Samenvatting Portaal
Praktische taaldidactiek voor het
basisonderwijs
1
,Hoofdstuk 1 Taalonderwijs
1.2.2 Visies op taalonderwijs
Er zijn acht belangrijke visies op onderwijs, te weten:
1. Traditioneel taalonderwijs
2. Thematisch-cursorisch taalonderwijs
3. Taal bij alle vakken
4. Communicatief taalonderwijs
5. Whole-languagebenadering
6. Strategisch taalonderwijs
7. Taakgericht taalonderwijs
8. Interactief taalonderwijs
Traditioneel taalonderwijs
Taal wordt gezien als een belangrijke drager van onze cultuur. Taal bestaat uit een aantal
deelvaardigheden die geïsoleerd worden aangeleerd.
De nadruk ligt op schriftelijke vaardigheden, en daarbinnen vormaspecten. Grammatica is belangrijk,
want een goede beheersing daarvan leidt tot een betere taalbeheersing.
Wat er aan grammatica geleerd moet worden, is afgeleid van oude, academische tradities. Ontleding
in zinsdelen (redekundig ontleden) en de benoeming van woordsoorten (taalkundig ontleden) wordt
op de basisschool in sterk vereenvoudigde vorm aangeboden.
Bij schrijven ligt een sterk accent op de vorm van taal, vooral op spelling. Systematisch wordt de
schrijfwijze van woorden aangeleerd.
Bij lezen ligt een nadruk op de techniek: leestechniek, leesbegrip en leesbeleving. Oefenen van
deelvaardigheden staat centraal, op het rooster staan aparte lessen ingepland voor technisch lezen,
begrijpend lezen en vrij lezen.
Weinig aandacht voor spreken & luisteren.
Leerkracht heeft de rol van overdrager van leerstof.
Voordeel → overzichtelijk. Verdeeld in deelaspecten die los van elkaar te bekijken en te analyseren
zijn.
Nadeel → aandacht voor de verschillende domeinen van taalonderwijs is niet evenwichtig. Accent
ligt op makkelijk meetbare aspecten, zoals technisch lezen en spelling. Schrijven en mondelinge
taalvaardigheden blijven onderbelicht.
Er zijn niet zo veel scholen meer die werken vanuit deze visie.
Thematisch-cursorisch taalonderwijs
Leerlingen leren taal vooral door taal te gebruiken in zinvolle gebruikssituaties. Er wordt zoveel
mogelijk gewerkt vanuit thema’s, vaak afkomstig uit andere vakken.
Je hebt thematische activiteiten, waarbij de leerlingen al werkend taalervaringen opdoen die hun
taalvaardigheid vergroten. Ze maken bijvoorbeeld voor de presentatie van hun onderwerp een
poster of een website. De leerkracht is vooral begeleider.
Er zijn ook cursorische activiteiten; deze zijn wel belangrijk, maar kunnen niet in het kader van het
thema worden geleerd en geoefend, bijvoorbeeld technisch lezen, spelling en grammatica. De
leerkracht stuurt hierbij het onderwijsproces.
Voordeel → leerlingen kunnen bezig zijn in de thema’s met activiteiten die ze zelf als zinvol ervaren.
2
,Nadeel → kost veel tijd, moeilijk een balans te vinden tussen thematisch en cursorisch werken, voor
de leerkracht lastig om greep te krijgen op datgene wat de leerlingen hebben geleerd.
Deze visie kwam op in de jaren ’70, toen het accent kwam te liggen op individuele zelfontplooiing en
maatschappelijke bewustwording.
In veel moderne taalmethoden zijn de hoofdkenmerken van deze visie nog steeds terug te vinden.
Taal bij alle vakken
Hier wordt ervan uitgegaan dat taal meer is dan materie die geleerd moet worden en dat je door
middel van taal kunt leren. Taal gebruik je voor het leren van nieuwe inhouden en voor het verkrijgen
van nieuwe inzichten.
De leerkracht is sterk gericht op interactie met de groep met als doel leerlingen in de gelegenheid te
stellen om te leren in klassikaal verband of in kleinere groepjes. Bijvoorbeeld praten over het
natuurkundig verschijnsel drijven en zinken → leerkracht probeert door uitgekiende instructies en
goed omschreven taaltaken het denkproces bij de leerlingen te ontwikkelen.
Voordeel → leerlingen gebruiken taal in een situatie die voor hen betekenisvol is. Transferproblemen
worden voorkomen. Strategieën die aangeleerd worden bij begrijpend lezen zijn dan geen doel op
zich, maar een middel dat bij andere vakken kan worden ingezet.
Nadeel → bepaalde taalonderdelen komen niet zo lekker uit de verf, omdat ze beter systematisch
kunnen worden aangeleerd. Spellingonderwijs kun je beter cursorisch aanbieden.
Taal bij alle vakken is nog steeds populair in het basisonderwijs. Je ziet het ook terugkomen in het
voortgezet onderwijs.
Communicatief taalonderwijs
Leerlingen leren goed mondeling en schriftelijk te communiceren. Aandacht gaat minder uit naar de
correctheid van het taalgebruik en meer naar het tot stand komen van de communicatie en het
overbrengen van de bedoeling van de spreker/ schrijver.
Accent ligt op spreken, luisteren, schrijven en lezen vanuit de gedachte: zender → boodschap →
ontvanger.
