Minor Beleid en Management in de Publieke Sector Beleid
All documents for this subject (1)
Seller
Follow
vandrielmichelle
Reviews received
Content preview
Samenvatting BMPS Beleid
Hoofdstuk 1 Politiek, beleid en sturing; een positiebepaling
1.2 Politiek, beleid en sturing
Politiek, beleid en sturing zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden.
1.2.1 politiek
Politiek heeft betrekking op de vraag hoe een samenleving als gemeenschap in staat is om de problemen
waarmee de samenleving geconfronteerd wordt op een bevredigende manier op te lossen. Hierbij
strijden tal van waarden met elkaar om voorrang (bijvoorbeeld vrijheid, solidariteit, efficiëntie en
gelijkheid). De afweging tussen waarden zorgen voor spanningsvelden en dilemma’s. In de aanpak van
beleidsproblemen gaat het om de afweging van waarden. Easton definieert politiek als “de
gezaghebbende toebedeling van waarden voor de samenleving, voor een gemeenschap als geheel.”
Politiek: wie krijgt wat in de context van schaarste?
Lasswell, 1958; politiek gaat over de vraag “wie krijgt wat en hoe?”. Wanneer er schaarste is, zullen er
prioriteiten gesteld moeten worden. Maar wat ten gunste is van de ene groep, zal ten koste gaan van de
ander. Het gevolg hiervan is vaak spanningen, conflicten en strijd.
“wie krijgt wat en waarom?” impliceert dat er een afbakening moet plaatsvinden. Er vindt een proces van
in- en uitsluiting plaats. De criteria op grond waarvan dit proces plaatsvindt, verwijzen naar de kern van de
politiek.
Tussen beleidsterreinen, maar ook binnen beleidsterreinen, zullen prioriteiten gesteld moeten worden.
Gezaghebbend
Politiek gaat ook over de vraag waarom een dergelijke beslissing moet worden genomen.
Om beslissingen te kunnen nemen is het belangrijk dat politieke keuzeprocessen voldoen aan een aantal
spelregels. Deze moeten ervoor zorgen dat besluitvormingsprocessen door iedereen algemeen aanvaard
worden, door iedereen als gezaghebbend worden ervaren, hetgeen vervolgens afstraalt op de inhoud van
de genomen beslissing. Deze spelregels liggen vast in de Grondwet, internationale verdragen, wetten en
regels etc.
1.2.2 Allocatiemechanismen
Allocatie: toewijzing/verdeling van middelen
Politiek gaat om het toebedelen van waarden voor de samenleving als geheel. Naast de overheid zijn er
ook andere partijen die hier zorg voor dragen; het kan gebeuren door de staat, de markt en de
gemeenschap, of mengvormen hiervan.
Staat
De allocatie van waarden vindt plaats door een beroep te doen op de autoriteit van de overheid. De
overheid heeft de monopolie om wetten uit te vaardigen en op grond daarvan macht en autoriteit uit te
oefenen. In wet- en regelgeving is vastgelegd welke organen van de staat weke bevoegdheid hebben
gekregen om te bepalen wie wat krijgt, met welk beoogd resultaat en met welk gezag.
Samenvatting BMPS Beleid 1
,Motieven die het ingrijpen van de overheid rechtvaardigen:
- Geweldsmonopolie in ruil voor veiligheid en bescherming.
- Marktimperfecties
o Kartel- en monopolyvorming
o Productie van collectieve goederen en diensten
o Productie van bemoeigoederen
o Tegengaan of voorkomen van negatieve effecten van marktwerking/realiseren van
gewenste externe effecten
Markt
Hier bepalen vraag en aanbod welke soorten goederen worden aangeboden. De markt wordt op tal van
beleidsterreinen ingezet als oplossing voor bepaalde problemen. Het is wel belangrijk rekening te houden
met de marktimperfecties.
Gemeenschap
Vroeger waren de zuilen hier een goed voorbeeld van.
