Sometimes forget to mention correct articles, while they are in the powerpoint
By: bossof1080 • 4 year ago
Translated by Google
Forgot to report certain things (spectrum personality rights, four-eye principle)
By: StudentLx • 4 year ago
Translated by Google
Thanks for the feedback, it will try to adjust:)
By: bossof1080 • 4 year ago
Translated by Google
For the rest, a good summary:)
By: info1196 • 4 year ago
Seller
Follow
StudentLx
Reviews received
Content preview
Personen- en familierecht
Lina El Haouari
Hoofdstuk 1: Wat is personen- en familierecht?
SITUERING
Wat is het personenrecht?
ð Personenrecht handelt over de juridische status van een persoon.
ð Vb.: de voorwaarden van een persoon om te bestaan:
o Zijn identificatie
o De bekwaamheid van de persoon
o …
Wat is het familierecht (of Gezinsrecht)?
ð Hier wordt er gekeken naar de invloed van de familiale situatie op die status van een
persoon.
ð We kijken dan bijvoorbeeld naar:
o De rechten en de plichten die aan een persoon toekomen als ze huwden
o De rechten en plichten als ouder
o De rechten en plichten als kind.
ð Hier hoort het afstammingsrecht, het samenlevingsrecht, het echtsscheidingsrecht en
het alimentatierecht.
Wat is het familiaal vermogensrecht?
ð Hier heeft men het over de invloed van de familiale situatie op het vermogen van een
persoon.
ð Hier wordt er dus rekening gehouden wie er gehouden is aan de schulden van de
gezinsleden bijvoorbeeld.
o Of: wat gebeurt er bij het vermogen van een huwelijk bij echtscheiding of
overlijden?
o Wat is de invloed van het testament of een schenking op het vermogen van een
persoon.
ð Deeldomeinen:
o Erfrecht en Giften
o Huwelijks- en relatievermogensrecht
BRONNEN VAN HET PERSONEN- EN FAMILIERECHT
Het is in een hoofdzaak een federale materie. Dat betekent dat je de relevante regels terug
kunt vinden in het Burgerlijk wetboek (WB), het Gerechtelijk wetboek (Ger.W) en ook in een
aantal Bijzondere federale wetten. Zoals bijvoorbeeld de wet van DAVO.
Men gaat ook kijken naar bepaalde deelstatelijke regelingen. Want de persoonsgebonden
aangelegenheden zijn de bevoegdheden van de gemeenschappen en dat is zeer relevant
voor het personen- en het familierecht.
1
,Daarnaast is het Internationaal en Europees niveau relevant. Het EVRM zal een centrale rol
innemen binnen de colleges personen- en familierecht. Belangrijke verdragen die ook een
rol zullen spelen tijdens de colleges zijn het Haagse adoptieverdrag en het
kinderrechtenverdrag.
Personen- en familierecht zijn rechtsgebieden waar de rechtspraak een cruciale rol speelt.
Vaak is het wettelijke kader niet geheel aangepast aan de ontwikkelingen van de
maatschappij en is het dus aan de rechter om daar gelijke pas te houden.
Het GwH, Cass en ook de lagere rechtbanken hebben heel erg veel arresten geleverd en
uitgesproken die het personen en familierecht in belangrijke mate hebben me gevormd.
INHOUD
Personenrecht zal uiteenvallen in het algemeen personenrecht en het bijzonder
personenrecht. Het algemeen is van toepassing op alle personen terwijl het bijzonder
personenrecht niet van toepassing op alle personen, maar bepaalde personen. Aka
bijzondere categorieën.
Het familierecht kan opgedeeld worden in het verticaal en horizontaal familierecht.
Verticaal familierecht à dit zijn afstammingsvanden, gezagsrelaties tussen ouders en
kinderen.
Horizontaal familierecht à relaties tussen partners:
o Huwelijk
o Wettelijke samenwoningsrelaties
o Feitelijke samenwoningsrelaties
We bekijken hier zowel de opstart van deze relaties en hun beëindiging.