Leraren creëren reële communicatieve situaties zoals die zich ook buiten de school kunnen
voordoen.
Voordeel → leerlingen kunnen gemotiveerd raken door de gekozen situaties.
Nadeel → deze situaties – die steeds moeten worden gekozen door de leerkracht – kunnen
gekunsteld worden. Niet alles kan in een reële communicatieve situatie worden aangeboden.
Whole-languagebenadering
Het is voor leerlingen onnatuurlijk om taal op te delen in kleinere eenheden (domeinen) die apart
aangeleerd worden. Taal wordt als geheel aangeboden.
Van oorsprong Amerikaanse visie. Er wordt grote waarde gehecht aan wat leerlingen te vertellen
hebben en hoe ze dat mondeling en schriftelijk kunnen doen.
Uitgangspunt → alle leerlingen hebben iets te vertellen, ook zij die niets meemaken. Onderwerpen
moeten zo worden gekozen dat ieder kind kan meepraten.
Uitgangspunt → kinderen leren taal door taal te gebruiken. Eigen ervaringen van het kind zijn het
uitgangspunt voor gesprekken.
Ervaringen kunnen op verschillende manieren worden opgeroepen, bv door als leerkracht over eigen
ervaring te vertellen of aan de hand van een voorgelezen boek reacties uit te lokken. Leerlingen
3
, vertellen in de kring of in tweetallen (taalronde). Op basis van die gesprekken worden teksten
geschreven, die dan weer in de groep besproken worden (tekstbespreking). Binnen taalrondes en
tekstbesprekingen worden alle taalvaardigheden (praten, luisteren, schrijven en lezen) geïntegreerd.
De leerkracht bespreekt samen met de leerlingen hun eigen teksten op basis van zowel inhoud als
vorm: is de betekenis van de tekst duidelijk, kan er iets worden aangepast aan de opbouw van de
tekst, de structuur van zinnen of moet het woordgebruik worden aangepast. Wordt ook gebruikt
wanneer leerlingen zakelijke teksten leren schrijven.
Strategisch taalonderwijs
Leerlingen moeten voor het uitvoeren van communicatieve taken strategieën leren beheersen. In het
taalonderwijs worden de belangrijkste strategieën uitgelegd, gedefinieerd en aangeleerd.
Begrijpend lezen → strategieën om bv de hoofdgedachte uit een tekst te halen met behulp van een
stappenplan die ze kunnen volgen om iets te doen.
Voordeel → leerlingen krijgen de beschikking over een middel om greep op de taal te krijgen.
Nadeel → de leerkracht gebruikt de procedures gemakkelijk te rigide, steeds gebruik maken van
hetzelfde stappenplan, wat als saai kan worden ervaren.
Taakgericht taalonderwijs
Leerlingen leren niet alleen taal óm er taken mee te kunnen uitvoeren, maar dat ze taal leren dóór
zulke taken uit te voeren. Leerlingen moeten die taken inhoudelijk interessant vinden.
Het vertrekpunt is de inhoud, maar in de taak die leerlingen krijgen, is een zodanige ‘kloof’
ingebouwd dat er taal nodig is om de taak tot een goed einde te brengen. Er is dus een kloof tussen
wat de leerlingen aan taalvaardigheid bezitten en wat ze nodig hebben om de taak tot een goed
einde te kunnen brengen.
→ de bedoeling is dat leerlingen gemotiveerd genoeg zijn om die kloof te overbruggen en al doende
in interactie met anderen taalvaardiger te worden → wat leerlingen zelf ontdekken, blijft hangen en
lijdt tot fundamenteel leren. De inhoud is vaak afkomstig uit zaakvakken.
Voor- & nadelen → zelfde als bij communicatief taalonderwijs & taal bij alle vakken.
Interactief taalonderwijs
‘Interactief taalonderwijs gaat ervan uit dat leerlingen taal het beste leren in een krachtige
leeromgeving waarbij rekening wordt gehouden met hun individuele verschillen en behoeften. Bij
deze vorm van taalonderwijs staan betrokkenheid en activiteit centraal. Interactief taalonderwijs
bestaat uit drie manieren van leren: betekenisvol leren, sociaal leren en strategisch leren’.
Drie pijlers:
1. Betekenisvol leren → kinderen leren het best in contexten die voor hen belangrijk zijn. Deze
contexten zijn rijk, uitdagend, motiverend, herkenbaar & functioneel. Leren is een actief
proces, waarin kinderen hun kennis v/d taal en v/d wereld voortdurend opnieuw organiseren
op basis van het taalaanbod wat ze krijgen, de ruimte die ze nemen om met hun eigen taal te
experimenteren en de feedback van hun omgeving (andere leerlingen & leerkrachten).
2. Sociaal leren →leerlingen leren in samenspraak en samenwerking met (meer ervaren)
anderen. Onder invloed van voorbeeldgedrag van volwassenen en leeftijdgenoten ontdekken
leerlingen de betekenis en functie van gesproken en geschreven taal. Samenwerkend leren is
een veelbelovende werkwijze, vooral als er gemeenschappelijke doelen worden nagestreefd
en ieder groepslid wordt aangesproken op zijn verantwoordelijkheid.
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller wendydewaal-wilting. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.80. You're not tied to anything after your purchase.