Publieke financiën
0 Inleiding: de cursus in beeld
1) Rode cijfers van Oosterweel:
- Begroting 45 miljard euro
o Oosterweel: 4,5 miljard
= derde van welzijn
= volledige onderwijs toe
o Begroting : grote politieke gevolgen
- Ander land begroting:Italië: begroting niet in genoegen van europa
o Tekort van 2,4% (3 keer groter dan voorspeld)
o Negatieve saldi = niet ongevaarlijk:
leiden tot meer schuld => schuld explodeert => mensen die obligatie kopen
zijn onzeker: moeten return op hebben => rente stijgt boven 3% gevaar =
OH meer uitgeven en leningen dan ook duurder worden => geen leningen
meer want rente te hoog -> groei eco stagneert => werkloosheid => minder
inkomsten voor OH en minder btw door minder kopen => schuld weer groter
= vicieuze cirkel
o Deficits zijn niet ongevaarlijk voor economie!
Geld terug betalen => minder geld voor onderwijs,….
Of belastingen verhogen => niet goed voor economie
2)Staatsschuld meter
- Belgische staatschuld: 450 miljard
- Amerikaanse staatschuld: veel meer: 25 000 miljard
o BE Lening om lening af te betalen & Lening om rente af te betalen
- BBP in BE
o Kleiner dan staatschuld
o Bbp = alle waarden van goederen en diensten die we in een jaar verwerken
3)België = speciaal land
- Verschillende overheden
- 2011: laatste SHV: autonome bevoegdheden voor regio’s en ook financiële middelen
4)3 niveaus van financiële bevoegdheid
- Regio: minister van financiën: Crucke (wal), Tommelein (VL), Vanemel (BR)
- Federaal: minister van financiën: Vanovertveldt, minister van begroting Whilmes
- Europees: Thyssens (com Eurostat), junker (president, Junkerplan), Mascovichi (com fin)
Vooraf:
- De studie van de publieke financiën gaat veel verder dan het bestuderen van welke
belastingen de meeste ontvangsten voor de overheid genereren
- De openbare financiën worden geaffecteerd door allerlei grote maatschappelijke
ontwikkelingen zoals de vergrijzing, de staatshervorming, de opwarming van het klimaat,
congestie in steden, economische vertraging, de financiële crisis
- belastingen, subsidies, schuldbeheer = beleidsinstrument die kunnen ingezet worden om
deze ontwikkelingen te controleren (bvb. ontradende, corrigerende gedragssturende
fiscaliteit m.b.t. energiegebruik en mobiliteit)
- Belastingsysteem f(staatsstructuur)
,Module 1: Welvaartscreatie en welvaartsverdeling
Deel 1: De publieke financiën en de creatie van welvaart
1.1 studie-object van de publieke Financiën
Openbare financiën:
- Vertrekt vanuit economisch kader van schaarste, behoeften, nut
o = positieve wetenschap
o Beschrijft gedragsreacties naar aanleiding van ingrepen in fiscaliteit, uitgaven of
sociale zekerheid
o Gebruiken empirisch model
- Werkt met modellen
o = vereenvoudigde weergave van de werkelijkheid
o Gedrag van economische agenten vereenvoudigd en abstract voorgesteld
o Individuele gedragingen: geaggregeerd, samengenomen, via proxi/benaderingen
bestudeerd
o Begrippenkader:
Economische agenten primair zijn uit om nut (ook welvaart, geluk,
consumptie, inkomen) te maximaliseren met beperkte mogelijkheden en
middelen (talent)
Producenten of bedrijven maximaliseren winst en willen zo efficiënt mogelijk
produceren met schaarse productiefactoren
- Bestudeert macro- en micro-effecten
o Micro: individuen
o Macro: bv regressie
- Centrale actor = overheid
o Reacties op beslissingen van economische agenten van het beleid van de OH w
getest
- 2 hoofdstromingen
o Normatieve economen
Gevolgen van het overheidsoptreden op de welvaart en op verdeling er van
Bv pigou
o Public choice benadering
Politici die voornamelijk probeert herverkiezing veilig te stellen en
ambtenaren die zo groot mogelijk budget/departement proberen na te
streven=> inefficiënte werking van de overheid
- Doelstelling = welvaart
1.2. Welvaart, Pareto-frontiers en sociale nutscurves
1.2.1 focussen we op welvaart.