Algemene tendensen:
In het personen- en familierecht staat de voorplanting centraal. Er is geen voorplanting
zonder seks. Historisch gezien waren deze twee tendensen enkel maatschappelijk aanvaard
binnen de context van het Burgerlijk huwelijk. Dit wil zeggen dat seks enkel maatschappelijk
werd aanvaard als gehuwd koppel en dat het ouderschap binnen dat domein werd
uitgeoefend.
De beweging van de vier kwadranten van de familie, tonen duidelijk aan in welke mate het
personen- en familierecht echt gedreven wordt door de ontwikkelingen in de maatschappij.
Zo zien we dat in de laatste eeuw de grote algemene tendensen een grote invloed hebben
gehad.
De opkomst van de vrouwenbeweging in de jaren ’60 en de invloed ervan op het
familierecht.
Er is ook een tweede belangrijke emancipatiegolf geweest en dat is de emancipatie van het
kind. Waar het kind vroeger werd beschouwd in zijn haar of haar relatie met de ouderen,
zien we de dag van vandaag dat het kind steeds meer als persoon drager is van bepaalde
rechten en plichten.
Het tweede grote algemene tendens is de evolutie op de nadruk op het individu. Dit heeft
ook aandacht op autonomie en een verhoogde marge op contractualisering.
2
,De derde algemene tendens, is de nadruk op grondrechten. We hebben reeds gezien in
welke mate het constitutioneel recht en de mensenrechten vandaag een hele grote rol
spelen binnen het personen- en familierecht.
De verfeitelijking van het personen- en familierecht is het laatste tendens. Het gaat over dat
men vroeger in het personen- en familierecht vaak aanknoopten in welke categorie de
persoon zich bevond.
Er tegenwoordig steeds meer gekeken naar de feitelijke toestand en dat er dus geen
abstracte appreciatie is, maar een feitelijke appreciatie gaan doorvoeren.
3
, Hoofdstuk 2: Personen
1. HET BEGRIP ‘PERSOON’
Algemeen
Wanneer we spreken van “Persoon” in het recht, dan bedoelen we, dat een persoon elke
entiteit is die bestemmeling kan zijn van rechtsnormen die hem rechten of plichten gaan
toekennen.
Een synoniem daarvoor is rechtspersoon, een derde synoniem is rechtssubject.
Rechtssubject is hier een synoniem omdat het belangrijk is, dat personen als
dragers/titularissen van die rechten en plichten, een actieve rol in ons rechtsverkeer gaan
opnemen.
ð Dit betekent dat zij die rechten en plichten ook effectief gaan uitoefenen.
Het begrip “rechtspersoon” wordt sensu lato, dus in de brede zin gebruikt, maar vaak wordt
rechtspersoon gebruikt in zijn sensu stricto. Dit als contrast tegenover de natuurlijke of de
fysieke persoon.
De rechtspersoon sensu lato valt uiteen in de natuurlijke persoon lang de ene kant en in
rechtspersoon senso stricto aan de andere kant, dat zijn zuiver juridische entiteiten. Dat is
een fictie van ons recht die we ontwikkeld hebben omdat we dat nodig hadden als
maatschappij, maar die niet bestaan in het echt. Deze zijn namelijk niet tastbaar.
Vanaf nu, wanneer we het zullen hebben over de persoon in het personenrecht, gaan we
ons focussen op de natuurlijke of fysieke personen.
Het begrip “rechtssubject” wil vooral zeggen dat mensen/personen drager zijn van het recht.
Zij nemen een actieve rol op in het rechtsverkeer. Net omwille van hun actieve rol, staan zij
in contrast met de rechtsobjecten.
" Dat zijn de voorwerpen van rechten en plichten die geen
actieve rol, maar een ondergaande rol hebben in het recht.
" Vb.: dieren.
Dieren
Traditioneel gezien zijn dieren een rechtsobject. Dat impliceert dat volgens het recht een
dier een goed is. Dat impliceert dat ook dat dieren voorwerp zijn van eigendomsrecht.
