100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Inleiding In De Forensische Psychologie 2020/2021 $6.85
Add to cart

Summary

Samenvatting Inleiding In De Forensische Psychologie 2020/2021

17 reviews
 1011 views  141 purchases
  • Course
  • Institution

Volledige samenvatting van alle besproken stof in de hoorcolleges van het vak Inleiding In De Forensische Psychologie, gegeven door Elien de Caluwé. Duidelijk verwoord en overzichtelijk opgeschreven met ondersteunende afbeeldingen. Alles wat je nodig hebt om een top cijfer voor je tentamen te hale...

[Show more]
Last document update: 4 year ago

Preview 10 out of 83  pages

  • December 2, 2020
  • December 5, 2020
  • 83
  • 2020/2021
  • Summary

17  reviews

review-writer-avatar

By: samaajtitouh • 4 hours ago

review-writer-avatar

By: madelon1105 • 3 weeks ago

review-writer-avatar

By: Sennaa1906 • 1 year ago

reply-writer-avatar

By: ambervanbeers • 1 year ago

Translated by Google

Thanks for your review!

review-writer-avatar

By: sinemerdogan1 • 2 year ago

reply-writer-avatar

By: ambervanbeers • 2 year ago

Translated by Google

Thanks for your review!

review-writer-avatar

By: timvanlijsdonk • 2 year ago

review-writer-avatar

By: jeroen-2000 • 2 year ago

reply-writer-avatar

By: ambervanbeers • 1 year ago

Translated by Google

Thanks for your review!

review-writer-avatar

By: sinemerdogan1 • 2 year ago

reply-writer-avatar

By: ambervanbeers • 2 year ago

Translated by Google

Thanks for your review!

Show more reviews  
avatar-seller
Forensische Psychologie
Elien De Caluwé
Wat is klinische forensische psychologie?
Wetenschap die zich bezighoudt met:
- Afwijkend (antisociaal) gedrag
- Persoonlijkheid
- Cognities
- Preventie en interventie
- Diagnostiek
- Snijvlak met de andere takken van psychologie (medische, biologische, ontwikkelings, sociale).

Het forensische werkveld
- Politiebureau en​ huis van bewaring​ (cellencomplex waar personen geen gevangenisstraf
ondergaan maar wel in hechtenis zitten → bvb. als ze verdacht worden van iets).
- Gevangenis en penitentiair psychiatrisch centrum (PPC) → afdeling in gevangenis waarin
psychische zorg wordt aangeboden.
- Pro-Justitia rapportage (NIFP: Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en
Psychologie).
- Zorginstellingen: van licht naar zwaar beveiligd.
- Forensisch psychiatrische poliklinieken deeltijdbehandeling.
- Forensische woonbegeleiding (F-RIBW) - Niveau 1.
- Forensisch psychiatrische afdelingen (FPA) - Niveau 2.
- Forensisch psychiatrische klinieken (FPK) - Niveau 3.
- Forensische verslavingszorg klinieken (FVK).
- Forensisch Psychiatrische centra (FPC) - TBS kliniek - Niveau 4.

Criminele carriere start vaak op jonge leeftijd.
Hoe eerder de fout in, hoe hardnekkiger de problemen.
Blijvende problematiek: moeite krijgen van een baan.




Bron afbeelding: Inleiding in de Forensische Psychologie 2020 PowerPoint HC1.


1

,HC 1: Geschiedenis forensische psychologie
De oorsprong van de ‘Forensische Psychologie’:
Hippocrates​ ​(​460-377 v. Christus​):​ Was een ​medisch deskundige die optrad in een rechtszaak ​met een
geestesziekte (​ iemand die een delict had gepleegd, maar had ook een geestesziekte). De rechter vroeg
advies aan Hippocrates bij de rechtspraak van die persoon.


