Deze samenvatting bevat alle tentamenstof van het vak Media & Maatschappij uit het 1e jaar van CIW, inclusief aantekeningen van het laatste HC waarin de belangrijkste tentamenstof is behandeld. Met deze samenvatting heb ik een 8,1 gehaald.
De samenvatting bevat:
- H1 t/m 10, H13 en H14 uit Medi...
Hi Wessel, 
I see you're not happy with my summary. Can I ask what exactly you're unhappy about? Maybe I can change my summary.
Greetings, Nienke
Hoe wordt betekenis gecreëerd?
• Betekenissen worden gecreëerd in een institutionele en sociale context,
overgedragen met technische middelen en ontvangen in een andere context.
• Media zijn sociale processen van betekenisoverdracht en circulatie.
• Het proces van het delen van betekenis is inherent aan het uitoefenen van macht.
Om betekenis en macht te begrijpen, moeten we begrijpen hoe relaties tussen mensen
gevormd worden binnen betekenisstromen georganiseerd door instellingen, praktijken en
technologieën.
Hoe wordt macht gecreëerd en behouden?
• De media- en culturele industrieën in de 20e eeuw produceerden inhoud voor een
massapubliek: radio, tv en print stuurden met eenrichtingsverkeer content naar het
publiek. Iedereen kreeg dezelfde informatie tot zich, mediamakers hadden de macht.
• Media kon men niet vertellen wat ze moesten denken, maar wel waar ze over na
moesten denken.
• Interactieve media brachten de oplossing: vanaf nu kon het publiek actief participeren
bij het creëren van betekenis en is de industrie afhankelijk van het publiek.
Betekenis = de elementaire bouwsteen van menselijke communicatie. Mensen gebruiken
betekenis om zich te uiten en elkaar bestaan te erkennen. Het wordt gecreëerd via de
onderhandelingen die we met elkaar aangaan om sociale relaties, instellingen en gedeelde
manieren van leven te creëren.
Macht = het vermogen om te krijgen wat je wilt in interactie met anderen; je wil te realiseren
tegen de wil van anderen. Relaties tussen mensen worden gekenmerkt door strijd om
materiële, economische, politieke, symbolische en culturele middelen.
Drie concepten relatie tussen betekenis en macht:
1. Ideologie = een raamwerk van ideeën op basis waarvan mensen beslissingen nemen
en handelen. De waarden die jij als vanzelfsprekend krijgt in een samenleving.
2. Hegemonie = een culturele conditie waarin een bepaalde manier van leven en de
hiermee geassocieerde ideeën, identiteiten en betekenissen geaccepteerd worden
als “gezond verstand” door een bevolking. Groepen zijn hegemonisch als hun ideeën
natuurlijk, onvermijdelijk en common sense lijken. Groepen moeten werk verrichten
om een hegemonische status te bereiken en behouden. Macht werkt niet door dwang
maar overtuiging: overtuiging dat het systeem zoals het is goed is.
(bijna iedereen in Nederland vindt de democratie vanzelfsprekend en normaal)
3. Discourse = verwijst naar een systeem van betekenissen en ideeën die de regels,
procedures en praktijken van een samenleving en haar instellingen bepalen.
Discourses bevestigen sommige mensen en hun praktijken, en ontmoedigen
anderen. Ze markeren sommige manieren van leven als acceptabel, en andere als
onacceptabel. Het gebruik van woorden om macht over ons uit te oefenen (mannen
of vrouwen wc → gedwongen om voor één van de twee te kiezen – als je de hele dag
door schel ben je abnormaal en mag je niet voor de klas staan)
Voorbeeld: Mark Rutte appelleert in zijn speech aan dingen die voor ons ‘common
sense zijn’ zoals van hulpverleners afblijven en geen afval op straat gooien
(hegemonie). Daarnaast sluit hij bepaalde groepen uit en andere groepen in
(discours).
, Voorbeeld 2: Heineken reclame.
1. Ideologie: Heineken zet steeds twee mensen met hele verschillende
ideologieën tegenover elkaar. In het filmpje zit een ideologie van pluriformiteit.
2. Hegemonie: belangen van de machtigen. Heineken probeert met filmpje
macht te behouden door te laten zien dat ze voor iedereen zijn.
3. Discours Heineken: biertje drinken brengt samen, zolang we samen bier
drinken doen andere dingen er niet toe.
Ideologie is een manier om hegemonie te behouden. Feminisme is een ideologie, maar
niet hegemoniaal.
Het uitoefenen van macht – door het produceren en managen van ideologieën,
hegemonieën en discoursen – is deels afhankelijk van het vermogen om de creatie van
representaties en identiteiten te controleren.
Representatie = het sociale proces van het maken en uitwisselen van betekenis. Mensen
gebruiken media om een beeld van de werkelijkheid te construeren. Hoe mensen de wereld
begrijpen, organiseert/bepaalt hoe ze zich in de wereld gedragen. Zie ik mijzelf terug in
media?
Identiteit = wordt geproduceerd door representaties en is het proces van onszelf plaatsen in
de sociale wereld en zijn machtsverhoudingen. We doen dit door te putten uit de
representaties en discoursen die ons ter beschikking staan.
Organisatie van mediamacht:
1. Cultuurindustrie
2. Professionele communicators
“Populaties zijn het gemakkelijkst te managen als ze instemmen met en deelnemen aan de
gevestigde machtsverhoudingen. De beste leiders – ongeacht hun politieke of persoonlijke
opvattingen over media en macht – begrijpen relaties tussen betekenis en macht.” (p.7)
Cultuurindustrie = samengesteld uit de reeks instellingen die betekenis maken en dit
gebruiken om massapopulaties te vormen en managen. Deze industrie heeft een klasse
professionele communicators in dienst, die als taak hebben betekenis te geven en te
beheren.
Hoe ziet de (interactieve) cultuurindustrie van vandaag eruit?
• toename ‘niche media’
• organisaties stimuleren participatie
• opkomst platformen met niet-professionele inhoud
• toename nieuwe media-stemmen
Kritische theorieën = houden zich bezig met hoe de constructie van sociale relaties is
ingebed in de uitoefening van macht. Ze dragen argumenten aan over de rol die de media
speelt in het vormen van onze sociale wereld. Bieden manieren aan om gedetailleerd begrip
te ontwikkelen van de relatie tussen betekenis en macht. Deze relatie is het werk van
professionele communicatie. Relatie tussen politiek en cultuur.
“Natiestaten probeerde enorme bevolkingsgroepen te vormen in coherente collectieve
identiteiten; industriële fabrieken konden alleen een gestandaardiseerde set van producten
produceren voor een massamarkt.” (p.2)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller nienkeeg. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.35. You're not tied to anything after your purchase.