- Welvaart = abstract gegeven
o maar geaggregeerd gemeten adhv economische groei.
bruto-binnenlands product
=waarde van alle goederen/diensten die in BE geproduceerd w in 1j
rekening met de materiële welstand
, weinig rekening met negatieve externe effecten van sterke en
aanhoudende groei
andere concepten
bvb. het bruto-nationaal geluk of het bruto-nationaal welbevinden
- overheid = welvaart maximaliseren
o via sturing van de maatschappij via belastingen, subsidies en regulering.
- De overheid streeft maximale welvaart na
o Economen: som van de welvaart van alle individuen in de samenleving.
Het geluk (of nut, de rijkdom, de koopkracht) kunnen daarbij al of niet
gewogen worden in functie van bepaalde criteria
economen abstraheren => schema’s en grafische vereenvoudigingen (ook
voor welvaartsanalyse)
1.2.1.1 hoe definiëren we welvaart?
- Groei
o Economisch of gaat het ten koste van iets anders?
o Niet alle soorten groei even wenselijk: UNDP 5 slechte
Jobloze groei niet meer jobs
Stemloze groei niet meer democratie
Meedogenloze groei met stijgende ongelijkheid
Uniforme groei met destructief effect op cult. Diversiteit
Toekomstloze groei draagkracht aarde uitput
o => enkel naar BPP kijken is niet goed: deze neveneffecten er niet tot uiting
- BBP mag niet de motor van het beleid zijn
o Moet er voor zorgen dat we groei realiseren die niet leidt tot negatieve effecten, wel
tot bv vrije tijd en geluk van burgers
- Uitspraak over welvaren van economie
o Meer nodig dan enkel indicator over markt gebaseerde productie
o BBP niet bruikbaar als welzijnsindicator
Geen rekening met milieuvervuiling, inkomstenverdeling,..
Laat niet toe om het onderscheid te maken tussen
Gewenste eco activiteiten
Ongewenste gevolgen
o BBP als sociale welvaart benadering = grootste infofaling in de wereld
- Antwoord op BBP beperking
o Daly en Cobb: ISEW
o ISEW: Index voor duurzame economische welvaart
K en B van eco activiteit in kaart => genuanceerder beeld
Nastreven van kwantitatieve groei ongeacht sociale kosten
= niet optimaal en contraproductief (maatsch K > m B)
Bv inkomensongelijkheid
- Welvaart VGL tussen landen BPP
o 423 miljard BBP België
1.2.1.2 Doel openbare financiën
- = maximale welvaart
- Hoe kan OH ook welvaart creëren met beperkte natuurlijke technische en menselijke middelen
van onze maatschappij?
- Political business cycle zorgt voor deficit
o Om kiezers te plezieren
o Grafiek:
- stel: vereenvoudigde wereld met 2 inwoners in een land
o welvaartsverdeling voorgesteld door Pareto-frontier (nutsmogelijkhedencurve)
= geeft alle mogelijke combinaties of verdelingen van nut van beide
inwoners weer die dezelfde totale welvaart opleveren.
punt X :
zeer veel welvaart voor B
weinig van de totale welvaart voor A
totale welvaart op alle punten van de curve gelijk
- Pareto-efficiënt
o Toestand waarbij welvaart van 1 individu niet meer kan stijgen zonder dat van
andere te verminderen (trade off)
- Alle punten op de frontier:
o toestand waarin er geen verbetering van de welvaart voor een van beide meer
mogelijk is zonder het nut van de andere inwoner te verminderen.
o verdelingen van de rijkdom over A en B waarin minstens 1 van beiden zich nog kan
verbeteren.
- Alle punten boven de frontier zijn onbereikbaar.
- positie van de frontier
o bepaald door de productiemogelijkheden/ technologische vooruitgang
o ook door algemene demografische ontwikkelingen (vergrijzing/globalisering)
o Ook stock van de productiefactoren arbeid en kapitaal
o Hoe verder van de oorsprong, hoe hoger de totale welvaart.
o frontier een dalende rechte of functie
door afruil: naar beneden neemt de welvaart van A toe, ten koste v B
dus negatief verband (dalende functie)
- In bovenstaande figuur is de frontier voorgesteld door een concave functie;
o bolle zijde naar boven
o vaak ook als een rechte voorgesteld
o De vorm van de functie: ruilverhouding van de welvaart tussen A en B.
lineair verloop is de afruil constant
concaaf verloop afruil niet constant
! TOEPASSING 1
Toon in dit verband aan dat eenzelfde daling van de welvaart van B bij een toename van de
concaviteit zal gepaard gaan met een grotere welvaartstoename voor A. Teken ook een frontier
waar de opgave van 1 eenheid welvaart door B resulteert in een aangroei van perfect 1 eenheid
welvaart voor A.
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Lotte999. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.12. You're not tied to anything after your purchase.