Zonder strafbaar feit kan een veroordeelde nooit veroordeeld worden tot een straf. Om van een
strafbaar feit te kunnen spreken moet er aan vier voorwaarden worden voldaan:
- Menselijke gedraging
- Delictsomschrijving
- Wederrechtelijk
- Verwijtbaar
Menselijke gedraging: Een gewilde spierbeweging, deze gedraging kan bestaan uit een doen of
nalaten. Naast natuurlijke personen kunnen ook rechtspersonen een strafbaar feit plegen (zoals
bedrijven).
Delictsomschrijving: Daar staat in welke gedragingen strafbaar zijn. Het moet altijd wettelijk zijn
vastgelegd, dat wordt ook wel het legaliteitsbeginsel genoemd.
Wederrechtelijk: In strijd met het recht. Vanuit je beroep wederrechtelijk zijn valt daar dan bijv niet
onder. Daarnaast zijn er ook nog rechtvaardigingsgronden waardoor iets niet wederrechtelijk kan
zijn.
Verwijtbaar: Er moet een verwijt aan de verdachte kunnen worden gemaakt. Als de verdachte
anders had kunnen handelen maar dit niet heeft gedaan.
De onderdelen waaruit een delictsomschrijving bestaat noemen we bestanddelen. De elementen
zijn de ongeschreven voorwaarden om iemand te kunnen straffen. De bestanddelen staan altijd in
de tenlastelegging opgenomen en moeten door de rechter bewezen worden verklaard.
Misdrijven vind je in boek 2 Sr. Dit zijn delicten waarvan de wetgever vindt dat de overtreder ervan
zwaarder gestraft moet worden. Overtredingen vind je in boek 3. Hier vindt de wetgever dat de
strafbedreiging wat minder mag zijn. Overtredingen behoren tot de bevoegdheid van de
kantonrechter terwijl misdrijven tot de bevoegdheid van de rechtbank horen.
Formele delicten zijn delicten die een bepaald handelen strafbaar stellen. Het gaat hierbij om de
handeling en niet om het gevolg. Materiële delicten stellen een bepaald gevolg strafbaar. Een
voorbeeld hiervan is doodslag het gaat erom dat iemand dood is niet hoe. Er is ook een grote
categorie delicten waarvan het niet duidelijk is of het een formeel of materieel delict is.
Commissie delicten stellen een bepaald handelen strafbaar. Omissie delicten stellen een bepaald
nalaten juist strafbaar. Bij omissie delicten moet wel goed beschreven staan welk nalaten aan wie
kan worden toegerekend anders zou immers iedereen strafbaar zijn.
Uitgangspunt voor deze drie delicten is dat een bepaalde gedraging strafbaar is gesteld. Het
eerste is het gronddelict, je zou dit het nulpunt kunnen noemen. Het gekwalificeerde delict is erger
dan het gronddelict. Er is dan vaak een extra bestanddeel toegevoegd en het kent een zwaardere
strafbedreiging. Een geprivilegieerd delict is eigenlijk het tegenovergestelde, dit is een lichtere
variant van het gronddelict met een lichtere strafbedreiging.
Hoofdstuk 2
Wederrechtelijk is een element. In sommige delictsomschrijvingen is het bestanddeel
wederrechtelijkheid opgenomen. In sommige gevallen heeft het namelijk een andere betekenis
dan het element. Bovendien wordt voorkomen op deze manier dat volkomen rechtmatig gedrag
zou vallen onder de strafwet.
Bij de eerste betekenis wordt het opgevat als ‘zonder toestemming van de rechthebbende’.
Bij de tweede betekenis heeft het dezelfde betekenis als het element namelijk ‘in strijd met het
recht’. Het is belangrijk om te weten welke betekenis het in de delictsomschrijving heeft, dit kan
het verschil tussen wel en niet strafbaar betekenen. Overigens is het vaak zo dat in een proces-
verbaal van aangifte beide betekenissen van wederrechtelijkheid worden opgenomen en
uitgewerkt.
, Hoofdstuk 3
Opzet is in veel delictsomschrijvingen opgenomen. Opzet heeft in het dagelijks leven een
negatieve betekenis, namelijk express. Er kan in juridische zin ook opzet zijn zonder dat iemand
iets express doet.