De gemeenschap kan waarde creëren voor een specifieke groep, zonder dat de overheid zich daarmee
bemoeit, gebaseerd op het in een groep aanwezige sociale kapitaal. Vertrouwen is hierin een belangrijk
coördinatiemechanisme.
Soms wordt er door bezuinigingen een beroep gedaan op het zelf organiserend vermogen van de
samenleving, dan wel van bepaalde groepen of gemeenschappen in de samenleving.
Mengvormen
In de praktijk komen er allemaal mengvormen voor, waarbij getracht wordt de sterke kanten van de staat,
de markt en de gemeenschap te benutten.
1.2.3 beleid
Beleid: de stolling van deze afweging van waarden die we als samenleving belangrijk achten. Vandaar dat
beleid een politieke grondslag heeft. Beleid geeft aan:
- welke keuzes gemaakt zijn en waarom;
- hoe deze (afweging van) waarden worden gerealiseerd en voor welke groepen van burgers in de
samenleving bepaalde afwegingen gelden;
- welke soort maatregelen moeten worden genomen om die waardentoebedeling te realiseren en
welke instrumenten dan wanneer moeten ingezet.
Klassieke definitie beleid: het realiseren van bepaalde doelstellingen met behulp van bepaalde middelen
in een bepaalde tijdsvolgorde.
Definitie Bovens e.a. (1996): de voornemens, keuzes en acties van een of meer bestuurlijke instanties,
gericht op de sturing van bepaalde maatschappelijke ontwikkelingen. Hiermee geeft beleid inhoud aan de
manier waarop een overheid ontwikkelingen in de samenleving die zij gewenst of ongewenst vindt, tracht
te beïnvloeden.
1.2.4 sturing
Sturing: (doel)gerichte beïnvloeding van de samenleving in een bepaalde context.
Aan een bepaald beleidsprogramma en de inzet van bepaalde beleidsinstrumenten liggen ook
opvattingen ten grondslag over de manier waarop een overheid mag en kan sturen. Deze opvattingen
zeggen ook iets over de rol en de positie van de overheid in de samenleving. De opvattingen verwijzen
vaak naar bepaalde waarden die we als samenleving belangrijk vinden.
Samenvatting BMPS Beleid 2
,1.2.5 beleidsprocessen
Beleid genereert een aantal processen die deel uitmaken van de beleidscyclus. Deze bestaat uit een reeks
van fasen of processen.
Cyclus:
- Agendavorming: een vertaling van
maatschappelijke uitdagingen in een
politiek probleem;
- Beleidsontwikkeling: het opstellen en
uitwerken van allerlei plannen die
gericht zijn op het oplossen van die
problemen
- Beleidsbepaling/besluitvorming: de
besluitvorming over de plannen
ontwikkeld in de vorige fasen;
- Beleidsuitvoering: uitvoeren van de
plannen;
- Beleidsevaluatie: de evaluatie van de
plannen.
Beleidsprocessen vormen het primaire proces binnen publieke organisaties. Deze processen kunnen
alleen goed verlopen wanneer zij goed ondersteund worden. Secundaire bedrijfsproces: alle
ondersteunende voorzieningen (stafafdelingen). Ze behoren tot het terrein van de bedrijfsvoering.
Hoofdstuk 2 Beleid en maatschappij: beelden van een
veranderende samenleving
2.1 inleiding
De samenleving verandert wat gevolgen heeft voor de rol en positie van de overheid. De overheden
worden geconfronteerd met nieuwe of veranderende probleming, net als veranderende vormgeving en
het verloop van beleidsprocessen.
2.2 de versplinterde samenleving
Het ontwikkelingsproces van onze westerse samenleving kan worden geduid als een proces van
modernisering. Kenmerkend voor de modernisering van de samenleving is een steeds verder om zich
heen grijpend proces van functionele differentiatie dat gebaseerd is op maatschappelijke specialisten en
arbeidsdeling. Dit proces van arbeidsverdeling heeft ertoe geleid dat de samenleving zich heeft
opgesliptst, in een groot aantal ongelijksoortige, sterk gespecialiseerde organisaties. Ook heeft het geleid
tot professionalisering. De uitvoering van de taken vereist steeds meer hoogwaardige kennis en
vaardigheden.
