100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Sport en Economie in de wereld $5.96   Add to cart

Summary

Samenvatting Sport en Economie in de wereld

 33 views  3 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is een samenvatting van het vak Sport en Economie in de wereld

Preview 3 out of 19  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1 t/m 5
  • December 4, 2020
  • 19
  • 2019/2020
  • Summary
avatar-seller
Sport en economie in de wereld.
Samenvatting boek.

Hoofdstuk 1.
Wat is sport?

Het dubbelkarakter van sport betekent dat sport op 2 manieren gedefinieerd kan worden:
1. Essentialistisch.
Sport is voor de liefhebbers en een gebied op zich. Het heeft een eigen wereld
en kenmerken. Onafhankelijk functioneren in de samenleving.
2. Instrumenteel.
Middel om doelen te behalen. Sport is verbonden met de samenleving
(integratie, gezondheidsacties en jongeren opvoeden).

De werkdefinitie van sport = Sport is een vaardigheidsspel gericht op het bereiken van een
bepaald doel, waarbij fysieke kwaliteiten van mensen worden getest in wedstrijdvorm en
waarbij gespeeld wordt volgens regels, binnen institutionele kaders. 6 uitgewerkte
kenmerken van de definitie:
- Sport is een vaardigheidsspel.
o Bewegingsvaardigheden (het vermogen om iets bekwaam uit te voeren)
o Technische
o Tactische (spelinzicht)
o Mentale (doorzettingsvermogen)
o Morele (sportiviteit, fair play)
Deze vaardigheden maak je eigen door te trainen en wedstrijdervaring!
- Sporter probeert een bepaald doel te bereiken.
o Zonder doel kan je niet trainen
Wat wil je bereiken? De beste zijn?! Meedoen?! Gezond zijn?!
Deze doelgerichtheid van sport wordt het intrinsieke doel genoemd. Het
heeft met de sport zelf te maken en niet met het motief waarom mensen een
sport beoefenen. Extrinsieke doelen zijn bijv. gezondheid, geld verdienen of
het opdoen van sociale contacten.
- Sport heeft een fysiek karakter.
Bij een lichamelijke activiteit in de sportwereld wordt bedoeld dat het
lichamelijke aspect dominant is. Dit vermogen moet wel dominant zijn om tot
een prestatie te komen. Elke sporter beweegt om zijn doel te bereiken, dit kan
bijv. d.m.v. verplaatsing. Hierbij kan je jezelf verplaatsen (verplaatsend
bewegen, bijv hardlopen, zwemmen) maar ook een voorwerp (niet-
verplaatsend bewegen, bijv een bal, speer). Lichaam en geest zijn met elkaar
verbonden (cognitie).
- Bij sport is sprake van testen in wedstrijdvorm.
Prestatie van sporters met elkaar vergelijken, zodat er winnaars en verliezers
zijn.
In de Engelse taal heeft spel 2 betekenissen, ‘Game’ en ‘Play’.
Game: een echte competitie waarbij lichamelijke vermogens van de
sporters zorgen voor een winnaar
Play: speelse houding tot sport. Plezier boven alles.
1

, - Sport heeft regels.
Zonder regels geen competitie. Deze regels creëren beperkingen, maar bieden
ook mogelijkheden. De constituerende regels van sport zijn:
o Regels over wie de wedstrijd wint.
o Regels over de bewegingstechnieken die gehanteerd mogen/moeten worden.
o Regels over middelen die gebruikt mogen/moeten worden.
o Regels over de ruimte en de tijd waarbinnen de sport beoefend mag/moet
worden.
- Bij sport is altijd sprake van institutionalisering.
Er is een bepaalde verspreiding van sport en bepaalde organisatievormen,
zoals verenigingen, clubs en bonden. Bij veel sporten is er sprake van
organisatie vanaf het plaatselijke tot het internationale niveau. Een
organisatie is ‘een vaak (min of meer hiërarchisch) gestructureerd
samenlevingsverband dat bewust tot stand is gebracht om een bepaald doel
te bereiken’. Er zijn in elke sportorganisatie 3 structuren te onderscheiden:
1. Machts- en gezagsstructuur.
2. Taakstructuur.
3. Middelenstructuur.

