100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Rechtspsychologie. Samenvatting Routes van het Recht week 7 $3.78   Add to cart

Summary

Rechtspsychologie. Samenvatting Routes van het Recht week 7

2 reviews
 38 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

R_R.psy. Rechtspsychologie. Uitgebreide uitwerking literatuur week 7: hoofdstuk 37,38,39 en 40 van het boek Routes van het Recht. Het is niet meer nodig om het boek te kopen als je deze samenvatting hebt!

Last document update: 3 year ago

Preview 3 out of 16  pages

  • No
  • H37,38,39,40
  • December 3, 2020
  • December 16, 2020
  • 16
  • 2020/2021
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: yonathangoldbarsht • 2 year ago

review-writer-avatar

By: ambermoedikdo • 3 year ago

avatar-seller
Literatuur week 7
P.J. Van Koppen, J.W. De Keijser, R. Horselenberg & M. Jelicic (Eds.) (2017) Routes van het
recht: Over de rechtspsychologie. Den Haag: Boom Juridisch.

Hoofdstuk 37. Universele problemen met leugendetectie
Wereldwijd is een toegenomen belangstelling in leugendetectie-hulpmiddelen te zien. Er zijn
een aantal fundamentele problemen met leugendetectie(onderzoek) waarop de discussie
vaak terug te voeren zijn: (1) het belang van een theoretische onderbouwing van
leugendetectietests, (2) waarom het meten van meerdere signalen niet altijd beter hoeft te
zijn, (3) de beperkingen van wetenschappelijk onderzoek naar leugendetectie, en (4) het
probleem van de leugen als speld in de hooiberg.

Theoretische onderbouwing
De gedragingen, kenmerken of signalen waarop leugendetectie is gebaseerd zijn
indicatoren. Onderzoek naar en discussies over leugendetectie spitsen zich nogal eens toe
op die indicatoren en hebben dan een hoog silver bulltet-gehalte, ofwel een snelle oplossing
voor het probleem: wat is de beste indicator van liegen. Indicatoren wijzen echter slechts op
een psychologisch mechanisme dat met liegen geassocieerd kan zijn. Een probleem bij
leugendetectie is dat zowel waarheidssprekers als leugenaars emoties kunnen ervaren. Het
verwarren van de angst van een leugenaar om ontmaskerd te worden met de angst van een
waarheidspreker om niet geloofd te worden, wordt de Othello-fout genoemd. Het centrale
probleem is als volgt: waarheidsprekers laten emoties zien die je van een leugenaar
verwacht, of een leugenaar vertelt een leugen die weinig mentale inspanning vergt.
Pogingen om de foutenmarge te verkleinen richten zich vaak op het zoeken naar meer of
betere indicatoren. Indicatoren hebben dus slechts een bescheiden bijdrage aan het
verhogen van de nauwkeurigheid.

Less is more
Sommige indicatoren laten een relatie met liegen zien, maar die relatie is vaak zwak. Het lijkt
dan voor de hand te liggen om indicatoren te combineren. Dit combineren lijkt op wat
psychologen testverlenging noemen. De afzonderlijke signalen moeten diagnostisch zijn
voor liegen, wat niet altijd het geval is. Een indicator die geen relatie met liegen heeft, zal dat
ook niet vertonen als het tegelijk met andere signalen wordt gemeten. Zulke niet-
diagnostische indicatoren zullen dan ruis introduceren, waardoor de test juist slechter zal
presteren. Leugendetectieprestatie berust daarom vaak grotendeels op 1 indicator.
Daarnaast moet bij het combineren van indicatoren een beslisregel worden geformuleerd.
Idealiter wordt een beslissingsmodel gebaseerd op empirisch onderzoek. Steekproeven in
leugenonderzoek zijn echter zelden gebaseerd op de grootte die nodig is om tot
betrouwbare resultaten te komen. Het levert dan een overschatting van de daadwerkelijke
nauwkeurigheid op.