Middeleeuwen (ca. 500-1500):
- Onder curatele* van familie:​ de​ persoon zelf werd niet verantwoordelijk geacht ​voor zijn of haar
daden, maar de familie wel. De familie moest een boete betalen of kreeg een straf als die
persoon zich misdroeg.
- Toen al was er sprake van ​gehele of verminderde ontoerekeningsvatbaarheid​.
- Machtiging voor opsluiting: ​de familie had in die tijd de bevoegdheid om de ‘onnozele’ persoon
op te sluiten of te boeien zodat hij zichzelf of anderen geen kwaad meer kon doen.
* Als een persoon onder ​curatele ​wordt gesteld, wordt deze persoon ​handelingsonbekwaam​.


Voor De Verlichting
Voor ​De Verlichting: ​drie nieuwe manieren waarop men naar deze mensen keek.
- 15e eeuw:​ dolhuizen​ (= een soort ​instelling w ​ aarin mensen die doorgedraaid waren in werden
‘verzorgd’ → is niet helemaal verzorgd zoals wij dat nu denken).
- Je kunt dit zien als de eerste voorbode van de forensische zorg/psychiatrie.
- Bezeten: heksenvervolging​ → men dachten dat mensen ​bezeten ​waren van de duivel. Men
ging met deze mensen op bedevaartstocht waarbij deze mensen in een cel worden gestopt voor
een paar dagen totdat deze genezen was. Maar er zijn ook zeer extreme verhalen van
duiveluitdrijving, zoals een gat in schedel boren, brandstapel, etc.
- Johannes Wier (​1515-1588​): ​Was een van de eerste wetenschappers die dacht aan een meer
natuurlijke oorzaak voor het antisociale gedrag​. Een neurologische, meer natuurlijke of
biologische oorzaak.
- Dit markeert het ontstaan van de forensische wetenschap.


De Verlichting
Een omkeer in gedachten: de Verlichting
- 18e eeuw:​ Franse Revolutie - ​het verlichte denken​ (= ieder mens van ons heeft een vrije wil,
alles wat we doen kiezen we zelf voor).
a. Alles wat we doen, doen we met een keuze. ​Voor de wet in die tijd was iedereen gelijk;
kind, volwassene, iemand met een geestesziekte.
- 1810​: Code Pénal (Frankrijk).
- 1809 ​in Nederland: Crimineel Wetboek; ​1811​: Code Pénal (Nederland).
- 1886​: invoering Wetboek van Strafrecht.
Dankzij de​ ​Code Pénal​ moest de rechter zich meer aan bepaalde regels houden. Daarvoor had de
rechter veel meer macht en kon hij beslissen wat hij maar wilde. Het nieuwe Wetboek was toen wel heel
streng, met weinig uitzonderingen voor bepaalde situaties.
Er was een algemeen geldend recht voor iedereen → komt door de visie van de Verlichting.
- Later kwam er gelukkig meer aandacht voor psychische afwijkingen →
natuurwetenschappelijke benadering​.
- Engeland: ‘Moral treatment’.
- Enkele wettelijke regelingen voor opsluiting psychisch gestoorden.


2

,19e eeuw
Pinel​: ‘manie sans délire’ ​= gemoedstoestand zonder aantasting van het verstand.
Door een bepaalde gemoedstoestand (bipolaire stoornis, persoonlijkheidsstoornis) kun je een
delict plegen, maar hoeft je verstand niet noodzakelijk aangetast te zijn.
- Vroeger ging men er namelijk vanuit dat de ‘onnozelen’, dat al die mensen die met een
geestesziekte een delict pleegden sowieso ook een bepaalde aantasting van het verstand
hadden (een soort mentale beperking).
a. Vroeger dacht men dat het plegen van een delict altijd gepaard ging met een lage
intelligentie.
Steeds meer rechtszaken waarin de dader niet gestraft werd op grond van de geestelijke toestand.
1841​: eerste Krankzinnigenwet: toezicht en verbetering.
1883:​ Nieuwe Krankzinnigenwet, later in ​1993:​ Wet Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische
Ziekenhuizen (BOPZ).

