100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached 4.2 TrustPilot
logo-home
Summary

Samenvatting Investeringen

Rating
4.3
(3)
Sold
7
Pages
33
Uploaded on
04-12-2020
Written in
2020/2021

Dit document is een samenvatting van investeringen uit jaar 1 van de opleiding Sportmarketing.

Institution
Course











Whoops! We can’t load your doc right now. Try again or contact support.

Connected book

Written for

Institution
Study
Course

Document information

Summarized whole book?
No
Which chapters are summarized?
Gedeelte investeringen
Uploaded on
December 4, 2020
Number of pages
33
Written in
2020/2021
Type
Summary

Subjects

Content preview

INVESTERINGEN

Investeringsbeslissingen week 1.1
Definitie  investeren is het aanschaffen van kapitaalgoederen (productiemiddelen) door
bedrijven of de overheid

Doel investeren  beschikbaar vermogen aanwenden zodat aandeelhouderswaarde wordt
gemaximaliseerd

Een beslissing op dit moment heeft gevolgen voor de inkomende en uitgaande geldstromen
in de toekomst (Cash-flows)

Partiele financiering – totale financiering
Partiele financiering  directe koppeling tussen investering en financiering.
Pand – hypotheek
Voorraden – crediteur

Totale financiering  geen directe koppeling tussen investering en financiering.
Totale vermogensbehoefte wordt vervuld waarbij criteria ‘looptijd’ en ‘vermogenskosten’
belangrijk zijn. Meestal bedoelt voor het kunnen continueren van de organisatie.

Primaire en secundaire geldstromen
Primaire geldstroom  houdt rechtstreeks verband met primair proces.
Secundaire geldstroom  geldstroom van en naar vermogensmarkt.

Sunk costs  uitgaven die in het verleden zijn verricht, en die door de te nemen
investeringsbeslissingen niet veranderen. Kosten die al zijn gemaakt en die niet meer terug
te verdienen zijn.
Opportunity costs  gemiste opbrengst wordt als een gelduitgave ten laste van het
betreffende investeringsproject gebracht.

Relatie met balans en resultatenrekening
Debetzijde van de balans:
Vaste activa en werkkapitaal (debiteuren, voorraden en liquiditeit)

Brutowinst = EBITDA (Earnings Before Intrest, Task, Deprecation and Amorization) =
Omzet – alle kosten behalve afschrijving en interest

EBIT =
EBITDA – afschrijvingen  dit is in feite de Cash-Flow

Winst (resultaat) =
EBIT – interest – belasting

,Redenen om te investeren
Het maatschappelijk rendement van de investeringen in sport en bewegen in Nederland
wordt geschat op 2,51. De totale kosten bedragen 4,4 miljard euro terwijl de opbrengsten
zijn berekend op 11,1 miljard euro. Deze zogenaamde Social Return on Investment (SROI)
blijkt uit onderzoek in opdracht van Kenniscentrum Sport.
1. Als je bovenstukje leest wat kunnen dan reden zijn geweest om te investeren?
Om meer mensen aan het sporten te krijgen. De gezondheid gaat vooruit bij de mensen, je
bespaart op de kosten van de gezondheidzorg.

Een SROI boven de 1,0 is goed want dat betekend dat je meer geld krijgt dan dat je in de
investering hebt gedaan.

Soorten investeringen
1. Verplichte investeringen  bv in verband met milieuvoorschriften. Kosten worden
tot minimum beperkt
2. Vervanging, onderhoud, revisie
3. Uitbreidingsinvesteringen  moeten voorspellingen worden gedaan over
toekomstige vraag naar het product en mogelijke reacties van de concurrent
4. Nieuwe producten  ontwikkelen, in productie nemen en op de markt brengen van
nieuwe producten

Besteding sponsorgeld = investering
Sponsoring kan waarde creëren voor de sponsor:
- Versterking merkwaarde
- Interne marketing
- Relatiemarketing
- Effect op aandelenkoers van het bedrijf

Hoe groot is de (extra) inkomende geldstroom?
Als je dit weet kun je ook de Social Return on Investment bepalen.

