100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
VU Statistiek 1 Samenvatting Boek & Colleges (goed voor een 8.0!) $4.87   Add to cart

Summary

VU Statistiek 1 Samenvatting Boek & Colleges (goed voor een 8.0!)

7 reviews
 337 views  20 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Met deze samenvatting heb ik zelf een 8.0 gehaald! Dit is een samenvatting van het vak Statistiek 1. Alle relevante informatie komt hierin terug: theorie, formules, grafieken, voorbeelden. Alles wat niet in de samenvatting staat, komt dan ook niet terug in het tentamen.

Preview 7 out of 18  pages

  • No
  • Ch1 t/m ch9
  • December 3, 2020
  • 18
  • 2020/2021
  • Summary

7  reviews

review-writer-avatar

By: madelonverkijk • 2 year ago

review-writer-avatar

By: amberasif • 3 year ago

review-writer-avatar

By: ashnibiharie • 3 year ago

review-writer-avatar

By: imansalem • 3 year ago

review-writer-avatar

By: timoabbenes • 3 year ago

review-writer-avatar

By: arianahx • 3 year ago

review-writer-avatar

By: selin_6 • 1 year ago

avatar-seller
Statistiek samenvatting

CH1 Introductie
Statistiek = inductie (specifiek > algemeen). Door middel van een bepaalde (steekproef-)
uitkomst iets zeggen over populatie.
Statistiek = wetenschap van het verzamelen, organiseren, interpreteren van numerieke
feiten, die gegevens of data worden genoemd.

Kansrekening > deductie (algemeen > specifiek): alle details weten van bepaalde populatie
en op basis daarvan uitspraken doen van bepaalde steekproefuitkomst
BIJ STATISTIEK ANDERSOM! > inductie (specifiek > algemeen): mbv bepaalde
steekproefuitkomst uitspraken doen over populatie

Methodologie: systematische wijze van hoe je onderzoek zou moeten uitvoeren
Statistiek: instrumentarium (‘’gereedschap’’) om empirisch (zintuigelijk) onderzoek uit de
kunnen voeren
Deze twee kunnen niet zonder elkaar, maar zijn wel verschillend!

Trekken van conclusies op basis van weerleggen = falsificatie (bewijs tegen de hypothese)

CH2 Sampling and Measurement
Twee soorten statistiek
1. Beschrijvend = data van populatie/steekproef met nummers, tabellen en grafieken
2. Inferentiële = voorspellingen over populatie parameters, gebaseerd op
steekproefdata (inductie) > uitspraken doen over populatie

Meetschalen: NOIR
Categorie > Nominaal: ongeordend (kleur ogen, geslacht, bloedgroep, politieke partij)
Ordinaal: geordend (opleidingsniveau, inkomensgroepen, goud/zilver/brons)
Kwantitatief > Interval: gelijke afstand tussen opeenvolgende waarden (graden Celsius, IQ)
Ratio: gelijke afstand met absoluut nulpunt (alle percentages, leeftijd,
gewicht, inkomen in euro’s)

Discreet = ondeelbaar (aantal broers/zussen, aantal keer dat je met dobbelsteen gooit)
Continu = deelbaar (lengte, gewicht)

Steekproefproblemen met inferentiële statistiek
 Sampling error: toevallige steekproefverschillen
 Sampling bias: selectieve werving
 Response bias: incorrect antwoord
 Non-response bias: selectieve deelname

Data: observaties van karakteristieken
 Populatie: voorbeeld parameters = gemiddeld aantal uren online zelfstudie van
alle studenten
 Steekproef: voorbeeld steekproefgrootheid = gemiddeld aantal uren online
zelfstudie van de studenten in de steekproef

,Betrouwbaarheid: hoe betrouwbaar is je meting
Valide: als je niet meet wat je denkt dat het is




Doel: steekproefgrootheden dienen niet te verschillen van populatiegrootheden

Steekproefmethoden
1. Enkelvoudige steekproef
2. Systematische aselecte steekproef
3. Gestratificeerde steekproef
4. Cluster steekproef
5. Getrapte steekproef

Randomiseren > representatieve steekproef trekken
Verschil cluster en gestratificeerde steekproef
Gestratificeerde steekproef (karakteristieken > meisje/jongen)
- Hele groep ondervragen, gaat meestal om bestaande groepen (klas, team)
- Binnen ieder stratum steekproef getrokken
- Proportioneel of disproportioneel
- Handig bij duidelijke categorieën die verschillen in omgeving
Cluster steekproef (geen verschillen in categorieën > scholen)
- Groep opdelen in deelpopulaties (groep wijkbewoners verder opdelen in
bijvoorbeeld alle vrouwen uit de wijk)
- Niet vergelijken: praktische overwegingen
- Verdeel populatie in clusters & trek aselect aantal clusters
- Alle subjecten van getrokken cluster kiezen
- Handig als het moeilijk is om alle clusters te bereiken voor steekproef