Beperkingen van leugenonderzoek
Onderzoekers vertrouwen vaak op gecontroleerd laboratoriumonderzoek om de
nauwkeurigheid van leugendetectie-indicatoren te testen. Dit type onderzoek wordt door
praktijkmensen en onderzoekers bekritiseerd, omdat het ver af staat van de praktijk.
Uitkomsten van veldonderzoek vormen vaak een overschatting van de werkelijke
nauwkeurigheid. Dat komt doordat praktijkmensen die gebruikmaken van

,leugendetectieprocedures, doorgaans een groot vertrouwen in de uitslag ervan hebben. Dat
vertrouwen is zo groot dat als een verdachte slaagt voor de test, de verdenking vervalt. Het
onderzoek zal zich dan toespitsen op andere verdachten, waardoor de zaak niet zal worden
opgelost als de leugendetectie foutief was. Is de uitslag van de test juist dat de persoon liegt,
dan denkt de politie de dader te hebben, terwijl ook dit fout kan zijn. Deze selectieve
terugkoppeling verklaart waarom gebruikers een heilig geloof in hun ‘eigen’ methode erop
na houden.

De leugen als speld in de hooiberg
Niet zelden wordt leugendetectie toegepast op grote groepen mensen (e.g. screening van
passagiers). In een klein onderzoek bleek dat met een warmtecamera 75% van de leugenaars
konden worden ontmaskerd. Daarnaast werd 90% van de waarheidsprekers correct
geclassificeerd. Deze auteurs suggereerden dan ook dat de methode toepasbaar zou zijn bij
het screenen van grote groepen mensen. Zodra er echter jaarlijks 4 terroristen op Schiphol
rondlopen tussen 50 miljoen passagiers, wil dit zeggen dat de kans heel erg klein is dat alle 4
de terroristen gevonden worden (waarschijnlijk zijn dit er slechts 3 (75%)), en dat van de 50
miljoen andere passagiers 5 miljoen (10%) ten onrechte als leugenaars worden aangemerkt.
Zelfs methodes met een relatief hoge diagnostische waarde zijn dus niet per definitie
geschikt voor screeningtoepassingen. Grote groepen met weinig leugenaars vragen om
extreem nauwkeurige methodes.

Tot slot
De besproken problemen beperken zich niet tot 1 methode of techniek en ze sluiten elkaar
ook niet uit. De problemen zullen zich slechts beperkt laten oplossen door technologische
ontwikkelingen. Technologie kan wel behulpzaam zijn als signalen dusdanig subtiel zijn dat
het menselijk waarnemingsvermogen tekortschiet. Als het gaat om leugens en
leugendetectie, is het voornaamste probleem dat de relatie tussen liegen en de signalen
zwak zijn. Dat de relaties niet altijd eenduidig te interpreteren zijn en dat zwakke relaties
niet sterker worden door verbeterde technische metingen.

Hoofdstuk 38. Leugendetectie met de polygraaf

Korte geschiedenis
Alle methodes die gedurende de geschiedenis gebruikt zijn voor leugendetectie hebben één
ding gemeen: een reactie op het lichaam wordt als maatgevend beschouwd om vast te
stellen of iemand liegt. Tot op de dag van vandaag berust leugendetectie op het
uitgangspunt dat men door het meten van lichamelijke veranderingen iets zinnigs kan
zeggen over de leugenachtigheid van verdachten. Een polygraaf registreert ademhaling,
bloeddruk en zweetsecretie die via vier pennen op een rol papier werden uitgeschreven.
Inmiddels zijn de pennen en de rol papier vervangen door een computer die de lichamelijke
reacties digitaal vastlegt.

