100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting 1.3 statistiek $3.66   Add to cart

Summary

Samenvatting 1.3 statistiek

 76 views  9 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Goede samenvatting van het vak statistiek aan de Erasmus Universiteit voor psychologie/pedagogische wetenschappen studenten.

Preview 3 out of 21  pages

  • No
  • Hoofdstuk 1 t/m 7
  • December 8, 2020
  • 21
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Aantekeningen college 2:

Cases: de objecten die worden omschreven door de data. -> bijv. studenten of bedrijven.
Variabelen: eigenschappen/karakteristieken van de case.
Label: speciale/unieke variabel om onderscheid te maken tussen de verschillende cases.

Categorisch/kwalitatief: waarde wordt niet uitgedrukt in een getal -> bijv. kleuters
Kwantitatief: waarde wordt uitgedrukt in een getal -> bijv. leeftijd van 0-4 jaar

Meetniveaus :
• Nominaal (categorisch): de waarden hebben geen volgorde, geen meeteenheid en geen
nulpunt -> bijv. geslacht
• Ordinaal (categorisch): wel een volgorde, geen meeteenheid en geen nulpunt -> bijv. SES
(laag, middel, hoog)
• Interval (kwantitatief): wel een volgorde, wel een meeteenheid, maar geen vast nulpunt ->
bijv. temperatuur. (Gelijke afstanden tussen de intervallen.)
• Ratio (kwantitatief): wel een volgorde, wel een meeteenheid en een vast nulpunt -> bijv.
leeftijd (Deling kan worden toegepast, bijv. iemand die 10 jaar oud is, is 2x zou oud als
iemand van 5 jaar)
➔ Nominaal is het minst precieze meetniveau en ratio is het meest precieze meetniveau.
Grafische weergave van de verdeling: aangeven welke variabelen er voorkomen en hoe vaak deze
voorkomen.
• Nominaal/Ordinaal:
o Pie chart -> nadeel: je moet alle categorieën kennen
o Bar graph -> flexibeler (ruimte tussen de staven)
• Interval/Ratio:
o Histogram (geen ruimte tussen de staven)
o Stemplot (steelblad) -> bij grote aantallen kan een steelbladdiagram onoverzichtelijk
worden.




Verdelingen beschrijven met cijfers:
• Modus: meest voorkomende score (nominaal, ordinaal, interval, ratio)
• Mediaan: middelste score -> hiervoor heb je een rangorde nodig (ordinaal, interval, ratio)
➔ (n + 1) / 2 -> geeft de positie aan, niet het getal
➔ Bij een outlier kan je beter de mediaan gebruiken dan het gemiddelde, want deze is
resistenter.
• Gemiddelde: is een getal (interval, ratio)

,Five-number summary -> de grafiek hiervan heet een boxplot.




IQR (Interkwartiel range): het verschil tussen Q3 en Q1. (Q3 - Q1)
Outliers: Q3 + 1,5*IQR en Q1 – 1,5*IQR. Een individuele waarde die valt buiten het overall pattern.

Variantie (interval, ratio): de mate waarin waarden onderling verschillen.
Standaarddeviatie: gemiddelde afwijking of spreiding rondom het gemiddelde.
Standaarddeviatie = √𝑣𝑎𝑟𝑖𝑎𝑛𝑡𝑖𝑒
➔ Hoe groter de variantie of standaarddeviatie, hoe groter de spreiding.
➔ De standaarddeviatie is niet resistent, outliers kunnen S sterk beïnvloeden.
➔ Gebruiken bij symmetrische verdelingen zonder outliers. (anders kan je beter de
five-number summary gebruiken)




S2 = 10 / (6-1) = 2 (variatie)
S = √2 = 1.41 (standaarddeviatie)

Kansdichtheidsfunctie: een model (benadering) van de werkelijkheid.
Eigenschappen van een dichtheidsfunctie:
• Beschrijft het patroon van de verdeling
• Bevindt zich op de horizontale as
• Het oppervlakte onder de dichtheidscurve is 1
• De oppervlakte = proportie -> zegt iets over kans. De oppervlakte onder de curve duidt een
bepaalde kans aan
De mediaan verdeeld de oppervlakte onder de functie in 2 gelijke helften.

, Normale verdelingen: (een soort kansdichtheidsfucntie)
• Symmetrisch, een piek, belvormig
• Geeft vaak een goede beschrijving van echte data.
• Geeft een goede benadering van resultaten die worden verkregen op basis van kans.
• Z-score (standaardisatie): Z = (x - µ) / σ
µ = het gemiddelde
σ = de standaarddeviatie
x = μ + zσ
➔ De Z-score geeft aan hoeveel standaarddeviaties jouw score boven of onder het
gemiddelde ligt. Is handig bij standaard normale verdelingen.
• Voor een normale verdeling met gemiddelde (µ) en standaarddeviatie (σ) geldt:
o 68% van de observatie bevinden zich tussen σ en µ
o 95% van de observatie bevinden zich tussen 2σ en µ
o 99,7% van de observatie bevinden zich tussen 3σ en µ

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ambermoes2000. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $3.66. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

78291 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$3.66  9x  sold
  • (0)
  Add to cart