Week 1: Introducti e van het IPR & structuur van de verwijzingsregel, kwalifi cati e en
openbare orde
Hoofdstuk 1 Strikwerda – Inleiding:
1.1 Begrip en functie van het internationaal privaatrecht:
Het IPR dankt zijn bestaan aan twee omstandigheden: 1) het (privaat)recht verschilt van land tot
land. Niet wenselijk en ook niet mogelijk om tot een wereldwijd uniform rechtsstelsel te komen. 2)
rechtshandelingen en rechtsfeiten storen zich niet aan landsgrenzen. Betrokken personen door
nationaliteit of woonplaats aan verschillende landen verbonden of de handeling of feiten vinden op
grondgebieden van meer dan één land plaats.
IPR heeft ten doel de problemen die voortvloeien uit de samenloop van nationale rechtsstelsels bij
internationaal privaatrechtelijke rechtsverhoudingen te normeren.
Drie hoofdonderdelen IPR:
- Bevoegdheid van de nationale rechter in het internationaal verband Het internationale
bevoegdheidsrecht. Regels met betrekking tot de vraag welke zaken met een internationaal karakter
de nationale rechter mag berechten en welke niet. Bakent de bevoegdheid van de nationale rechter
af.
- Het op internationale rechtsverhoudingen toe te passen recht het conflictenrecht. Geeft aan
door welke rechtsregels rechtsverhoudingen met een internationaal karakter worden beheerst.
- De rechtskracht van buitenlandse vonnissen in onze rechtsorde het recht inzake de erkenning
en tenuitvoerlegging van buitenlandse rechterlijke beslissingen. Regels met betrekking tot de vraag
onder welke voorwaarden en in welke omvang rechtskracht kan worden toegekend aan buitenlandse
rechterlijke beslissingen en onder welke voorwaarden en op welke wijze die buitenlandse
beslissingen kunnen worden ten uitvoer gelegd.
Formele IPR = bevoegdheidsrecht + recht inzake de erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse
rechterlijke beslissingen.
Materiële IPR = conflictenrecht.
IPR is geen internationaal recht maar nationaal recht elk land heeft zijn eigen regels van IPR en is
in beginsel vrij het IPR naar eigen goeddunken in te richten. Volkenrecht geeft niet aan onder welke
voorwaarden nationale rechters kennis mogen nemen van internationale privaatrechtelijke
geschillen. Volkenrecht heeft wel betekenis voor het IPR: van belang wanneer staten zich bij
internationale verdragen verbinden tot bepaalde voorzieningen. En ook betekenis bij de toepassing
van het leerstuk van de openbare orde en bij het leerstuk van de voorrangsregels.
Toepassingsgebied van het IPR omvat in beginsel slechts rechtsverhoudingen met een internationaal
karakter. Onderscheidend criterium:
- Geografische benadering: feitelijk-geografische aspecten aan de rechtsverhouding, zoals de
woonplaats of nationaliteit van de betrokken personen, plaats van handeling, plaats van ligging van
goederen etc.
1
,- Juridische benadering: niet zozeer feitelijke aspecten aan de rechtsverhouding worden beslissend
geacht, maar de geldingspretenties, toepassingsaanspraken van rechtsstelsels.
1.2 Bronnen van het Nederlandse IPR:
Nederlandse IPR wordt gekenmerkt door een grote bronnenverscheidenheid: ongeschreven recht,
wettelijke regelingen, verdragen, Europese verordeningen.
Commuun IPR = ipr-regels die voortvloeien uit nationale bron (Nederlandse wet of Nederlands
ongeschreven recht).
Door de groei van internationale en Europese regelgeving en de toenemende activiteit van de
nationale wetgever op het terrein van het ipr is de afgelopen decennia de betekenis van het
ongeschreven recht sterk afgenomen.
Nederlandse ipr is grotendeels gecodificeerd -> regeling conflictenrecht in boek 10 BW,
internationale bevoegdheidsrecht in boek 1 BW en Rv; maar ook verdragen en Europese
verordeningen. Binnen de NL rechtsorde gaan Nederland bindende verdragen en Europese
verordeningen voor boven de wet.
Bij samenloop van een ipr-regel uit internationale bron en een ipr-regel uit nationale bron gaat de
internationale regel in beginsel voor. Verdragsbepalingen die naar hun inhoud eenieder kunnen
verbindend hebben immers ingevolge het Nederlandse rechtsstelsel voorrang boven bepalingen van
nationaal recht, art. 93 en 94 Gw. Bij samenloop van verschillende ipr-regels uit internationale
bronnen wordt de onderlinge afbakening en rangorde bepaald door hetgeen de desbetreffende
internationale verdragen of regelingen daarover zelf aan voorzieningen bevatten. Bij gebreke hieraan
wordt dit bepaald door algemene regels van het volkenrecht.