De differentiatie en specialisatie van de overheid hangt ook samen met de overgang van de
nachtwakerstaat naar de verzorgingsstaat. → versplintering.
Er is zowel sprake van een versplinterde samenleving als van een versplinterde staat. Deze versplintering
kent 2 dimensies, een structurele en een politiek-culturele.
Samenvatting BMPS Beleid 3
, 2.2.1 structurele versplintering
Er is sprake van een structurele versplintering: de gefragmeerde structuur van onze samenleving.
Daardoor wordt onze samenleving steeds complexer en komen er steeds meer organisaties (zowel
zelfstandige als organisaties die afhankelijk zijn van elkaar).
De fragmentatie en vervlechting van taken en werkprocessen zorgen voor een “georganiseerde
complexiteit”. Gevolgen volgens Mayntz zijn Duits, zie blz 39.
Rationaliteitstekort
Volgens Luhmann is er sprake van een structureel rationaliteitstekort van de samenleving als geheel. De
cognitieve vermogens van mensen en organisaties om deze complexiteit te kunnen bevatten,
doorgronden en acties te kunnen ondernemen om een doel te realiseren schieten per definitie
fundamenteel te kort. Van Gunsteren en Van Ruyven noemen dit DOS: de ongekende samenleving.
Paradox: de hoeveelheid informatie waarmee politici, bestuurders, beleidsmakers en burgers worden
geconfronteerd is exponentieel gestegen, ondanks de onkenbaarheid van de manier waarop de
samenleving functioneert.
De opkomst van internet/sociale media/big data draagt hieraan bij. → information overload. Nog steeds
is het de vraag of ons inzicht in complexe maatschappelijke processen toegenomen is.
De relatief autonome organisaties zijn vaak de belichaming van bepaalde deelrationaliteiten en
deelperspectieven op de werkelijkheid zorgen voor een versterking van het rationaliteitstekort. →
blikvernauwing: referentiekaders waarmee ze naar de wereld kijken zijn relatief gesloten en ze zijn
voortdurend opzoek naar herbevestiging van hun werkelijkheid.
Zo hebben verschillende actoren een verschillende definitie van en kijk op bijvoorbeeld leefbaarheid,
waar verschillende oplossingen bij passen. De blikvernauwing kan ervoor zorgen dat geen recht gedaan
wordt aan alle gezichten van de problematiek. Vandaar de roep om integraal beleid.
2.2.2 politiek-culturele versplintering
Politiek-culturele versplintering: hier gaat het om botsende referentiekaders die samenhangen met de
diversiteit van organisatieculturen (1), uiteenlopende waarden (2) – zoals hierboven besproken -, de
betekenis die waarden en normen in onze samenleving vervullen (3) en de wijze waarop deze waarden en
normen worden gemobiliseerd, omgezet in politieke strijdpunten en worden gebruikt als
besluitvormingscriteria (4).
Politieke partijen
Vroeger speelde politieke partijen een centrale rol in de manier waarop een samenleving (of groep)
bepaalde waarden en afwegingen hiertussen wilde benadrukken. Ze waren in staat om hun standpunten
en prioriteiten vanuit een min of meer samenhangende visie te bundelen en daardoor een programma
voor de gewenste ontwikkeling van de samenleving (hun zuil) als geheel aanbieden. Echter, dit is niet
meer de praktijk van nu. De volgende ontwikkelingen liggen hieraan ten grondslag:
- Ontzuiling en ontideolotisering: de ontzuiling ontnam de ideologische basis op grond waarvan ze
maatschappelijke vraagstukken moesten beoordelen en op grond waarvan eisen konden worden
gesteld aan de rol van de politiek en de overheid. De teloorgang van grote ideologieën versterkte
dit. Hierdoor verloren de grote verhalen over de gewenste ontwikkelingen van onze samenleving
hun uniforme geldigheid.
Samenvatting BMPS Beleid 4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller vandrielmichelle. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.