Er is sprake van boos opzet als de verdachte willens en wetens de wet heeft overtreden. Van
boos opzet kan alleen sprake zijn als de verdachte weet dat wat hij doet strafbaar is.
Naar boos opzet is er ook kleurloos opzet. Hier wordt alleen gekeken naar het handelen van een
verdachte. Wanneer de verdachte willens en wetens heeft gehandeld is er al sprake van opzet.
Dat de verdachte niet wist dat het handelen strafbaar was maakt hier niets uit. Er wordt puur
gekeken naar het handelen van de verdachte.
Er zijn verschillende vormen van opzet, deze hebben allemaal gemeen dat er willens en wetens is
gehandeld. Er wordt onderscheid gemaakt in hoeverre iemand iets heeft gewild of geweten.
Opzet met bedoeling heeft veel raakvlakken met boos opzet, een verdachte heeft een bepaalde
bedoeling en daarom pleeg hij een strafbaar feit. De verdachte wil dat een gevolg toetreedt/weet
dat zijn handelen een bepaald gevolg zal hebben. Het is niet vereist dat het gewilde gevolg
daadwerkelijk intreedt.
Bij oogmerk gaat het om het doel dat de verdachte heeft. Om dit doel te realiseren, pleegt de
verdachte willens en wetens een strafbaar feit. Het wordt lastig omdat hier wordt gekeken naar
het naaste doel, niet het uiteindelijke doel.
Opzet als zekerheidsbewustzijn is eigenlijk een aparte vorm van opzet. Het moet gaan om een
gevolg waar de wil van de dader niet op gericht is. De verdachte doet een handeling en als
rechtstreeks gevolg daarvan is het ongewilde gevolg ingetreden, als de verdachte zeker weet dat
een gevolg zal intreden.
Er is sprake van opzet als waarschijnlijkheidsbewustzijn als de gevolgen van het handelen van een
verdachte waarschijnlijk zullen intreden. Het gaat dus om gevolgen die nog moeten intreden en
waarvan niet met zekerheid gezegd kan worden of deze gevolgen zullen intreden.
De lichtste vorm van opzet is voorwaardelijk opzet. Het gaat hier om een mogelijkheidsbewustzijn,
het is dus mogelijk dat bepaalde gevolgen intreden, als gevolg van het handelen van de
verdachte. Hij moet de mogelijke gevolgen hebben aanvaard. Wanneer een verdachte wist dat
een bepaald gevolg van zijn handelen in zou kunnen treden, maar ondanks dit bewustzijn, er toch
voor heeft gekozen om door te gaan met handelen, dan levert dat voorwaardelijk opzet op,
(Porsche arrest).
Hoofdstuk 4
Schuld wordt vaak opgenomen als bestanddeel. Een ander woord voor schuld is culpa. Ook hier
geldt dat in het strafrecht niet iemand iets express hoeft gedaan te hebben om schuld aan iets te
hebben. Het gaat erom of iemand een verwijt kan worden gemaakt. Het belangrijkste kenmerk
van schuld is de onvoorzichtigheid die iemand verweten kan worden. Het gaat erom of iemand de
keuze heeft gehad om zich anders te gedragen dan hij daadwerkelijk heeft gedaan.
Om te spreken van schuld moet de verdachte verwijtbaar onvoorzichtig zijn. Het is dus niet
voldoende dat de verdachte alleen onvoorzichtig is geweest. Onvoorzichtigheid is een normatief
begrip, de handeling van de verdachte moet getoetst worden aan hetgeen in de maatschappij als
norm wordt opgelegd. Onvoorzichtigheid is niets anders dan risico’s nemen die door de
maatschappij als onaanvaardbaar of ongeoorloofd bestempeld worden.
De onvoorzichtigheid hangt wel van de omstandigheden en het geval af. Zo is het logisch dat je
als bokser klappen kan verwachten. Als iemand een regel uit onze samenleving overtreedt of links
laat liggen, dan is er automatisch sprake van onvoorzichtigheid en dus van schuld. Dit zijn dus de
vastgelegde zorgvuldigheidseisen.
Onvoorzichtigheid alleen is niet voldoende, het moet ook verwijtbaar zijn. Het moet de verdachte
dus toe te rekenen zijn. Over het algemeen kan worden gezegd dat onvoorzichtig gedrag altijd
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller adanique. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.