden van de verzekerde.
Vraag 9: Een prepaidkaart
a. Is een visakaart voor jongeren met dezelfde modaliteiten als de klassieke
kredietkaart
b. Is een kaart waarmee je online betalingen kan doen als je vooraf geld op de kaart
hebt gezet
c. Kan niet gebruikt worden voor geldafhalingen
d. Beschermt de klant niet tegen diefstal van de kaart, in tegenstelling tot de klassieke
kredietkaart
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anoniempjexoxo. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.80. You're not tied to anything after your purchase.