Anatomie en fysiologie, met MyLab NL toegangscode 6e editie
Het document omvat alle leerstof van biomedische wetenschappen. Het is uitgebreid en omvat alle informatie dat de docent meegaf in haar online lessen. Alle processen zijn duidelijk en gedetailleerd uitgetypt. Alle informatie dat ze meegaf omtrent "dit komt op het examen of zo kan het op het examen ...
1. Spierstelsel: deel 1 (actiepotentiaal)
1. Inleidend:
Het ontstaan van leven
1. Samenvoeging van een eicel samen met
zaadcel
2. daaruit ontstaat een stamcel = totipotente
stamcellen
3. en gaan zich differentiëren tot het
uiteindelijke weefsel
→ van totipotent tot pluripotent
*pluripotente cellen zijn cellen die nog niet
volledig gedifferentieerd zijn
4. vanuit daaruit worden de verschillende
stelsels aangemaakt = eindgedifferentieerd
(nierweefsel, leverweefsel, spierweefsel gaan
aanmaken)
Cellen – weefsels – organen
→ opfrissen (niet terug te leren)
,BIOMEDISCHE WETENSCHAPPEN S3
Vanuit online lessen
Bv. Maag bestaat voor een gedeelte uit:
− Smooth muscle cels = spierweefsel
− Los bindweefsel
− Zenuwcellen
− Bloedcellen (extracelullaire cellen
en vloeistoffen)
− Epitheelcellen
Organen → → al deze weefsels samen vormen een
orgaan (de maag)
Organen samen vormen een orgaanstelsel…
Soorten orgaanstelsels:
1. Spierstelsel V
2. Ademhalingsstelsel V
3. Spijsverteringsstelsel → vorig jaar en wordt verder uitgediept bij humane biochemie
4. Urine- of uitscheidingsstelsel V
5. Zenuwstelsel en zintuigen V
6. Endocrien stelsel → vorig jaar bij biochemie S2
7. Lymfevatenstelsel → 3de jaar aanbod komen
8. Hart- en bloedvatenstelsel V
9. Voortplantingsstelsel → niet bespreken in opleiding
10. Huid → niet bespreken in opleiding
11. Skelet V
SAMENSTELLING VAN LICHAAMSVLOEISTOFFEN (HB HD18,7)
Mens is opgesteld uit:
18%
water
15% mineralen
60%
7% vetten
eiwitten
→ 60% water indelen in:
− Intracellulaire vloeistof (ICV) of → vloeistof in de cel
40%
− Extracellulaire vloeistof (ECV)
20%
− Andere vloeistof = Interstistiële vloeistof (ISV) = vloeistof die ertussen zit
15%
− Vasculaire vleoistof = bloedvaten
5%
*Extracellulaire vloeistof bestaat uit ISV en VASC
Extracellulaire en intracellulaire vloeistof verschil qua samenstelling:
Bloedplasma = vasculaire vloeistof (uit de cel = extrac):
− Kationen kant: vnl bestaan uit Na (natrium) en klein deel K en enigste met
aanwezigheid van Ca
− Anionen kant: vnl bestaan uit CL (chloride)
Intersitiële vloeistof (uit de cel = extrac):
− Kationen kant: vnl bestaan uit Na (natrium) en klein deel K en enigste met
aanwezigheid van Ca
− Anionen kant: vnl bestaan uit CL (chloride)
Intracellulaire vloeistof (in de cel):
− Kationen kant: voornamelijk bestaan uit K (Kalium)
− Anionen kant: bestaat uit EW, …
Grote verschillen:
− Kationen kant: 2 grote verschillen: (zorgen voor positieve lading)
Verschil Na en K tussen ICV en ECV
Ca alleen maar aanwezig extracellulair
− Anionen kant: groot verschil tussen (zorgen voor negatieve lading)
Cl aanwezig of groot deel EW aanwezig tusse ICV en ECV
RUST EN ACTIEPOTENTIAAL
Wat is een membraanpotentiaal (Em)?
→ membraan: het gaat iets met mijn fosfolipidendubbellaag te maken hebben
→ potentiaal: er is een spanningsverschil (fysica)
*spanning krijg je door een verschil in ladingen
DUS membraanpotentiaal = een ladingsverschil over een membraan
→ 2 soorten:
, BIOMEDISCHE WETENSCHAPPEN S3
Vanuit online lessen
1. Rustpotentiaal = standaardladingsverschil over het membraan van een cel
Dit ladingsverschil krijg je door de samenstelling (intra- of extracellulair)
− Alle celtypes hebben een rustpotentiaal (maar dit varieert van celtype tot celtype)
− Negatief: -9 tot -100mV type
Binnenzijde zal negatiever geladen zijn dan de buitenzijde waardoor je een negatief
getal zult verkrijgen
− Dode cel heeft geen membraanpotentiaal en dus ook geen rustpotentiaal en zal dus
niets meer kunnen gaan transporteren of uitwisselen
*voorbeeld van een membraanpotentiaal zal dus nooit een positief getal zijn
Def:
− Overmaat aan negatief geladen ionen in het neuron
− Veroorzaakt en onderhouden door de Na – K – ionen – pomp
− Negatief voltage (potentiaal) binnenkant
-70mV (0,07 volt) (vanbuiten kennen) → zorgt voor de constante rustpotentiaal
Hoe de rustpotentiaal bereiken? (oorsprong)
− Na+/K+-ATPase pompactiviteit (actief transport (ATP) met enzyme pomp)
Wisselt continu 3 Na + uit voor 2 K+ ionen (Na+ naar buiten, K+ naar binnen)
− Verschil in membraanpermeabiliteit voor ionen (membraan is doorlaarbaar voor ionen)
Weinig Na+ kanalen (weinig Na+ van ECV nr ICV)
Veel K+ kanalen (veel K+ van ICV nr ECV)
− Verschil in samenstelling tss ECV en ICV
ICV: Eiwitten/fosfaten: groot, niet doorheen celmembraan (blijven aan
binnenzijde en blijft negatief geladen)
ECV: Chloride-ionen: klein, vluchten vanuit ICV naar ECV (elektrisch gradiënt)
+ zie youtube video
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Verheyenfleur. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.25. You're not tied to anything after your purchase.