- Materiële toepassingsgebied: de door de regeling bestreken onderwerpen, de afbakening van de
regeling ratione materiae.
- Formele toepassingsgebied: het naar personele en/of territoriale criteria bepaalde ruimtelijk
toepassingsgebied van de regeling
- Temporele toepassingsgebied: de overgangsrechtelijke voorzieningen van de regeling.
Samenloop doet zich slechts voor indien de concrete casus valt binnen zowel de formele, het
materiële als het temporele toepassingsgebied van 2 of meer internationale regelingen.
1.3 Hoofdlijnen van de geschiedenis van het IPR:
De ontwikkelingslijnen van het conflictenrecht lopen langs twee kernvragen: wat is de rechtsgrond
die ertoe dwingt, of tenminste verklaart, dat onder omstandigheden rekening wordt gehouden met
vreemde rechtsvoorzieningen (de vraag naar de grondslag van het conflictenrecht) en: onder welke
voorwaarden en in welke vorm heeft het eigen recht te wijken voor vreemd recht (de vraag naar de
methode van het conflictenrecht).
Hoofdstuk 3 Strikwerda – Conflictenrecht :
3.1.1 Inleiding:
2
, Het conflictenrecht schrijft voor welk recht toegepast wordt op rechtsverhoudingen met een
internationaal karakter, het eigen recht of een buitenlands recht. Het houdt zich bezig met de vraag
naar het toepasselijke recht. het door de conflictregel als toepasselijk aangewezen recht pleegt men
aan te duiden als de lex causae. Drie soorten conflictregels
- Eenzijdige conflictregels
- Meerzijdige conflictregels
- Materiële conflictregels
Functies conflictenrecht: 1) aanwijzing van het toepasselijke recht bij de berechting van een zaak
over een rechtsverhouding met een internationaal karakter, 2) richtsnoer bij de erkenning van de
rechtsgeldigheid van in het buitenland tot stand gekomen rechtsverhoudingen.
Conflictregels berusten op verschillende aanknopingsbeginselen:
- Beginsel van nauwste betrokkenheid
- Beginsel van partijautonomie
- Beschermingsbeginsel
- Begunstigingsbeginsel
O.g.v. art. 10:2 BW is de rechter gehouden de regels van conflictenrecht ambtshalve toe te passen.
Valt binnen bereik van art. 25 Rv: rechter mag rechtsgronden ambtshalve aanvullen.
3.1.2. De Conflictregel:
A. Eenzijdige conflictsregel: ziet uitsluitend op internationale geldingsbereik van het eigen recht en
zegt niets over de eventuele toepasselijkheid van vreemd rechte. Eenzijdige conflictsregel betrekking
op het internationale geldingsbereik van slechts een enkele wettelijke regel of regeling scope-
rules of reikwijdteregels.
B. Meerzijdige conflictsregel: betrekking op zowel het eigen als het vreemde recht. Wijst de
internationale rechtsverhoudingen toe aan een bepaald rechtsstelsel, ongeacht de herkomst van dat
rechtsstelsel verwijzingsregel met wegwijzersfunctie.
B. Materiële of zelfstandige conflictregel: zelfstandige regel van ipr. Regelt de internationale
rechtsverhouding of een aspect daarvan rechtstreeks. Bevat een materiële norm, van afbakening of
verwijzing is geen sprake. Voorbeeld is art. 25 Brussel I bis: forumkeuzeovereenkomst. Vraag aan
welke geldigheidsvereiste die moet voldoen wordt niet verwezen, maar door het artikel zelf
beantwoordt. Onderwerp materiele conflictsregel is beperkt.
Meerzijdige conflictsregel/verwijzingsregel:
Lost het internationale wetsconflict op door de internationale rechtsverhouding ter regeling toe
te delen aan/te verwijzen naar één van de bij die rechtsverhouding betrokken nationale
rechtsstelsels.
Kenmerken:
o Neutraal: alle rechtsstelsel zijn ongeacht hun herkomst op voet van gelijkwaardigheid voor
toepassing.
o Indirect: niet rechtstreeks de internationale rechtsverhouding regelt, maar de
internationale rechtsverhouding ter regeling toe te delen aan één van de bij die
rechtsverhouding betrokken rechtstelsels.
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evdp123. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.82. You're not tied to anything after your purchase.