boekingen bij activa boekingen bij eigen vermogen boekingen bij voorzieningen en vreemd vermogen correcties in de boekhouding kortingen
quasigoederen en statiegeld fabricageboekhouding belastingen in
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
Written for
NCOI (NCOI)
MHBO Bedrijfsadministrateur
Periodeafsluiting en belastingaangifte
All documents for this subject (1)
3
reviews
By: eleonorabreebaart • 2 year ago
By: bpocsai • 2 year ago
Translated by Google
The summary would be the complete book. The summary also shows pages that do not exist and those are also super.
By: jladaams • 3 year ago
Seller
Follow
jessicastraver
Reviews received
Content preview
H1. Boekingen bij vaste activa
Bij vaste activa moet je denken aan investeringen in bedrijfsmiddelen zoals gebouwen, inventaris en
vervoermiddelen die meerdere jaren meegaan. Ook wel vaste activa genoemd.
De financiering van de aanschaf van vaste activa doe je met eigen vermogen (EV) of langlopende schulden (=
hypotheeklening voor een bedrijfsgebouw).
1.1 Wat boek je bij afschrijving van bedrijfsmiddelen?
Afschrijven = Het verdelen van de kosten van een bedrijfsmiddel over de economische levensduur (= de
gebruiksduur waarbij de gemiddelde kosten het laagst zijn).
De economische levensduur is meestal korter dan de technische levensduur.
Met afschrijving kun je aangeven hoeveel het bedrijfsmiddel in waarde is gedaald.
De kosten van een bedrijfsmiddel die je moet afschrijven, bestaan uit de aanschafwaarde - de restwaarde (= de
verkoopopbrengst of de inruilwaarde van het bedrijfsmiddel).
Als de waardedaling van een bedrijfsmiddel gelijkmatig verloopt, bereken je de afschrijving per jaar als volgt:
aanschafwaarde – restwaarde : gebruiksduur in jaren.
De afschrijving van een bedrijfsmiddel journaliseer je via het memoriaal.
Afschrijvingskosten zijn bedrijfskosten en die verlagen het EV.
Afschrijvingskosten = DEBET
o De kosten boek je op een hulprekening van het EV.
EV daalt / Resultatenrekening
Afschrijving = CREDIT
o Waardedaling van het bedrijfsmiddel boek je op een (aparte) grootboekrekening voor
afschrijving.
Via deze weg kun je overzichtelijk zien hoeveel inmiddels is afgeschreven. Dit geeft
de boekwaarde op een bepaald moment weer.
Als de waardedaling van een bedrijfsmiddel niet gelijkmatig verloopt, kies je voor het specifieke
afschrijvingssysteem.
,Bij de aanschaf van vaste activa worden soms ook installatie- of afleverkosten (= Aankoopkosten van een
bedrijfsmiddel die tot de aankoopprijs worden gerekend) in rekening gebracht. Deze kosten dienen te worden
opgeteld bij de aanschaf/aankoopprijs van het bedrijfsmiddel en dienen als totaal te worden afgeschreven
(gebaseerd op de economische levensduur).
Bijvoorbeeld: Een machine kost € 29.500,80 en de installatiekosten bedragen € 639, 20 de
aanschaf/aankoopprijs is in totaal € 30.140,00.
1.2 Wat boek je bij de vervanging van bedrijfsmiddelen?
In de boekhouding staat een debet bedrag op de grootboekrekening waar de aanschaf op is geboekt, en een
creditbedrag op de grootboekrekening van de geboekte afschrijvingen. Het saldo (verschil) van deze twee
grootboekrekeningen geeft de boekwaarde van het bedrijfsmiddel weer.
Figuur 1
Als de economische levensduur van een bedrijfsmiddel is verstreken, wordt het bedrijfsmiddel buiten gebruik
gesteld.
Het bedrijfsmiddel verdwijnt het uit de boekhouding en alle grootboekrekeningen moeten worden
aangepast.
Als het bedrijfsmiddel nog waarde heeft, kan het worden verkocht of ingeruild.
o Als de opbrengst van het bedrijfsmiddel hoger of lager is dan de boekwaarde, boek je ook
nog een incidentele bate of last, afhankelijk van de boekwinst of –verlies.
Uit figuur 1 is op te maken dat de boekwaarde € 3.300,- (€ 19.300.- – € 16.000,-) is. Mocht het bedrijfsmiddel
m.b.t. figuur 1 tegen een hoger bedrag worden ingeruild bijvoorbeeld € 4.5000,- ontstaat er een boekwinst van
€ 1.200,- = grootboekrekening incidentele baten.
Aankoop + afleverkosten + registratiekosten
Gegevens uit figuur 1
,1.3 Wat boek je bij leasing (= huren) van bedrijfsmiddelen?
Lessor = Verhuurder / Lessee = Huurder
Bij operationele lease is sprake van een huurovereenkomst voor bedrijfsmiddelen. De lessor, de
leasemaatschappij, is juridisch en economisch eigenaar van de bedrijfsmiddelen.
Voorbeeld leaseauto: De leasemaatschappij neemt de zorg voor het wagenpark over en rekent daar per auto
een leaseprijs voor bestaande uit winstopslag, afschrijving, onderhoud en verzekering).
Bij de lessee worden de leasetermijnen als bedrijfskosten geboekt.
Grootboekrekening Leasekosten auto’s is een hulprekening van het EV. De op deze rekening geboekte
bedragen worden als kosten in het resultaat opgenomen
De gebruikskosten van de auto zoals brandstofkosten zijn voor rekening van de gebruiken van de auto.
Bij financiële lease is sprake van een aankoop van een bedrijfsmiddel in combinatie met een
financieringsovereenkomst.
De lessor, de leasemaatschappij, is juridisch eigenaar tot de laatste leasetermijn door de lessee is
voldaan. Vergelijkbaar met huurkoop.
Kosten zoals verzekeringen en onderhoud komen zijn voor rekening van de lessee.
De financieringsovereenkomst wordt gebaseerd op de economische levensduur van het bedrijfsmiddel welke
niet opzegbaar is.
De koper, de lessee, loopt een economisch risico; het bedrijfsmiddel kan sneller verouderen dan was
gepland.
o Er is sprake van economisch eigendom voor de lessee.
Eigendom waar juridisch eigendom ontbreekt, maar verder alle elementen van
eigendom aanwezig zijn.
Het bedrijfsmiddel wordt als vaste activa, en de financieringsovereenkomst als vreemd vermogen op de balans
opgenomen.
De leasetermijnen worden op basis van een …% annuïteit (= Gelijkblijvende afbetalingstermijn die bestaat uit
rente en aflossing) in …. jaartermijnen van €……. in rekening gebracht omdat gaandeweg wordt afgelost,
wordt het rentebedrag steeds lager en het aflossingsbedrag steeds hoger.
Voorbeeld twee machines:
Koopsom: € 84.000,- excl. btw.
De leasetermijnen worden op basis van een 8% annuïteit in vijf jaartermijnen van € 21.038,- in
rekening gebracht.
, Na afloop van de leaseperiode gaat het juridische eigendom over voor de overdrachtskosten ten
bedrage van € 100,- excl. btw.
21% btw hanteren.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jessicastraver. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.18. You're not tied to anything after your purchase.