Vier verklaringen van psychische stoornissen: ​zie ook het artikel.
(1) Erfelijkheid
- Psychologische kenmerken kunnen overgeërfd worden van voorouders.
- Maar het is natuurlijk niet zo dat er een ‘moordgen’ of
‘psychopathiegen’ is.
- Erfelijkheid van crimineel gedrag​.
- Immoreel gedrag af te leiden uit uiterlijke kenmerken: ​hoog voorhoofd,
diepliggende ogen, doorlopende wenkbrauw.
- Maar dit is niet waar, deze uiterlijke kenmerken komen ook in de
normale populatie evenveel voor.
→ Dit was wel een​ eerste systematische analyse​ waarbij werd gekeken of er kenmerken waren
die bijdragen tot crimineel gedrag. Voorloper van de ​criminologie​.
Bron afbeelding: Inleiding in de Forensische Psychologie 2020 PowerPoint HC1.

(2) Degeneratie: ​elke genenpool verzwakt, immoraliteit verslecht steeds, verslechtering van bepaalde
kenmerken met elke generatie.
- Deze verklaring klopt niet.

(3) Evolutie (Darwinistische verklaring):​ Moraliteit is geëvolueerd uit de menselijke historie, het is een
kenmerk van beschaving. Immoreel gedrag is een terugval in de evolutie.
- Moraliteit is een stap in de menselijke evolutie, terwijl immoraliteit duidt op devolutie of
stilstand.
- Ook deze verklaring klopt niet.

(4) Neurologische verklaringen (kan wel aangehouden worden): ​bvb.
Phineas Gage​, kreeg door een ongeluk een staaf door zijn hoofd waardoor een
groot deel van de frontale cortex was geraakt. Bepaalde stukken in zijn
hersenen konden sommige functies overnemen (plasticiteit van de hersenen).
Maar er was natuurlijk wel een beschadiging die ervoor zorgde dat Gage
impulsiever was, hij sneller uit zijn slof schoot, etc. Er heeft dus toch een flinke
gedragsverandering plaatsgevonden (welke dus ook kan leiden tot mogelijk
crimineel gedrag).
- Iets in je hersenen bepaalt trauma, of een bepaalde stoornis kan dus
leiden tot crimineel gedrag.



3

, - Deze verklaring klopt wel en kunnen we aanhouden.

Strafrecht jeugdigen in 19e / 20e eeuw:
Eerder: geen onderscheid tussen kind en volwassene.
- Verlichting → Alles wat we doen, doen we met een keuze. ​Voor de wet in die tijd was
iedereen gelijk; kind, volwassene, iemand met een geestesziekte, en werd geen onderscheid
gemaakt.
Tijdens Code Pénal: ​rechter kan gebruik maken van ‘zonder oordeel des onderscheids’. Verder kon men
een kind onder de 10 jaar niet bestraffen.
1905:​ invoering Kinderwetten​: een 16-jarige kan soms nog niet alles goed inschatten, vandaar dat er
Kinderwetten zijn gekomen. Tot de leeftijd van 18 jaar zijn er bijzondere bepalingen, men ging de
kinderen niet puur als volwassenen behandelen.

Vroeger zette men vooral in op straffen en wreken, en andere mensen in de omgeving bang
maken. Maar in de periode van de 19e en 20e eeuw was er meer een tendens naar verbetering.
Proberen om de mensen te verbeteren en verzorgen.
- Staat in het teken van de verschuiving naar​ moderne strafrechtschool: belang dader, niet de
daad:
- Gericht op herstel en verbetering.
- Rechtvaardige straf.
→ Mildere straffen, maar is er dan wel garantie voor de veiligheid van de burgers?


20e eeuw
Voorstel Van Hamel:
- Lichtere vergrijpen: maatregel of straf ter afschrikking.
- Zwaardere vergrijpen: behandeling en verpleging van lange duur.
- Zeer zware gevallen: terbeschikkingstelling van de regering; behandeling van 10 jaar en daarna
verder overweging.

