Volledige samenvatting van het gedeelte sociologie van het opleidingsonderdeel Mens, Samenleving & Economie. Duidelijke structuur. Bevat alle slides aangevuld met notities genomen tijdens de lessen. Prof: L. De Lathouwer. Aarzel niet om een beoordeling achter te laten! :)
Inhoud
Deel 1: Inleiding in de Belgische Sociale Zekerheid ........................................................................... 2
1.1 Doelstellingen .................................................................................................................................. 2
1.2 Historisch perspectief .................................................................................................................. 2
1.3 Onderscheid sociale verzekeringen versus bijstand ........................................................ 2
1.4 Kenmerken van sociale verzekeringen ................................................................................. 3
1.4.1 Bieden een inkomen bij het zich voordoen van een erkend sociaal risico ..... 3
1.4.2 Band met het arbeidsverleden ......................................................................................... 4
1.4.3 Sociale verzekeringen verschaffen vervangingsinkomens en inkomens-
aanvullende uitkeringen ..................................................................................................................... 5
1.4.4 Professionele opbouw van de sociale verzekeringen ............................................. 5
1.5 Het verzekeringsprincipe en de solidariteitsprincipes ................................................... 6
1.5.1 Het verzekeringsprincipe: relatie tussen risico, premie en prestatie ............... 6
1.5.2 De solidariteitsprincipes .......................................................................................................... 7
1.6 De sociale bijdragen en de financieringsstructuur ........................................................... 8
1.7 De sociale zekerheidsuitkeringen............................................................................................ 9
1.8 De uitvoeringsstructuur ........................................................................................................... 11
1.8.1 Organisatie van de sociale zekerheid voor werknemers .......................................... 11
1.8.2 Organisatie van de sociale zekerheid voor zelfstandigen ........................................ 12
1.8.3 Organisatie van de sociale zekerheid voor overheidspersoneel ........................... 12
1.9 Sociale bijstand ............................................................................................................................ 12
1.10 De drie pijlers van sociale bescherming ........................................................................ 13
Deel 2: Beleidsdiscussie: toekomst van onze sociale zekerheid ................................................ 13
,Deel 1: Inleiding in de Belgische Sociale Zekerheid
1.1 Doelstellingen
1.2 Historisch perspectief
Bismarck (1862 tot 1890) Beveridge (20ste eeuw)
Wie is de verzekerde? Contributie Burgerschap (alle burgers)
Link met arbeidscontract
(sociale bijdragen)
Wie is de verzekeraar? Professionele opbouw: De overheid
a) Werknemersstelsel
b) Zelfstandige stelsel
c) Overheidspersoneel
d) Specifieke stelsels
Financiering Werkgevers en Uniforme premies,
werknemersbijdragen op de algemene belastingen
lonen
Uitkeringen Loongerelateerd (% verloren Uniforme uitkeringen (flat
loon) → doel: vervanging rate), dikwijls afhankelijk
verworven levensstandaard van het gezinsinkomen →
doel: bescherming
minimuminkomens
Rol sociale bijstand Beperkt, laatste vangnet Zeer groot
➔ De Belgische sociale zekerheid is voornamelijk Bismarckiaans
1.3 Onderscheid sociale verzekeringen versus bijstand
Sociale verzekeringen Bijstandsregelingen
Verzekeringsprincipes: /
-Uitkeringsbasis = betaald bijdrage en
risico
-Financiering uit bijdragen
-Waarborg van een verworven
levensstandaard
Solidariteitsprincipes: Solidariteitsprincipes:
1) Horizontale solidariteit -Uitkeringsbasis = behoefte (onderzoek
2) Verticale solidariteit naar de bestaansmiddelen)
3) Intergenerationele solidariteit -Financiering uit belastingen
4) Beroepensolidariteit -Waarborg van een minimuminkomen
5) Nationale solidariteit
2
,1.4 Kenmerken van sociale verzekeringen
1.4.1 Bieden een inkomen bij het zich voordoen van een erkend sociaal risico
Sociaal risico: gebeurtenis waar je zelf niet aan kan doen, het overvalt je. De samenleving
als geheel gaat dan optreden om zij die getroffen zijn door een sociaal risico te
beschermen → 3 sociale risico’s
Het verlies van het arbeidsinkomen
• Ouderdom: pensioenverzekering (rustpensioenen)
Voorwaarde: pensioengerechtigde leeftijd (65 jaar) bereiken. Deze worden
opgetrokken naar 66 jaar in 2025 en 67 jaar in 2030, omdat mensen langer leven.
• Arbeidsongeschiktheid
o Niet beroepsgebonden: ziekte (= primaire arbeidsongeschiktheid →
vervangingsuitkering) en invaliditeitsverzekering (vanaf 1 jaar ziekte)
o Wel beroepsgebonden: arbeidsongevallen (bv. je breekt je been op het werk
of op weg naar het werk) en beroepsziekten (bv. asbest, mijnwerkerslong…)
• Werkloosheid: werkloosheidsverzekering (onvrijwillige werkloosheid, dit wordt
gecontroleerd)
Het overlijden van de persoon die voor het levensonderhoud van het gezin instaat
(de kostwinner)
Vroeger (kostwinnersmodel): de man ging werken en de vrouw bleef thuis voor het
huishouden en de kinderen. Als de kostwinner overlijdt, dan blijft de vrouw achter met de
kinderen zonder een inkomen → overlevingspensioenen
Kostwinnersmodel heeft zeer kort bestaan in de geschiedenis (30 à 40 jaar). Vrouwen
begonnen massaal de arbeidersmarkt te betreden en toen werd het kostwinnersmodel
vervangen door een tweeverdienersmodel.
