In dit document vind je een begrijpelijke en gedetailleerde samenvatting van Tijdvak 3: Monniken & Ridders en Tijdvak 4: Steden & Staten. Te gebruiken voor (bovenbouw)leerlingen van zowel de Havo als Vwo, die het examenvak Geschiedenis volgen.
Tijdvak 3 – De vroege middeleeuwen
Tijd van monniken en ridders, 500 – 1000 na Chr.
Hofstelsel & horigheid
KA 11: “De vrijwel volledige vervanging in West-Europa van de agrarisch-
urbane cultuur door een zelfvoorzienende cultuur, georganiseerd via hofstelsel
en horigheid.”
Na de val van het Romeinse Rijk
o Geen centraal bestuur onder de Germanen
Vele lokale edelen voerden oorlogen om erfenissen en
grondgebied
o Onveiligheid groeide door de oorlogen tussen de edelen
o Handel hield op te bestaan door onveiligheid van de wegen
o Mensen gaan op autarkisch wonen op het platteland
o Internationale handelscentra veranderen in regionale markten
Geld verdween en maakte plaats voor ruilhandel
Hofstelsel; ‘Hof’ verwijst naar de hoeve/boerderij van een heer, het centrum
van elk domein.
Ontstond vanwege grote onveiligheid bij bewoners vanwege oorlogen tussen
edelen over grondgebied, reizen werd moeilijker, de handel kromp. Slechts
enkele handelsroutes bleven behouden, steden werden kleiner en raakte
onbewoond. Alles ging meer op regionaal/lokaal niveau, meer zelfvoorziening.
1
, o Boeren werden vaak overvallen
o Boeren gingen bescherming zoeken bij de lokale edelman
o Hierdoor werden zij horigen
Verloren hun vrijheid in ruil voor bescherming
Kregen een eigen stuk grond om op te wonen en eigen voedsel te
verbouwen
Mogen het land van de heer niet verlaten zonder zijn toestemming
Domein: grondgebied van de heer, vaak toebehorend aan een militaire leider,
bisschop, een klooster of de koning.
o Hoevenland
Land van de heer waar horigen op mogen wonen
o Vroonland
Land van de heer
o Woeste grond
Ongerepte natuur, waar vee kon grazen, houtgehakt kon worden
o Edelen beschermden de boeren in ruil voor een deel van de oogst en
herendiensten
o Vrije boeren (10%)
Betalen pacht (in goederen) aan de heer
Bezitten een klein stukje land
Moeten vechten in het leger van de heer
o Horigen (90%)
Werken op het vroonland van de heer
Zorgen voor hun eigen voedsel op een klein stukje hoeveland
Betalen pacht (in goederen) aan de heer
Moeten herendiensten doen
Lijfeigenen; tweede groep niet-vrije-boeren, mensen zonder bezit die als
knechten werkten en volledig in de macht waren van de heer
In de vroege middeleeuwen woonde bijna iedereen op een domein, er
ontstond een vrijwel volledige agrarische samenleving. Eerder tijdens het
Romeinse Rijk was er nog sprake van een agrarisch-urbane samenleving, toen
2
, leefden mensen ook nog van handel en nijverheid en woonde een groot deel in
de stad.
Autarkie (zelfvoorziening) was niet volledig, er bestond nog wel enige vorm van
specialisatie.
Door het hofstelsel werd het besturen een stuk lastiger, er was geen geld voor
een uitgebreid ambtenarenapparaat. Om die reden zette de koning zijn eigen
vertrouwelingen in voor het bestuur, koninkrijken werden een soort privébezit.
Feodale stelsel/leenstelsel
KA 12: “Het ontstaan van feodale verhoudingen in het bestuur.”
Het feodale stelsel is ontstaan na 700, in het Frankische Rijk, het verspreidde
zich over (bijna) heel Europa.
Politieke centralisatie; Feodale stelsel; ‘Feodum’ > ‘leen’ in het latijn. ‘In leen
geven’.
o Een nieuwe manier van regeren
o Het land is ‘eigendom’ van de koning; de opperste leenheer. Hij ‘leent’ dit
land aan leenmannen.
o Leenman mag het geleende land gebruiken als zijn eigen land
Pacht innen in de vorm van goederen
Horigen laten werken op het land in ruil voor bescherming. Vazal;
Iemand die onder bescherming van de heer stond en in ruil
daarvoor diensten bewees.
o De leenmannen beloven de leenheer;
Eed van trouw, vanwege het persoonlijk contract. Belofte om
dienste te verrichten.
Steun in tijden van oorlog door leveren van soldaten
o Leenman kon tegelijkertijd ook leenheer zijn
3
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pienreijnen. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.29. You're not tied to anything after your purchase.