Je hebt in sport physical games, dit zijn fysieke spelvormen met een wedstrijdkarakter. In
een brede definitie van sport zou de harde kern van sport (physical games) aangevuld
kunnen worden met 2 andersoortige activiteiten:
1. Non-physical games = spelvormen met als kenmerken vaardigheden, een doel,
competitie, regels en institutionalisering, maar zonder fysieke activiteiten in de zin
van verplaatsend bewegen. Dit zijn met name denksporten.
2. Physical activities = bewegingsactiviteiten zonder competitie-element. Bijv. fitness,
bodybuilding, wandelen en fietsen.

Sport kan op verschillende manieren worden ingedeeld:
a. Resultaatgeoriënteerde en vormgeoriënteerde sporten.
Resultaatgeoriënteerde sporten (refereed sports) = voetbal, tennis.
Vormgeoriënteerde sporten (judged sports) = kunstschaatsen, dressuur.
Hybride sporten zijn een mix van refereed en judged sports, bijv.
schoonspringen.
b. Actieve en passieve sportbeoefening.
Actieve sportbeoefening = zelf een sport beoefenen.
Passieve sportbeoefening = ‘het volgen’ van een sport, bijv. op de tribune.
Mediasport is ‘de door sportmarketing- en omroeporganisaties op
commerciële basis voor televisie geconstrueerde topsport, zoals die aan het
kijkerspubliek wordt aangeboden.
c. Topsport en breedtesport.
Topsport = sportbeoefening op een heel hoog niveau.
Breedtesport =sportbeoefening op een laag niveau (vrijetijdsbesteding).
d. Amateursport en beroepssport.
Amateursport = sport wordt beoefend omdat het leuk is en diegene zijn
gezondheid op peil wil houden.
Beroepssport = sportbeoefening als werk en inkomensverwerving.

2

, Met professionalisering in de sport wordt bedoeld: ‘het scheppen van omstandigheden die
de atleet in staat stellen om de sportbeoefening voor een bepaalde, langdurige periode tot
de belangrijkste taak en doel in zijn/haar leven te maken’.

2 soorten motieven om te sporten:
1. Intrinsieke.
Motieven die verband houden met de sport zelf. Een tennisser die bijv. echt
geniet van het tennis zelf, daarom beoefent hij tennis.
2. Extrinsieke.
Individuele motieven.
o Schoonheid = door te sporten zie je er mooier uit.
o Gezondheid = door een sport te beoefenen neemt je gewicht af,
verhoog je je weerstand en voorkom je blessures.
o Welzijn = door actief bezig te zijn voel je je lekkerder in je vel.
o Sociale contacten = je komt in contact met andere mensen.
o Status = door deel te nemen aan een sport kan een sporter door zijn
omgeving gewaardeerd worden.
o Geld = profsporters verdienen geld met hun sport.
Sociale motieven (beweegredenen van maatschappelijke organisaties om
sport door burgers te gebruiken voor bepaalde doelen).
o Gezondheid = bewegen maakt je fitter en gezonder.
o Pedagogisch = sport draagt bij aan de ontwikkeling van bepaalde
karaktereigenschappen van kinderen.
o Socialisatie = sport helpt mee aan het overdragen van waarden,
normen en gedragingen van leden van de samenleving.
o Integratie = sport draagt bij aan de integratie van minderheden in de
Nederlandse samenleving.
o Politiek = sport kan ingezet worden om Nederland te promoten.
o Economisch = werknemers die een sport beoefenen, zijn productiever,
minder vaak ziek en arbeidsongeschikt.

Hoofdstuk 2.
Geschiedenis van de moderne sport.

2 landen kunnen worden gezien als de bakermat van de moderne sport.
1. Engeland.
In het begin van de 19e eeuw werd er al gesport op kostscholen en in
kazernes. De elite van de samenleving werd grootgebracht in de kostscholen.
In de kazernes werd sport door de hogere militairen doorgegeven aan de
lagere standen en klassen. Sport werd vooral gedaan om onderscheid te
maken tussen de sociale klassen.
2. Duitsland.
Begin 19e eeuw startte Duitsland een groot initiatief om jongeren aan het
turnen te krijgen. Door turnen hadden ze veel lichaamsbeweging en werden
ze weerbaar, dit leidde ertoe dat ze goede soldaten konden worden. De grote
voorganger van de Duitse turnbeweging was Friedrich Ludwig Jahn (1778-
1852), hij werd ook wel ‘Turnvater Jahn’ genoemd.

3

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller irisbalk. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.96. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

77254 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.96  3x  sold
  • (0)
  Add to cart