Opmerking: sociale risico’s zijn een product van de samenleving, ze zijn dus in
verandering. De overlevingspensioenen zijn een resultaat van het kostwinnersmodel, dus
sommige landen (bv. Nederland) hebben deze afgeschaft en zich volledig gebaseerd op het
tweeverdienersmodel.
Nieuwe sociale kwesties:
• Tweeverdienersmodel → combinatie arbeid en gezin: kinderopvang,
verlosstelsels, dienstencheques…
• Laaggeschooldheid: zij hebben veel lagere kansen op werk dan hooggeschoolden.
Onze welvaartsstaat weet momenteel nog niet hoe we met dit risico moeten
omgaan.
3
,1.4.2 Band met het arbeidsverleden
= Men moet een bewijs van arbeidsdagen voorleggen (referte-eis), dus sociale bijdragen
hebben betaald
Voorbeeld 1: Referte-eis in werkloosheidsverzekering/bewijs van arbeidsdagen
Voor werkenden: afhankelijk van de leeftijd moet je X aantal dagen bewijzen in een
bepaalde periode (referteperiode). Hoe ouder je bent, hoe groter de referte-eis.
• < 36 jaar: 312 dagen in 21 maanden voorafgaan aan de aanvraag OF 468 dagen in
33 maanden OF 624 dagen in 42 maanden
• 36 – 49 jaar: 468 dagen in 33 maanden OF 624 dagen in 42 maanden OF andere
combinaties
• 50 en +: 624 dagen in 42 maanden ofwel andere combinaties
Voor schoolverlaters (uitzondering): atypisch, maar studies worden gelijkgesteld met
arbeid (want deze maken hun later sterker op de arbeidsmarkt) → strikte voorwaarden
• Inschrijving als werkzoekende bij arbeidsbemiddelingsdienst (Vlaanderen: VDAB)
• Aanvraag voor je 25ste verjaardag
• < 21 jaar: diploma hoger secundair onderwijs; voor de anderen (ouder dan 21 jaar,
maar jonger dan 25 jaar): bewijs van volledig doorlopen van secundaire studies
(slagen voor examen is geen voorwaarde)
• Beroepsinschakelingstijd doorlopen hebben ongeacht de leeftijd: 310 dagen (12
maanden) → periode dat je geen uitkering krijgt en zeer actief op zoek gaat naar
werk
• Tijdens beroepsinschakelingstijd actief naar werk zoeken, min. 2 positieve
evaluaties van actief zoekgedrag (VDAB zal dit evalueren)
Voorbeeld 2: Loopbaanduurvoorwaarden in rustpensioenen
• 45-jarige loopbaan voor een volledig pensioen
• Wel gelijkgestelde perioden: niet arbeidsjaren die meegeteld worden
o Tellen volledig mee: ziekte en invaliditeit, werkloosheid,
arbeidsongevallen, beroepsziekten
o Tellen maar gedeeltelijk mee: niet gemotiveerd tijdskrediet (maatregel
voor private sector waar werknemers vrijwillig de loopbaan kunnen
onderbreken), SWT (Stelsel van Werkloosheid met Toeslag) vóór 60 jaar
(vroeger: brugpensioen), langdurige werkloosheid (3de periode)
4
, 1.4.3 Sociale verzekeringen verschaffen vervangingsinkomens en inkomens-
aanvullende uitkeringen
Vervangingsinkomens Inkomensaanvullende uitkeringen
Vervangen het verloren arbeidsinkomen Maken bepaalde erkende kosten draaglijk
door ziekte, werkloosheid of ouderdom (kinderbijslag, terugbetaling
geneeskundige verzorging…)
Loongekoppeld: verworven levens- Forfaitair en dus niet gekoppeld aan lonen
standaard wordt gewaarborgd
(weliswaar binnen vork van minimum- en
maximumgrenzen)
Bv. ouderdomspensioen voor alleenstaande
is 60% van vroeger loon
Figuur 2: Aanvullende uitkeringen in de gezondheidszorg (tarieven
raadpleging huisarts 2019)
*Hoogste honorarium en terugbetalingstarief
voor geaccrediteerd arts (andere huisartsen
Figuur 1: Aanvullende uitkeringen kinderbijslag moeten lagere honoraria aanrekenen met
(sept 2018) lagere terugbetaling)
GMD: men wil vaste huisarts stimuleren (kent
je dossier als de beste) + huisarts krijgt een
vergoeding
Figuur 3: Aanvullende tussenkomsten terugbetaling
gezondheidskosten: de maximumfactuur (jaarbedragen
01/09/18)
1.4.4 Professionele opbouw van de sociale verzekeringen
Er bestaan diverse stelsels naargelang beroepsgroep (onze sociale verzekeringen zijn van
het professionele type)
1) Werknemersstelsel (WN)
2) Zelfstandigen (Z)
3) Overheidspersoneel (OP): statutaire vast benoemde ambtenaren (als je een
contractuele ambtenaar bent dan val je onder het werknemersstelsel)
5
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller amberschuurmans. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.47. You're not tied to anything after your purchase.