→ vanuit het voorstel van Van Hamel zijn weer nieuwe ontwikkelingen opgekomen:
1928:​ “Psychopathenwetten”- ​opname strafrecht: tbs van de Regering (TBR) en verpleging.
Veel nieuwe instellingen → Stopwet in ​1933​.
- Stopwet: stop, er zijn teveel TBR’ers, we moeten hier iets mee doen en de criteria aanscherpen.
Enkel de zwaardere vergrijpen.

Ontwikkelingen na de tweede wereldoorlog:
- Commissie naoorlogs strafrecht:​ genuanceerde opvattingen. We moeten wat genuanceerder
gaan nadenken.
- Utrechtse school: Pieter Baan (Pieter Baan centrum), Pompe en Kempe, internationaal
toonaangevend. We moeten de wetenschap en de praktijk meer met elkaar gaan integreren.
- Betere zorg voor gevangenen en ook speciale zorg voor gedetineerden met een psychische
stoornis.
- Jaren ‘60​ - toename duur tbs maatregel.
- Ca. ​1995​: introductie Longstay-afdelingen.

Basis Wetgeving TBS:
- In ​1971​ ontstond een ​veranderde tijdgeest met meer nadruk op zelfbeschikking en
tolerantie van andere leefstijlen (antipsychiatrie).



4

, - 1988:​ TBR → TBS, ​de naam is veranderd (verder veranderde weinig andere zaken).
- 1993:​ Wet Bijzondere Opnemingen in Psychiatrische Ziekenhuizen (Wet BOPZ).
Binnen enkele decennia ontstond een groep patiënten met ernstige psychiatrische ziektebeelden
waaraan geen intensieve zorg en begeleiding werd gegeven en die in sommige gevallen overlast
veroorzaakten. BOPZ ingrijpen niet (lang genoeg) mogelijk.


Achtergrond Nederlandse forensische context: TBS
Straffen of behandelen → de grote vraag
- Waar wordt iemand van verdacht?
- Maakt hij een zieke/gestoorde indruk? (PJ-rapportages).
- Wat staat voorop:​ noodzaak behandelen​ of ​noodzaak bestraffen​?
- Welk onderzoek is vereist om een besluit te nemen over de passende maatregel die tevens
voldoet aan ​criteria ​van proportionaliteit, subsidiariteit en effectiviteit?
1. Proportionaliteit: ​de ingreep of maatregel moet in verhouding staan tot het te
voorkomen gevaar.
2. Subsidiariteit: ​een ingrijpende maatregel is alleen toelaatbaar als met een lichtere
niet kan worden volstaan.
3. Doelmatigheid: ​de behandeling of maatregel moet effectief zijn in het afwenden van
het gevaar.
→ Op basis van bovenstaande drie criteria kan een rechter beslissen of een bepaalde maatregel of
straf passend is.

Basis onder het opleggen van een maatregel:
Delict wat gepleegd wordt moet heftig zijn: ​delict gepleegd waarvoor ​minstens 4 jaar gevangenis
kan worden opgelegd (ernst is hier criterium).
- Niet (helemaal) verantwoordelijk te houden als gevolg van psychische ziekte of stoornis.
= (verminderd) ​ontoerekeningsvatbaar​.
- Indien de betreffende persoon niet behandeld wordt, dit leidt tot​ herhaling van delict​.
Dus: bij de instroom is de​ kans op recidive theoretisch gezien 100%​. Deze moet ​met de tijd
afnemen​. ​De behandeling moet tevens gericht zijn op het terugdringen van het recidiverisico tot
maatschappelijk aanvaardbare normen.
- Recidive risico: ​de kans op het opnieuw plegen van een delict.