CH3 Beschrijvende Statistiek
Beschrijvende statistiek
 Centrum (typische observatie)
 Variatie (spreiding van observaties)
 Positie (relatieve positie van observaties)

Centrummaten
Gemiddelde = som waarnemingen / n
Modus = meest gegeven antwoord
Mediaan = middelste antwoord

,Spreidingsmaten
Bereik = range
Standaarddeviatie
Interkwartielafstand = maat voor spreiding van een verdeling; mate waarin waarden
onderling verschillen




Positiematen
Percentielscore
Kwartiel
Minimum/maximum
Mediaan
Z-score

Univariaat = één variabele
Bivariaat = twee variabalen (correlatie)

1 punt in scatterplot = 1 observatie
Hoe groter steekproef, hoe kleiner steekproeffout

Box-and-whiskler plot > dataset




CH4 Kansverdelingen
Waarschijnlijkheid > bepaalde uitkomst: proportie van aantal keer dat uitkomst voorkomt in
meerdere observaties

Kansen: regels
 P (A): kans dat A plaatsvindt
 P (not A) = 1 – P(A): kans dat A niet plaatsvindt
 P (A or B) = P(A) + P(B): kans dat A of B plaatsvindt
 P (A&B) = P(A) x P(B): kans dat A en B plaatsvindt

,Discreet > bepaalde set aan mogelijkheden: kans voor elke apart waarde kan berekend
worden (dobbelsteen)
Continu > oneindig aantal mogelijkheden: kans voor intervallen (lengte)

 Populatieverdeling: kansverdeling van de verschillende uitkomstmogelijkheden van
een variabele, zoals in totale populatie waargenomen (, , N)




 Steekproefverdeling: kansverdeling van een specifieke steekproef (ȳ, s, n)




 Steekproevenverdeling: kansverdeling voor verschillende waarden van een
steekproefgrootheid > groot aantal willekeurige steekproeven getrokken uit
populatie (ȳ,  ȳ (= /n), )

Bij symmetrie in grafiek = gemiddelde en mediaan hetzelfde!

Centrale Limietstelling: als je steekproefomvang groot genoeg is; resulterende
steekproevenverdeling zal zelf convergeren naar normaal verdeelde variabelen.
Voor willekeurige steekproeven met grote sample size n, nadert steekproevenverdeling van
steekproefgemiddelde ȳ een normaalverdeling.

Steekproevenverdeling (continue maat) versus populatieverdeling


Goed = kleine standaarddeviatie & kleine
standaardfout > hogere betrouwbaarheid
(sample size)




Centrale Limietstelling

,  Ongeacht vorm van de populatieverdeling > steekproevenverdeling zal bij benadering
normaal verdeeld zijn (significantie-toetsing & betrouwbaarheidsinvallen)
 Populatieverdeling scheef? > grotere steekproefomvang (N)
 Standaarddeviatie vd steekproevenverdeling (standaardfout) neemt toe als variantie
in y toeneemt & af als steekproefomvang toeneemt:  ȳ (= /n),

Dus: verkleinen variantie steekproef & vergroten steekproefomvang vergroot validiteit &
betrouwbaarheid van steekproefdata voor inferentiële statistiek.

Normaalverdeling
 Symmetrisch (vorm van bel)
 &
 1 stand.dev. > 0.68
 2 stand.dev. > 0.95
 3 stand.dev. > 0.997
 Positiemaat: Z-score = aantal stand.dev. dat y van  af is (z = (y - ) / )

Als waarde y bekend is en bijbehorende kans gezocht wordt, converteert y-waarde naar z-
score > cumulatieve kans (vb: hoeveel % vd NL vrouwen is korter of gelijk aan 170 cm?)
Cumulatieve kans berekend > converteer naar z-score en zoek y-waarde op (vb: vind 99ste
percentielscore van IQ)

Standaardnormaalverdeling >  = 0 met stand.dev.  = 1
Wanneer y-waardes uit normaalverdeling omgezet worden in z-score:
 Verdeling z = standaardnormaalverdeling
 Alle cumulatieve kansen van normaalverdeling bekend
 Gebruikt voor hypothesetoetsing in inferentiële statistiek

CH5 Inferentiële statistiek: schatting
Parameterschattingen
 Testen van hypothese voor populatie
 Gebaseerd op de verdeling van steekproefdata
1. ȳ is bekend en willen iets zeggen over 
2. verdeling ȳ is bekend, aannemende waarde voor 
3. afgaand op schatter ȳ, bepaal hoe onwaarschijnlijk hypothese of aanname voor  is


