Geschiedenis hoofdstuk 2
Paragraaf 1
Een nieuw tijdperk
De eerste 10 jaar na de Eerste Wereldoorlog waren voor de Amerikanen een tijd van ongekende
voorspoed. Voor de oorlog waren de VS al het rijkste land ter wereld geworden en die voorsprong op
het door de oorlog verzwakte Europa was daar Enorm gegroeid. In 1930 zat de Amerikaanse
economie in een diepe crisis.
Voorspoed in de jaren 1920
Industrieën als de auto-industrie en de elektrotechnische industrie maakten een stormachtige groei
door. Vooral de opkomst van de elektriciteit had grote gevolgen. Bedrijven die met elektromotoren
werkten, waren niet meer afhankelijk van de lastig te vervoeren steenkool. Daardoor konden
bedrijven meer produceren. Door de lopende band nam de productie toe. En de lonen gingen
omhoog, doordat ze sneller en goedkoper konden produceren. Daardoor steeg de vraag naar nieuwe
producten. In 1929 had 60% van de Amerikaanse gezinnen een auto, in Europa niet. Kopen op
krediet werd normaal. De vrije tijd nam toe, ze gingen meer naar voorzieningen.
De Roaring twenties
Veel Amerikanen vonden 1920 een mooi, opwindend jaar. In die roaring twenties veranderde de
mentaliteit. In de nieuwe consumptiemaatschappij moest het geld rollen, er moesten genoten
worden en plezier gemaakt worden. Jonge Amerikanen vonden hun uiterlijk steeds belangrijker. Er
ontstonden moderages. Andere Amerikanen maakten zich zorgen over het verlies van de normen en
waarden. In 1920 werd alle productie en consumptie van alle alcoholhoudende dranken verboden.
Toen gingen ze thuis zelf alcohol maken. De georganiseerde misdaad profiteerde. Gangsters werden
steenrijk.
De beurskrach
De welvaart bleef niet stijgen. Op donderdag 24 oktober 1929 ontwaakten de Amerikanen hard uit
hun droom die dag ging de aandelenkoers op de effectenbeurs van New York snel omlaag. In de jaren
voor deze beurskrach waren de koersen sterk opgelopen. In de zomer van 1929 kwam de economie
in de problemen. Bedrijven en boeren konden hun producten niet meer kwijt. Er vielen ontslagen.
Veel mensen verkochten hun aandelen. Ook na de zwarte donderdag bleven de koersen dalen. De
hele economie stortte in. Veel mensen konden hun leningen niet betalen, duizenden banken gingen
failliet en honderdduizenden bedrijven en miljoenen mensen werden werkloos en miljoenen boeren
gingen failliet.
Crisis in de jaren 1930
De economische crisis werd een depressie waar geen einde aan leek te komen. 1932 was het
nationaal inkomen de helft van 3 jaar ervoor.de waarde van de aandelen was gezakt tot 1/8. Een
kwart van de beroepsbevolking was werkloos. Vanwege de crisis eisten de Amerikanen hun leningen
in het buitenland op, verhoogden ze de belasting op invoer van goederen en kochten ze minder in
het buitenland. Hierdoor kwam in Europa crisis. En in de kolonies. De Amerikaanse crisis was een
wereldcrisis geworden.
Sloppenwijken
Voor veel Amerikanen was de situatie wanhopig. Voor mensen waren er geen
werkloosheidsuitkering. Ze hadden honger en geen huis. De economie herstelde zich niet.
Rond de steden ontstonden sloppenwijken de zgn Hoovervilles, genoemd naar president Hoover.
, Omdat Hoover niet wilde ingrijpen, de overhied moest wachten totdat de economie zich zelf
herstelde, verloor hij in 1932 de verkiezingen van Roosevelt.
De New Deal
Roosevelt koos voor een nieuwe aanpak, die hij de New Deal noemde. Hij liet de overheid ingrijpen
met subsidies, sociale wetten en grote werkverschaffingsprojecten. De overheid ging de
werkloosheid bestrijden met grote openbare werken. Er kwam streng toezicht op de banken.
Langzaam ging het beter, maar de hoge belastingen zorgden ervoor dat in 1938 er weer een crisis
was, er waren toen nog miljoenen werklozen. Dankzij het verlagen van de belastingen (keynesiaanse
politiek) en grote overheidsuitgaven kwam de VS uit de recessie. Hij werd 4 keer tot president
gekozen en overleed in april 1945.
Paragraaf 2
Gefrustreerd
Italië had in WOI aan de kant van de geallieerden gevochten. De vrede leverde te weinig
gebiedsuitbreiding op. Veel nationalistische oorlogsveteranen waren gefrustreerd doordat ze na de
oorlog hun draai niet konden vinden in de maatschappij. Italië verkeerde in chaos. Er was veel
werkloosheid en er waren veel stakingen. Velen dachten dat er een communistische revolutie zou
komen. De nationalistische oorlogsveteranen wilden dat voorkomen. Ze vormden knokploegen die
tegen de communistische arbeiders gingen vechten. De nationalistische vechtersbazen droegen
zwarte hemden en noemden zich fascisten, een naam die in 1919 werd bedacht door hun leider
Benito Mussolini.
Mussolini en het fascisme
Tot de eerste wereldoorlog was Mussolini een socialist, maar tijdens de oorlog werd hij een
nationalist. Hij raakte in 1917 gewond. In 1919 richtte hij de fascistische beweging op. De fascisten
waren zeer nationalistisch, verheerlijkten het gebruik van geweld en keerden zich tegen de
democratie en alles wat daarbij hoorde. Het fascisme kreeg veel aanhang onder oorlogsveteranen en
burgers die hoopten dat Mussolini een einde zou maken aan de economische en politieke chaos.
De mars op Rome
In oktober 1922 organiseerde Mussolini een mars op Rome. Mussolini driegde met geweld de macht
de macht te grijpen als de regering niet aftrad. De koning benoemde Mussolini tot premier. Mussolini
trok alle macht naar zich toe.
De totalitaire staat
Mussolini stelde het belang van de Italiaanse staat voorop. Iedereen moest enthousiast meewerken
aan de opbouw van de fascistische staat. Die boodschap kregen mensen voortdurend te horen. Het
denken van de mensen moest volledig doordrenkt raken van de fascistische ideologie.
Rusland na de burgeroorlog
De Sovjet-Unie werd ook een totalitaire staat, waar de communistische partij alles besliste. Om de
economie te herstellen introduceerde Lenin in 1921 de Nieuwe Economische Politiek (NEP).
De man van staal
Na de dood van Lenin in 1924 kwam Stalin van de communistische partij naar voren. De eerste jaren
werkte hij concurrenten uit de partijtop. Toen dat in 1928 gelukt was, besloot Stalin van de Sovjet-
Unie een industriële supermarkt te maken.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Mathijsss. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.76. You're not tied to anything after your purchase.