Kern van de tbs-maatregel:
- TBS is een ​behandelmaatregel​ en ​geen​ strafmaatregel (kan uiteraard wel zo aanvoelen →
persoon zit binnen en kan niet zomaar weg).
- In de wet ligt niet alleen vastgelegd dat behandeling nodig is, maar wordt ook de opdracht tot
resocialisatie ​gegeven​ ​(= persoon kan terug naar de maatschappij waarbij de kans op het
opnieuw plegen van een delict zo klein mogelijk is).
- Beveiliging van de samenleving is het directe doel.
- Verhouding controle-zorg​: waarop sturen?
- Op korte termijn door hoge beveiliging van gebouwen → ​hoge focus op controle​.
- Op langere termijn door de stoornis of ziekte zodanig te behandelen dat gevaar voor
herhaling voldoende geweken is → ​hoge focus op zorg en behandeling.
- Verlof ​is onderdeel van het tbs-stelsel omdat terugkeer in de samenleving het uiteindelijke doel
is. Mensen moeten tijdens hun verlof kunnen oefenen om terug de maatschappij in te komen
(zorgen dat ze onderdak kunnen krijgen, een baan, een veilig sociaal netwerk, etc.).



5

,Basiswetgeving en ontwikkelingen TBS:
- 2006 Commissie Visser Parlementair Onderzoek: deed onderzoek naar TBS.
- Belangrijkste verbeteringen:​ langer volgen van tbs-gestelden na voorwaardelijke
beëindiging.
- Meer onderzoek naar risico’s en effecten van tbs-behandelingen.
- Betere aansluiting tussen de justitiële en de reguliere zorg.
- Meer voorzieningen op maat.
- Bij implementatie van de aanbevelingen accent eenzijdig op beveiliging maatschappij
(verlofverlening).
- Politiek-maatschappelijk klimaat is verhard.
- Enkele incidenten bepalen beeld tbs-gestelde → wordt door de media uitvergroot, gebeurt
eigenlijk zelden.
- Vervreemding en verdwijnende sociale structuren belemmeren integratie en vergroten de angst
(wij-zij).

Behandeling TBS:
- Behandeling is ​herstelgericht​.
- Shared decision making: ​samen met client beslissing maken.
- Gefaseerde zorg:​ in stappen en fases behandelen.
- Bijvoorbeeld bij een alcoholverslaafde: eerst focussen op afkicken, daarna pas
gedragstherapie gaan toepassen.
- Onderhandelingshuishouding ​waar mogelijk (vrijwillig kader), b​ evelshuishouding ​waar
nodig (in gedwongen setting).
- Basis van behandeling:
- Integrale zorg: biopsychosociaal model van Engel.
- RNR-model ​(wordt later op teruggekomen).

Verlof en ontslag:
Typen verlof:
1. Begeleid verlof
2. Onbegeleid verlof
3. Transmuraal verlof
4. Proefverlof
Er komt heel veel kijken rondom verlof; details hoef je niet te kennen, weet alleen dat er heel veel
stappen zijn in het proces van verlof en ook verschillende soorten verloven zijn.
- Voorbereiding, verlofaanvraag en verlofevaluatie, verlofmachtiging, verlofverlening.
- Intrekken en opschorten van verlof
- Terugvalpreventie
- Proefverlof of Voorwaardelijk ontslag
- Reclasseringstoezicht
- Beëindiging van de maatregel en dan?



Belgisch forensische context
Nederland: ​terbeschikkingstelling ​(TBS)​.
België: internering ​(komt ongeveer op hetzelfde neer).
- Juridische veiligheidsmaatregel.
- Doel: bescherming van de maatschappij + zorg van patient.



6

, - Voor personen met een psychische aandoening of mentale handicap (die een strafbaar feit
hebben gepleegd en dus worden beschouwd als ontoerekeningsvatbaar).
- Strafbaar feit (<--> ​collocatie, ​is ook als je wordt opgesloten maar ​geen strafbaar feit hebt
gepleegd​, maar wel een gevaar kan zijn voor jezelf (bvb. zelfmoord) of anderen).
- Geen controle over daden.
- Gevaar voor de maatschappij.
- Maatregel voor onbepaalde duur.