Parameterschatting
 Puntschatter = enkel getal dat als beste schatter dient voor parameter >
standaardfout geeft aan hoe precies schatter is
 Intervalschatter = interval rondom puntschatter, waarbinnen parameter naar
waarschijnlijkheid zal liggen > breedte geeft aan hoe precies schatting is
Goede schatters!
Valide: zuiver (unbiased) > onzuiver bij over- of onderschatting van parameter
Betrouwbaar: doeltreffend (efficiënt) > kleinere standaardfout = goed!
Verschillende vormen van kansverdelingen

,Steekproevenverdeling voor grote steekproeven kan worden benaderd door
normaalverdeling (z-verdeling)
Steekproef niet voldoende om effect te hebben en normaalverdeling benadering is
ongeschikt
 T distribution (t)
 Chi square distribution (2)
 Binominal distribution (B)

 Standaardnormaalverdeling (z-verdeling)
o Benadert steekproevenverdeling van steekproefproportie met relatief grote
samples
o Identiek voor verschillende sample sizes
o Standaarddeviatie = 1
o Symmetrisch rond gemiddelde = 0
o Populatiestandaarddeviatie = bekend
o Z-toets > steekproefproportie
 Student t-verdeling
o Van toepassing op steekproefverdeling van het steekproefgemiddelde
o Is verschillend voor verschillende steekproefgrootten
o Dikkere staart en meer gespreid dan standaardnormaalverdeling (kleine
steekproeven)
o Symmetrisch rond gemiddelde
o Populatiestandaarddeviatie = onbekend
o Convergeert naar standaardnormaalverdeling bij grotere steekproefgrootte
o T-toets > voor kwantitatieve variabelen (steekproef gemiddelden)
 Chi-squared variabele > kwalitatief (categorieën)
o Van toepassing op steekproefverdeling van de som van relatieve kwadraat
deviaties van verwachte frequenties (2)
o Scheef naar rechts, vooral wanneer paar deviaties worden opgeteld
o Convergeert naar normaalverdeling bij meerdere deviaties
o Chi-kwadraattoets > voor categorische variabele frequenties
 Binominaal
o Fixed sample size n
o Bij elke proef > even of interest komt voor of niet > gem: n x p,
standaarddeviatie: √ np(1− p)
o Probability (p) van voorkomen is bij elke proef anders
o Proeven afhankelijk van elkaar
o Convergeert tot normaalverdeling als sample size groter wordt
o Binominale toets > voor proporties met kleine steekproefgrootten


BI = betrouwbaarheidsinterval

BI (95%) voor populatieproportie
1. Bereken puntschatter (π)̂
2. Bepaal Z-score

, π^ ( 1− π^ )
3. Bereken standaardfout van puntschatter se =

4. Vul formule BI in: π̂ +/- z x se
√ n

Z = X −❑¿ ¿


Empirische regel:
68% binnen +/- 1 van gemiddelde
95% binnen +/- 2 van gemiddelde
Bijna 100% binnen +/- 3 van gemiddelde

BI (95%) voor populatiegemiddelde
1. Bereken puntschatter (ȳ)
2. Bepaal t-score (bijv. t = 1.96) behorende bij betrouwbaarheidsniveau én
vrijheidsgraden df = n -1
s
3. Bereken standaardfout se =
n
4. ȳ +/- t x se = 95% BI

Correcte interpretatie BI (95%)
- Populatiegrootheid ligt vast, maar is onbekend
- Steekproef (n) geeft puntschatter met bijbehorend betrouwbaarheidsinterval
- Herhaalde steekproeven
- 95% van de steekproeven zal BI opleveren dat daadwerkelijk populatiegrootheid
bevat

Foutmarge M van BI:
- Medebepaald door standaardfout vd schatter > hangt af van standaarddeviatie in
populatie & steekproefomvang
- Medebepaald door gewenste betrouwbaarheidsniveau (level of confidence)


Soorten frequenties:
- Absoluut: aantal keer dat het is geobserveerd
- Relatief: percentage vh totale aantal
- Valid: bijvoorbeeld > geen antwoord/blanco ingevuld = niet meetellen!
- Cumulatief: relatieve frequenties bij elkaar optellen van vorige waarde

Wanneer je steekproefgemiddelde gebruikt > steekproefcorrectie (n-1) toepassen

Fouten steekproef
1. Natuurlijke variatie tussen steekproeven
2. Door problemen/fouten binnen steekproef

Skipnumber k = N/n
N > populatie, n > steekproef

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller felicehijnens. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.87. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77858 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.87  20x  sold
  • (7)
  Add to cart