Beoordelen investeringen
Welke informatie heb ik nodig:
1. Investeringsbedragen plus momenten van uitgaven
2. Verwachte jaarlijkse kasstromen (cash-flow) – moeilijk te bepalen
3. Economische levensduur
4. Eventuele restwaarde

Het management bepaalt welke methoden worden gebruikt om investeringsalternatieven te
beoordelen.
Uitgangspunt in deze module is dat cash-flow = nettowinst plus afschrijvingen

,Methoden om investeringsvoorstellen te beoordelen
Boekhoudkundig – tijdvoorkeur speelt geen rol
Boekhoudkundige terugverdienperiode
Gemiddelde boekhoudkundige rentabiliteit

Economisch – wordt rekening gehouden met tijdvoorkeur (Bepalen vermogenskostenvoet is
belangrijk)
Netto contante waarde
Interne rentabiliteit

Terugverdientijd
Definitie  de periode tussen het moment van de investering en het moment waarop het
geïnvesteerde bedrag terugverdiend is

Voordelen
- Gemakkelijk te begrijpen
- Eenvoudig te berekenen

Nadelen
- Geen indicatie van winstgevendheid
- Houdt geen rekening met de ‘tijdvoorkeur’

Tijdvoorkeur = een euro die je nu investeert heeft over 4 jaar niet meer dezelfde waarde. Dit
heeft te maken met inflatie en deflatie.

VOORBEELD TERUGVERDIENTIJD
Initiële investering t.w.v.: €200.000
Economische levensduur: 5 jaar
Restwaarde: €20.000 (inbegrepen in laatste cashflow)
- Jaar 1: € 125.000
- Jaar 2: € 100.000
- Jaar 3: € 60.000
- Jaar 4: € 50.000
- Jaar 5: € 40.000
- Totaal: € 375.000

Gevraagd  bereken de terugverdientijd als de Cash-Flows aan het eind van het jaar
beschikbaar komen.

UITWERKING
Investering €200.000
Cash-flow jaar 1 €125.000
Nog terug te verdienen €75.000
Cash-flow jaar 2 €100.000
Hiervan moet je dus 75/100 x 12 maand terugverdienen  9 maand, dus 1 jaar en 9 maand
Maar de Cash-flows vervallen pas een het eind van jaar dus: afronden op 2 jaar!! Vervallen
de Cash-flows gedurende het jaar dan moet je NIET afronden. Dus dan 1 jaar en 9 maand.

, Gemiddeld Boekhoudkundig Rendement
De gemiddelde jaarlijkse winst, uitgedrukt in een percentage van het gemiddelde in het
project geïnvesteerde vermogen
Gemiddeld rendement = ((TCF-I)/n)/(0,5x(I+RW) x100%

(Totale cash flows – investeringen)/n = GBR
½ x (investeringen + restwaarde)

TCF = totale cash flows
I = investeringen
N = economische levensduur
RW = restwaarde

Stel je uitkomst is 31,8% dan maak je gemiddeld 31,8% winst over je geïnvesteerd vermogen,
dus over de investering die je hebt gedaan.

Voordeel  geeft wel een indicatie van winstgevendheid
Nadeel  houdt (ook) geen rekening met de ‘tijdvoorkeur’

VOORBEELD GBR
Initiële investering t.w.v.: €200.000
Economische levensduur: 5 jaar
Restwaarde: €20.000 (inbegrepen in laatste cashflow)
- Jaar 1: € 125.000
- Jaar 2: € 100.000
- Jaar 3: € 60.000
- Jaar 4: € 50.000
- Jaar 5: € 40.000
- Totaal: € 375.000

Gevraagd  bereken het Gemiddeld Boekhoudkundig Rendement

UITWERKING
(Totale cash flows – investeringen)/n = GBR
½ x (investeringen + restwaarde)

Totale CF €375.000
Totale investering €200.000
Periode 5 jaar
Restwaarde €20.000

GBR = ((375.000 – 200.000)/5 x 100%
0,5 x (200.000 + 20.000)

GBR = 31,8%
$5.42
Get access to the full document:
Purchased by 7 students

100% satisfaction guarantee
Immediately available after payment
Both online and in PDF
No strings attached

Reviews from verified buyers

Showing all 3 reviews
2 year ago

2 year ago

3 year ago

4.3

3 reviews

5
1
4
2
3
0
2
0
1
0
Trustworthy reviews on Stuvia

All reviews are made by real Stuvia users after verified purchases.

Get to know the seller

Seller avatar
Reputation scores are based on the amount of documents a seller has sold for a fee and the reviews they have received for those documents. There are three levels: Bronze, Silver and Gold. The better the reputation, the more your can rely on the quality of the sellers work.
samkoopmans Saxion Hogeschool
Follow You need to be logged in order to follow users or courses
Sold
18
Member since
6 year
Number of followers
10
Documents
16
Last sold
2 year ago

4.3

3 reviews

5
1
4
2
3
0
2
0
1
0

Why students choose Stuvia

Created by fellow students, verified by reviews

Quality you can trust: written by students who passed their tests and reviewed by others who've used these notes.

Didn't get what you expected? Choose another document

No worries! You can instantly pick a different document that better fits what you're looking for.

Pay as you like, start learning right away

No subscription, no commitments. Pay the way you're used to via credit card and download your PDF document instantly.

Student with book image

“Bought, downloaded, and aced it. It really can be that simple.”

Alisha Student

Frequently asked questions