De controlevragen-techniek (CVT)
Van de lichamelijke reacties die met behulp van de polygraaf worden geregistreerd
(ademhaling, bloeddruk en zweetsecretie) is bekend dat ze gevoelig zijn voor stress en
emotie. Volgens sommigen zou ook liegen gepaard gaan met emoties (e.g. angst om
ontmaskerd te worden). De lichamelijke manifestaties van deze emoties zouden met behulp
van de polygraaf zichtbaar te maken zijn, en zo zouden leugens kunnen worden

, gedetecteerd. Het gaat hierbij om het registreren van lichamelijke reacties tijdens een
verhoor of ondervraging. Die ondervraging kan verschillende vormen aannemen. De meest
gebruikte vorm van leugendetectie is de controlevragen-techniek (CVT). Er worden dan 2
typen vragen gesteld: relevante en controlevragen. De relevante vragen hebben direct
betrekking op het misdrijf. De controlevragen zijn algemener van aard (e.g. “heeft u ooit iets
illegaals gedaan?). Deze controlevragen worden zo geïntroduceerd dat de verdachte zich
genoodzaakt voelt die met ‘nee’ te beantwoorden. De verschillende vragen worden
uitgebreid met de verdachte besproken. De gedachte achter de CVT is dat een onschuldige
verdachte de relevante vraag naar waarheid beantwoord, maar liegt bij de controlevraag.
Omdat hij is wijsgemaakt dat dit gelogen antwoord consequenties heeft voor de uiteindelijke
uitslag, zal hij vooral de controlevragen als bedreigend ervaren en daar de sterkste reacties
laten zien. De schuldige verdachte zou zich minder om deze controlevragen bekommeren,
aangezien hij ook bij de relevante vragen liegt en daar het sterkst op zal reageren.

Omstreden
De redenering bevat een discutabele omkering: het mag dan zo zijn dat leugenaars door de
bank genomen sterker reageren op relevante dan op controlevragen, maar dat betekent nog
niet dat iedereen die dat patroon vertoont, ook liegt. Ook voor onschuldigen zijn de
relevante vragen gemakkelijk herkenbaar als delictgerelateerd, waardoor ze emoties kunnen
oproepen. De angst om onterecht te worden veroordeeld kan met de polygraaf niet worden
onderscheiden van de angst van een leugenaar voor ontmaskering. Er is dus een risico dat
een onschuldige verdachte als schuldig wordt aangemerkt (fout-positieve uitkomst).




Mock crimes kunnen gebruikt worden om de nauwkeurigheid van de CVT te toetsen. Hier
spelen proefpersonen mee in een geënsceneerd misdrijf. Laboratoriumstudies zijn populair
omdat ze makkelijk op te zetten zijn en er zekerheid bestaat over de (on)schuld van de
proefpersonen. Ze zijn echter wel slechts een benadering van de werkelijkheid.
Veldstudies bieden een andere benadering om de CVT of andere polygraaf-varianten op hun
kwaliteiten te beoordelen. Het gaat om echte verdachten die een test met de polygraaf
ondergaan, waarvan de uitkomst later wordt vergeleken met bewijsmiddelen die belastend
of ontlastend zijn voor de verdachte. Het is een misvatting dat veldstudies superieur zijn aan
mock crimes. Bij veldstudies is het namelijk moeilijk om met zekerheid vast te stellen of de
uitslag van de test daadwerkelijk (on)juist was. In veel studies wordt dit gedaan aan de hand
van een bekentenis, wat de werkelijke nauwkeurigheid vaak overschat. Tests waaruit blijkt
dat de verdachte liegt, worden gevolgd door een verhoor. Bij een fout-positieve uitslag
bewijs het uitblijven van een bekentenis niet dat de testuitslag niet klopte. De kans is dan
groot dat de politie denkt de dader te hebben, waardoor andere verdachten niet verder
worden onderzocht. De foutieve uitslag zal zo nooit aan het licht komen. Laat de test zien
dat een verdachte de waarheid spreekt, dan volgt er geen verhoor en zal de politie andere
verdachten onderzoeken. Als de verdachte wel de dader was (fout-negatieve uitslag), dan
heeft de politie de dader laten lopen en zal ze de zaak met verder onderzoek oplossen.
Al met al laat de nauwkeurigheid van de polygraaf zich niet eenvoudig vaststellen.
Laboratoriumstudies benaderen slechts de realiteit en in veldstudies ontbreekt de ground
truth. Resultaten van verschillende studies laten zien dat de CVT 74-89% van de schuldige

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller dominiquekl. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.78. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

60281 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.78
  • (2)
  Add to cart