De ultieme samenvatting om de bloktoets van Stofwisseling 1 van de bachelor Geneeskunde aan de Universiteit Utrecht zonder problemen door te komen.
Alle hoorcolleges zijn samengevat in een duidelijk te begrijpen taal, met overzichtelijke plaatsjes die door de docenten zelf ook gebruikt zijn.
Dus...
Samenvatting Stofwisseling I
Hoorcollege 1
Voeding
1 calorie is ongeveer 4x zoveel als een joule.
De eenheid Watt is joule/seconde
Als je gemiddeld 2500 kcal verbruikt dus 107 KJ /dag
Is dat ongeveer 100 W/ 25 cal per seconde.
De 2500 kcal wordt voornamelijk gebruikt voor de basal metabolic rate (BMR)
900 kcal wordt slechts gebruikt voor spierarbeid.
Body mass index = gewicht (kg) / Lengte (m)2
Tussen de 18 en 25 valt het binnen het gezonde BMI.
De energie uit koolwaterstoffen.
Hoe meer gereduceerd een verbinding is, hoe meer energie eruit gehaald kan worden.
Hierdoor kan je ook wel begrijpen dat daarom vetzuren
ook het meest energierijk zijn. Dit is namelijk omdat ze
het meest gereduceerd zijn en amper zuurstof
verbindingen hebben.
Atwater factoren zijn de waardes voor hoeveel energie
een voedingsstof waard zijn.
Zo geld voor 1 gram:
• Eiwitten is 4,0 Cal (dus 4 Kcal)
• Vetten is 9,0 Cal
• Koolhydraten is 4,0 Cal
• Alcohol is 7,0 Cal
Stofwisseling is de synthese, degradatie,
transport en modificatie van metabolieten
die alle 4 onder bepaalde regulatie
mechanismen staan.
,Binnen de stofwisseling heb je zowel reversibele als irreversibele/onomkeerbare reacties. Deze
onomkeerbare reacties heb je er al 3 bij de glycolyse. Deze reacties zijn meestal reacties waar ATP bij
nodig is of bij vrij komt, omdat dit hele energetisch eenzijdige reacties zijn en dus moeilijk de andere
kant op lopen.
Deze irreversibele reacties zijn ook de limiterende reacties. Deze bepalen de snelheid door de hele
pathway. Daarom wordt de pathway ook vaak gereguleerd voor deze reacties, want als de reactie
heeft plaatsgevonden is de snelheidsbepalende stap al geweest en loopt de route gewoon door tot
het einde.
Regulatie vind ook vaak plaats door het product van een reactie te laten opstapelen. Dit remt vaak
de snelheidsbepalende stappen. Dus bij de omzetting van glucose tot glucose-6-fosfaat zal je de
activiteit van Hexokinase remmen als glucose-6-fosfaat
concentratie stijgt. Want dit is een soort signaal van er is al
teveel aanwezig dus deze omzetting is niet meer nodig.
Hexokinase en Glucokinase
Deze zetten allebei glucose om tot glucose-6-fosfaat.
Ze doen hetzelfde maar functioneren anders.
Glucose-6-fosfaat zit voornamelijk in de lever, en hoe veel glucose je hem aanbiedt maakt eigenlijk
niet uit hij zal het toch wel omzetten.
Bij Hexokinase wordt de capaciteit wel snel bereikt door de allosterische remming van G-6-P.
Ook is het wel zo dat de affiniteit voor glucose van Hexokinase hoger is dan die van glucokinase.
Bij een lage glucoseconcentratie zal hexokinase al actief zijn en zijn functie uitvoeren. Dit komt ook
door het verschil in functie tussen
de lever(gebruik makend van
glucokinase) en andere organen
(die wel hexokinase gebruiken).
,De opname van glucose aan de apicale membraan van enterocyten gebeurd via de natrium-glucose
cotransporter/symporter.
De andere organen die glucose gewoon opnemen vanuit het bloed zijn afhankelijk van de GLUT
transporters. Dit is een vorm van passief transport, maar gaat ook 2 kanten op.
Om te voorkomen dat glucose gelijk weer de cel uitlekt, zal het bij binnenkomst in de cel gelijk
gefosforyleerd worden waardoor het de cel niet meer uit kan.
Er zijn verschillende soorten GLUT transporters die zich in verschillende weefsels bevinden, het
verschil tussen deze transporters zit hem voornamelijk in de affiniteit voor glucose.
GLUT 2 zit in de lever net zoals GK daar ook zit.
Weefsels zoals spier en vetweefsel gebruiken GLUT 4.
Deze zit vaak niet klaar op het plasmamembraan maar
ligt in de cel te wachten in vesicles tot een bepaald
signaal. Als insuline de cel bereikt en via zijn insuline
receptor een cascade veroorzaakt, dan zullen de vesicles
met GLUT 4 versmelten met de plasmamembraan en kan
glucose door deze weefsels worden opgenomen.
, Tussencollege
Glucose is naast vetzuren de belangrijkste brandstof.
In sommige weefsels is het juist zo dat ze alleen maar kunnen leven op glucose (en ketonlichamen).
• Rode bloedcellen
o Zij hebben geen mitochondriën en leven dus op puur glycolyse.
• Hersenen
o Vetzuren kunnen niet over de bloed hersenbarrière heen.
Energie kan uit glucose worden gehaald tijdens 2 stappen
• Glycolyse
o Anaerobe pathway
o Levert een beetje ATP en een beetje NADH op.
• Citroenzuurcyclus + oxidatieve fosforylering
o Aerobe pathway
o In mitochondria
o Veel ATP
Het lichaam heeft 200 gram glucose per dag nodig waarvan 80% naar de hersenen gaan.
Het lichaam verkrijgt deze glucose uit:
1. Opname vanuit het Voedsel.
2. Uit glycogeen (glycogenolyse in de lever).
3. Nieuwe synthese (gluconeogenese in de lever).
Opname vanuit het voedsel
Aan de apicale zijde van de darm zit de Na+-gekoppelde glucose symporter SGLT-1.
Deze bevindt zich dus tussen de enterocyten en het lumen van de dunne darm. Deze zorgt ervoor
dat glucose samen met natrium naar binnen wordt gepompt. Dit is niet direct actief transport, maar
het Natrium wat naar binnen wordt gepompt wordt aan basolaterale zijde weer actief eruit gepompt
door de Na-/K-pomp.
Galactose maakt ook gebruik van de
SGLT-1.
Fructose maakt gebruik van GLUT-5.
Aan basolaterale zijde wordt
Glucose via GLUT-2 gefaciliteerde
diffusie uitgescheiden en zal het via
hier in de bloedbaan terechtkomen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Matthijs3. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.46. You're not tied to anything after your purchase.