In deze samenvatting staat de stof voor het onderdeel europees recht van het vak Wetsuitvoerder 1. De hoofdstukken 1,2,3,4,6,7 en aanvullende stof van de lessen wordt in deze samenvatting behandeld. Met deze samenvatting heb ik een ruime voldoende behaald op het tentamen.
Hoofdstuk 1,2,3,4,6,7 en aanvullende stof van de lessen
December 2, 2020
18
2020/2021
Summary
Subjects
europees recht
directe werking
de vier vrijheden
instellingen eu
vrij verkeer van personen
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
Hanzehogeschool Groningen (Hanze)
HBO Sociaal Juridische Dienstverlening
Europees recht (WU1)
All documents for this subject (6)
1
review
By: susanneoostenbrink • 1 year ago
Seller
Follow
Ivdwal
Reviews received
Content preview
Samenvatting praktisch Europees recht
Hoofdstuk 1 Europese Unie
1.1 Internationaal recht
Dit rechtsgebied regelt alle betrekkingen tussen staten.
1.1.1 Staatsoevereiniteit
Staatsoevereiniteit: de overheid heeft de ultieme beslissingsbevoegdheid op het grondgebied van de
staat en is de enige die wet- en regelgeving kan opstellen.
Soevereiniteit overdragen: overdragen aan een internationale organisatie, gebeurde met het EGKS-
verdrag en alle verdragen die hierop volgde.
Soevereiniteit onwillig beperkt: wanneer een ander land een staat binnenvalt en daar de
soevereiniteit overneemt.
1.1.2 Internationale organisaties
Gouvernementele organisaties: een samenwerkingsverband tussen staten, de oprichting hiervan
staat in een verdrag.
Intergouvernementeel: wanneer de staten geen soevereiniteit afstaan in een gouvernementele
organisatie.
Supranationale organisatie: wanneer de staten wel soevereiniteit afstaan aan een gouvernementele
organisatie.
Non-gouvernementele organisaties: een groep personen die onafhankelijk van staten een
internationale organisatie oprichten. Bvb. Rode Kruis.
1.2 De EU en haar doelstellingen.
Belangrijkste punten uit de verdragen:
1. Vrede en welzijn: conflicten worden diplomatiek opgelost en het welvaartsniveau is
gestegen.
2. Vrijheid en veiligheid: vrij verkeer van personen.
3. Interne markt: meer onderlinge handel in de lidstaten, geen economische grenzen.
4. Monetaire unie: gemeenschappelijke munt, Europese centrale bank.
5. Mensenrechtenbeleid: art. 2 VEU behouding van mensenrechten en een democratische
samenleving.
1.3 Interne markt
Met de interne markt kunnen lidstaten soms niet meer de nationale economie beschermen.
Monetaire Unie en interne markt zijn twee verschillende begrippen: de monetaire unie is optioneel
maar de interne markt is vast.
1.3.1 Onderdelen interne markt
1. Vrije markt: geen belemmering van de handelsstroom tussen lidstaten.
2. Staatssteun: overheden mogen niet zomaar subsidies verlenen aan nationale producten om
deze goedkoper te maken voor de verkoop.
3. Mededinging: kartelvorming is verboden.
1
,1.3.2 Voor en nadelen interne markt
Voordelen:
- Welvaartsniveau stijgt- Makkelijkere handel over de grenzen- Afzetmarkt van bedrijven
wordt groter
- Uitbereiding van de keuzemogelijkheden – meer keuze uit merken in winkels
- Prijsdaling van producten – meer concurrentie dus goedkopere producten voor
consumenten.
Nadelen:
- Extra concurrentie
- Het verplaatsen van produceren naar een land met lager loonniveau
- Veel afhankelijk van andere landen.
1.4 Beginselen
Verschillende beginselen:
1. Loyale samenwerking: lidstaten doen niets wat strijdig is met het verdrag en voeren trouw
alle verplichtingen van de EU uit – artikel 4 lid 3 VEU
2. Attributiebeginsel: de EU is alleen bevoegd als daarvoor een grondslag in de wet staat -
artikel 5 lid 2 VEU
3. Subsidiariteitsbeginsel: de lidstaten bepalen zelf zoveel mogelijk, pas als het gezamenlijk
beter kan is de EU bevoegd – artikel 5 lid 3 VEU
4. Evenredigheidsbeginsel: voor het bereiken van een doel moet altijd het minst ingrijpende
middel worden gekozen – artikel 5 lid 4 VEU
5. Gelijkheidsbeginsel: discriminatie op grond van nationaliteit is verboden – artikel 18 VwEU.
1.4.1 Gelijkheidsbeginsel
Er mag geen onderscheid worden gemaakt op basis van nationaliteit.
Gelijke behandeling op basis van:
Gelijke gevallen: wanneer beide gevallen dezelfde kenmerken hebben, en het enige waar ze zich in
onderscheiden is de nationaliteit. – geen invoerquotum instellen, gelijk behandelen van personen
Ongelijke gevallen: als gevallen niet dezelfde kenmerken hebben mogen zij ook niet op dezelfde
manier behandeld worden.
1.4.2 Evenredigheidsbeginsel
- Proportionaliteitsbeginsel
Altijd het minst belemmerende alternatief gebruikt moet worden om een doel te bereiken.
De maatregel moet evenredig staan met het doel dat bereikt wil worden.
2
, Hoofdstuk 2 instellingen van de Europese Unie
2.1 Europese raad
De Europese raad is de hoogste instelling binnen de EU.
Samenstelling: Taken:
- Staatshoofden en regeringsleiders - Vergaderen over de hoofdlijnen van het
Europese beleid.
- Als enige bevoegd om verdragen te
wijzigen of op te stellen.
- Beleidsdoelstellingen voor de toekomst
vaststellen.
- Hoge vertegenwoordiger bij buitenlandse
zaken en veiligheid.
- Geen wetgevende taak.
Voor het opstellen van verdragen is er unanimiteit nodig, alle lidstaten moeten er mee instemmen.
2.2 Europese commissie
Samenstelling: Taken:
- Voorzitter - Wetgevende taak
- Commissarissen (onafhankelijke leden een De verdragen uitwerken naar secundair recht.
uit elk EU-land) De commissie heeft hierbij het recht van
- Directoraatgeneraal: elke commissaris initiatief.
heeft er een en het is een Europees - Controlerende taak
ministerie. Toezicht houden op de leden van de EU of er
aan alle regels gehouden wordt. Als dit niet het
geval is kan er een
verdragsschendingsprocedure worden gestart.
- Uitvoerende taak
Uitvoeren van de begroting, beheren van
programma’s en vertegenwoordigen van de
Unie aan derde landen (buiten EU).
Primair Europees recht: het verdrag betrekkende de Europese unie, het verdrag betreffende de
werking van de Europese unie en het handvest op de grondrechten van de Europese unie.
Secundair Europees recht: richtlijnen, vorderingen, besluiten, adviezen en aanbevelingen.
2.3 Raad van de Europese Unie
Samenstelling: Taken:
- Ministers van alle lidstaten, afhankelijk - Medewetgever: beslist samen met het
van het onderwerp dat er behandeld parlement over de Eu-wetten en EU-
wordt. begroting.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Ivdwal. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.08. You're not tied to anything after your purchase.