Internering: controversiele maatregel
- 2013: meer dan 1100 geïnterneerden in Belgische gevangenissen (dus tbs’ers in gewone
gevangenissen in plaats van herstellende klinieken).
- Kritiek: forensische psychiatrie in België nog niet zo goed uitgewerkt als in Nederland.
- Geen adequate zorg/begeleiding.
- Geen toekomstperspectief.
- België meerdere malen veroordeeld door Europees Hof voor de Rechten van de Mens.
- Beterschap op komst?
- Herziening interneringswet in 2016.
- Niet meer voor lichte misdrijven (geen tbs meer voor lichte delicten → in NL
was dit al veel eerder door ​Hamel​).
- Meer inzet op zorg.
- Verdere uitbouw van forensisch psychiatrisch circuit (vb. Forensisch
Psychiatrische Centra (FPC) Gent/Antwerpen, longstay oa in Bierbeek).

Vóór de herziening van de ​Interneringswet​ in 2016:
Delicten en diagnoses van geïnterneerden:
Soorten delicten ​(cijfers FOD Justitie 2014): Federale Overheidsdienst (is wel in België).
- 24,3% aanslag op goederen (diefstal, vandalisme, …).
- 32,2% zedenfeiten.
- 15,8% doodslag.

Meest frequente diagnoses​ (cijfers FOD Justitie 2014):
- 28,4% persoonlijkheidsstoornis, waarvan 24,3% uit Cluster B (= Tot dit cluster horen 4 typen:
de borderline, theatrale, antisociale en narcistische persoonlijkheidsstoornis).
- 21,2% middelengebruik.
- 15,7% psychotische stoornis.
- 12,3% mentale beperking.



Aanvullingen uit artikel ​Badness, madness and the brain - the late
19th-century controversy on immoral persons and their
malfunctioning brains
Hoe is het mogelijk geworden immorele personen te begrijpen in termen van een verstoring in de
hersenen? En hoe werd neurobiologisch redeneren toegepast in individuele gevallen?

Het ​doel van dit artikel​ is om ​de wetenschappelijke redenen aan het einde van de 19e eeuw die
plaats maakten voor deze associatie op te sporen en om verschillende conceptualisaties van immorele
personen en hun hersenen te verhelderen.

Historische achtergrond:
Aan het begin van de 19e eeuw vond een ​reconceptualisatie ​plaats van psychische stoornissen als
omvattende alle aspecten van de menselijke geest en het menselijk gedrag (de visie werd verbreed).



7

, - Hier werd immoraliteit niet gezien als bezeten door de duivel, of het uitvoeren van louter het
plegen van de wet, noch was het een sociaal veroorzaakt fenomeen, maar een ​mentale
stoornis​. Vandaar dat​ immoraliteit werd omgevormd van zonde in een gevolg van
waanzin​.
- Dit proces wordt ook wel beschreven als de opkomst van een ​‘medisch model van ondeugd als
pathologie’.

Zie ook het stuk uit het college: ​Pinel:​ ‘manie sans délire’ ​= gemoedstoestand zonder aantasting van
het verstand. ​Door een bepaalde gemoedstoestand (bipolaire stoornis, persoonlijkheidsstoornis)
kun je een delict plegen, maar hoeft je verstand niet noodzakelijk aangetast te zijn.
- Immorele personen waren eerder ziek dan onethisch.

Vanaf het midden van de 19e eeuw speelde ​neuro- / biologie een belangrijke rol bij het verklaren
van psychische stoornissen​. Meerdere biologische theorieën over psychische stoornissen bestonden
naast elkaar.

​ ier verklaringen van psychische stoornissen.
Zie het stuk uit het college: V
(1) Erfelijkheid: ​was een prominent kenmerk in diverse wetenschappelijke redeneringen en had
verschillende, contextafhankelijke betekenissen.
- Idee aan dat psychologische eigenschappen of neigingen werden geërfd van iemands
voorouders. Immorele personen werden geacht de nakomelingen te zijn van immorele
afkomst. Bovendien pleitten criminele antropologen voor de erfelijke overdracht van
criminele neigingen.
(2) Theory of degeneration (degeneratie): ​Volgens deze theorie werden psychische stoornissen
en criminaliteit ook geërfd, maar degeneratie hield in dat ze met elke generatie verergerden;
degeneratie was progressief.
(3) Darwin’s Theory of Evolution: ​oefende een invloed uit op het begrip van mens en moraal.
- Darwin baseerde het morele besef op natuurlijke principes en stelde voor dat moraliteit
door de geschiedenis van de mensheid was geëvolueerd. Moraliteit was een teken van
een hoge en complexe ontwikkeling van een soort. Daarentegen was immoraliteit een
omkering.
(4) Neurologische verklaringen ​(bvb. Phineas Gage).

