Moraliteit
Moraliteit is dat aspect van het menselijk denken, voelen en handelen dat betrekking heeft
op het onderscheid tussen goed en kwaad. Deze drie aspecten (cognitie, emotie en gedrag)
moeten goed worden onderscheiden. De drie aspecten zijn met elkaar van belang. Met
name de morele cognitie en emotie zijn van belang om moreel te handelen. Delinquentie is
een vorm van moreel relevant gedrag.
Ethiek
Ethiek is de codificatie van wat als morele actie geldt; een codificatie in termen van
universele wetten. Verwijst naar regels, codes en normen. Alle vormen van ethiek (e.g.
medische ethiek) hebben een inkadering van het moraal. Het kan zo zijn dat iemand ethische
regels overschrijdt, vanuit zijn morele perspectief. Moraliteit vs ethiek is dynamisch; de
moraliteit beïnvloedt de ethiek.
Morele Ontwikkeling
Schuld en schaamte
Schuld en schaamte kunnen verschillende consequenties hebben voor het gedrag van
mensen
- Schuld de overtreding van de waarde van de persoon zelf. Dit is heel erg gericht op
het gedrag zelf. Als je je schuldig voelt, ben je geneigd om je beter te gaan gedragen.
- Schaamte de overtreding van sociale en culturele waarden. Dit is meer gericht op de
persoon zelf. Dit kan ook de person zelf beschadigen. Schaamte hoeft niet per se te
leiden tot positief gedrag. Het kan zelfs zo zijn dat schaamte leidt tot agressief en anti-
sociaal gedrag, omdat de persoon de schaamte niet onder controle kan houden. De
relatie van schaamte met delinquent gedrag is dan ook niet geheel duidelijk.
Empathie
- Cognitieve Empathie Het begrijpen en herkennen van emoties in anderen. Deze
empathie (het verplaatsen in anderen) komt later tot ontwikkeling dan affectieve
empathie. Cognitieve empathie geeft kleur aan wat je ervaart met morele emoties.
- Affectieve empathie Het kunnen delen van emoties van anderen/ medeleven tonen.
Deze empathie is al heel snel aanwezig bij mensen (vanaf ±1 jaar).
, Kohlberg’s stadia van moreel redeneren
De meest onderzochte theorie met betrekking tot morele ontwikkeling is die van Kohlberg.
Hij had een ontwikkelingslogica, die gebaseerd was op filosofen zoals Kant en Rohls. Twee
hele belangrijke criteria in zijn theorie zijn:
1. Universaliseerbaarheid in welke mate zou de handeling voor iedereen kunnen
gelden? Zou iedereen ermee instemmen?
2. Prescriptief In welke mate zou je de handeling aan iedereen voorschrijven?
Op basis van deze twee criteria ging hij een stadiumtheorie voorstellen. Hier zaten drie
niveaus in van morele ontwikkeling:
- Bij het allerlaagste niveau (pre-conventionele niveau) is zowel de universaliseerbaarheid
als het prescriptieve erg laag. Stadium 1 is een oriëntatie op gehoorzaamheid (als wat de
autoriteit zegt is goed) en straf (als je iets goed doet krijg je dit niet). Stadium 2 is het
instrumentele stadium (alles is goed wat je voordeel brengt). Met de leeftijd stijgt dat
niveau.
- Het middelste morele niveau (conventionele niveau) is het niveau waarin we afspraken
met elkaar maken. Hier is stadium 3 te zien: het perspectief van de ander wordt
meegewogen. Dit is het prosociale empathische stadium. De meeste adolescenten zitten
in dit derde stadium. Sommigen zitten in stadium 4. In principe zijn
jongeren/adolescenten zeer goed in staat om moreel na te denken en ‘volwassen’ te zijn.
- Het hoogste morele niveau (post-conventionele niveau) gaat voorbij aan de afspraken
die we met elkaar maken. Daar is de universaliseerbaarheid maximaal en kunnen we het
beste iets aan iemand anders voorschrijven (presciptief). Dit is stadium 5 en 6 van zijn
theorie.
Hij zei dat de theorie zou kloppen als iedereen stadia 1 t/m 6 over de leeftijd zou doorlopen
(ontwikkelingsdynamica). Kohlberg toetste dat aan de hand van dilemma’s (e.g. het Heinz
dilemma).
Martin Luther King
“Wetten moeten gebaseerd zijn op rechtvaardigheid, en iemand die gelooft in
rechtvaardigheid mag nooit gehoorzamen aan wetten die onrechtvaardig zijn” typisch
denken in termen van universele principes (stadium 6 denken).
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dominiquekl. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.74. You're not tied to anything after your purchase.