In het artikel worden ook een aantal voorbeeldgevallen van immorele personen besproken.
William Bigg, Charles J. Guiteau, Jane Toppan, Patient E., en Christiana Edmunds.

Laat 19e eeuwse controversies (meningsverschillen): ​De interpretatie van de toestand van een
immoreel persoon was controversieel aan het einde van de 19e eeuw. De bijbehorende debatten
getuigen van het naast elkaar bestaan van uiteenlopende meningen van deskundigen en wijzen op de
omstreden aard van de neurobiologie van de immorele persoon.

Diagnoses weerspiegelden de specifieke training en voorkeur van de experts. ​Afhankelijk van de
gegeven context en individuele overtuigingen maakten de experts gebruik van specifieke op de
hersenen gebaseerde verklaringen voor immoraliteit bij hun patiënten. ​De details van deze
beoordelingen liepen uiteen en geven aan dat onder aanhangers van het idee​ geen eenduidige kijk op
immoraliteit en de hersenen bestond. ​Bovendien was empirisch bewijs voor immorele hersenen
schaars en omstreden. Als gevolg daarvan werd op hersenstoornissen gezinspeeld in plaats van
aangetoond.




8

,HC 2: Verklaringsmodellen
Verklaringsmodellen antisociaal gedrag:
1. Behandelingsgericht
- Risk-Need-Responsivity (RNR) model
- Good Lives Model (GLM)
2. Theoretisch (volgend college)
- Biopsychosociaal model(len)


Casus Barry
Barry werd geboren als kind van een moordenaar, zijn vader zat al in de gevangenis toen hij drie jaar
oud was. Zijn moeder moest voor hem en zijn broertje de kost verdienen en was daardoor weinig thuis.
Barry leefde samen met zijn broertje veel op straat en leerden al vroeg dat je voor jezelf moet zorgen,
anders kan het slecht met je aflopen. Barry was zelf al vanaf zijn pubertijd en bekende van de politie.
Ook als kind was hij niet de gemakkelijkste. Hij moest diverse malen van scholen wisselen ivm met het
pesten van jongere kinderen, maar ook spijbelen en liegen. Hij maakte uiteindelijk het speciaal
onderwijs niet af. Hij was een van de leiders van het groepje jongeren dat kattenkwaad uithaalden in de
buurt. Maar terwijl het bij de meeste anderen beperkt bleef tot bushokjes bekladden en een fiets in
elkaar trappen, had Barry op zijn zestiende al een strafblad waarop onder andere een veroordeling
voor het beschadigen van drie auto’s en zakken roll incidenten. De meeste van zijn vrienden maakte
uiteindelijk hun school af en vonden een baan. Barry daarentegen ging zich bezighouden met drugs
dealen, hij kreeg ook wel een vriendin maar die liet hij regelmatig voor geld met zijn vrienden naar bed
gaan. Toen zij op een gegeven moment niet meer wilde sloeg hij haar in elkaar waardoor ze in het
ziekenhuis opgenomen moest worden. Na een jaar gevangenisstraf leek Barry zijn leven even te
beteren en vond hij werk in een fabriek. Een paar maanden later echter nam hij ontslag, hij vond het
werk te saai en bovendien kon hij veel makkelijker geld verdienen in de drugshandel. Toen hij op zijn
achttiende veroordeeld werd voor moord vertelde Barry dat hij stemmen hoorde die hem hadden
verteld dat hij deze man moest vermoorden. Eenmaal in de rechtbank kwam hij tot de ontdekking dat
het niet heel gunstig was voor hem dat hij deed alsof hij schizofreen was, en daarom gaf hij uiteindelijk
toe dat hij de moord had gepleegd.


Risk-Need-Responsivity model
De grondslagen:
- Reactie op ‘niets werkt’ houding​ (jaren ‘70/ ‘80) → als gevolg hiervan gingen ze ​harder
straffen ​(dit is ook nog altijd te zien aan de overvolle gevangenissen in Amerika).
- What works?
- Drie principes voor effectieve dader rehabilitatie:
1. Risicoprincipe (Risk): ​Wie m ​ oeten we behandelen?
- Aansluiting bij risiconiveau dader. ​Je gaat een ​behandeling aanbieden die zo
goed mogelijk aansluit bij het delict én bij het recidiverisico​ (= kans dat iemand
opnieuw de fout zou ingaan).
Als iemand een heel ernstig misdrijf heeft gepleegd biedt je een heel intense
therapie aan. Maar als iemand een blikje cola heeft gestolen moet je hier geen
intense maatregelen aan geven.
a. Toch wordt dit soms gedaan, iemand die een matig misdrijf heeft
gepleegd krijgt soms toch een intense therapie, dit is niet zo slim. Dit kan



9

, in sommige gevallen ​criminogeen w ​ erken → de dader in kwestie zal
nog meer criminaliteit gaan verrichten (= criminogene werking → het
werkt criminaliteit in de hand).
- 1) intensiteit behandeling 2) recidive risico dader.
2. Behoefteprincipe (Need): ​Wat m ​ oeten we behandelen?
- Behandelen van ​‘criminogenic needs’​ → factoren die ​functioneel verbonden
zijn aan het delict,​ hebben geleid tot het delict, deze moet je gaan behandelen. .
3. Responsiviteitsprincipe (Responsivity): ​Hoe m ​ oeten we behandelen?
- Aansluiting bij capaciteiten van de dader.
- Algemene e ​ n ​specifieke​ responsiviteit.
a. Algemene responsiviteit:​ je maakt gebruik van principes die werken,
cognitieve sociale leerprincipes. Principes van cognitieve
gedragstherapie toepassen:
- Positieve bekrachtiging, modelling, tonen hoe je prosociaal
gedrag kan stellen en dit ook bekrachtigen.
b. Specifieke responsiviteit: ​specifiek aansluiten op capaciteiten van je
dader.
- Motivatie (is de persoon gemotiveerd voor je therapie of niet),
persoonlijkheid (introverte persoon moet je niet in een
groepstherapie gaan stoppen), leerstijlen, biosociale kenmerken
(intelligentie).

Als je de RNR toepast kun je op een gestructureerde manier behandeling aanbieden. Als het
personeel dit ook weet en goed getraind is zal dit leiden tot positieve effecten.
Gestructureerd, systematisch, getraind personeel.
Hoofdfocus: reductie dynamische risicofactoren!
- Erg belangrijk voor risicotaxatie (zie college 11).

Risicoprincipes:
- [R] ​In kaart brengen risico dader (risicotaxatie).
- [N] ​Acht centrale (dynamische) risicofactoren.
- [R] ​Aanslaan interventie afhankelijk van:
- Relatieprincipe → therapeutische band tussen cliënt heeft vooral groot effect.
- Structuurprincipe → je moet komen tot gedragsverandering richting prosociaal gedrag.

Risicotaxatie: ​meten hoe zwaar het risico van een patiënt is en wat de kans is dat hij of zij opnieuw de
fout in gaat.
- Inschatten recidiverisico:
- Empirsche grondlegging risicofactoren.
- Statistische benadering, aangevuld met klinisch inzicht ​→ alles afvinken en dan de
scores optellen om vervolgens een oordeel te geven over dat risico.
- Niet alleen statistisch, ook instrumenten en klinisch inzicht.

- Taxatieinstrumenten, ​deze zijn op te delen in een aantal grote groepen:
1. Type delict (algemeen, seksueel):
- HTS ​= werd vroeger door het ministerie en justitie opgelegd en moest dus
herhaaldelijke keren worden gescoord.




10

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ambervanbeers. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.85. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

55628 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.85  141x  sold
  • (17)
Add to cart
Added