We zien de laatste jaren echter een voorzichtige evolutie waarin we ons in de vraag stellen
of we eigenlijk dieren wel echt als goederen kunnen zien. We spreken hier dus van een
voorzichtige de-objectivering van dieren.
Een grote katalysator hier is de Dierenwelzijnswetegeving. Dat is een gewestelijke materie.
In die wetgeving zijn dieren WEL op een andere manier behandeld.
We zien echter dat die de-objectivering geleidelijk aan zich vestigt in het burgerlijk recht, in
het zakenrecht.
ð Wet van 4 februari 2020 houdende boek 3 “Goederen” van het Burgerlijk Wetboek
ð In het nieuwe goederenrecht worden dieren iets minder dan op de traditionele
manier benaderd.
ð Louter symbolische voorschriften
4
,Art. 3.38. BW Voorwerpen
" Voorwerpen ongeacht of ze natuurlijk of kunstmatig, lichamelijk of onlichamelijk zijn, zijn
te onderscheiden van dieren. Voorwerpen en dieren zijn te onderscheiden van personen.
Art. 3.39. BW Dieren
" Dieren hebben een gevoelsvermogen en hebben biologische noden.
De bepalingen met betrekking tot lichamelijke voorwerpen zijn op dieren van toepassing,
met inachtneming van de wettelijke en reglementaire bepalingen ter bescherming van
dieren en van de openbare orde.
o Symbolische maatregel. Men weet namelijk dat dieren toch nog iets anders, maar
juridisch gezien zijn we daar nog niet. Het goederenrecht blijft echter van toepassing
op dieren.
Zeer interessant arrest van het Hof van beroep van Antwerpen van 29 april 2019.
ð Op dat moment was er nog geen sprake van het nieuw goederenrecht. Ze maken dus
nog steeds toepassing van het oude/ nog steeds geldende goederenrecht.
1. Wat zijn de feiten van het Arrest?
§ Het gaat hier over 2 honden (chihuahua’s Mila en Balley)
§ Twee mensen in de relatie gaan uit elkaar en er ontspint een discussie
over wie de eigenaar wordt van de honden.
§ Het koppel had een regeling samengesteld na de breuk waarin men zei dat
ze het hadden over de verdeling van het eigendom en ook over de partner
aan wie de honden niet zijn toegewezen, heeft nog het recht op contact
met die dieren (omgangsrecht), maar door een conflict zegt de andere
partner dat er geen omgangsrecht meer is voor hem en de honden.
2. Wat is de rechtsvraag?
§ Heeft de partner recht op contact met de honden?
3. Oordeel van het hof?
§ Het Hof van Beroep verleent effectief dat contactrenrecht met een
omgangsregeling waarin de rechtbank van 1e aanleg dat nog had
geweigerd.
§ De redenering die het hof gaat toepassen, gaat ineens heel de
behandeling van de zaak niet volledig gaat laten vallen onder het
goederenrecht, maar de link gaat leggen met het bredere kader van het
familierecht. Dit kon je zien in;
o De bevoegdheid van de rechter in eerste aanleg. Dat rechtbank
was de familierechtbank. De familierechtbank is NIET bevoegd
voor conflicten tussen feitelijke samenwoners. Zij is enkel bevoegd
voor conflicten tussen gehuwden, conflicten tussen wettelijke
samenwoners. Kinderen of maatregelen die slaan op de verdeling
van goederen bij feitelijke samenwoners.
o De familierechtbank in eerste aanleg behandeld de zaak helemaal
niet als een verdelingsvordering. De echte vraag is om het
omgangsrecht toe te kennen.
5
, o Hof van Beroep ken daar WEL een omgangsrecht toe. Hij zet een
bruggetje naar het familierecht.
§ Het dier wordt gekwalificeerd als een quasi-goed waarin het zakenrecht
niet onverkort van toepassing is. Het Hof van Beroep gaat echter nog een
stap verder en gaat naar de dierenwelzijnswetgeving. Ook dieren zijn
allemaal in 2019 dragers van bepaalde rechten.
2. VANAF WANNEER IS IEMAND PERSOON?
Algemeen
De rechtspersoonlijkheid van een natuurlijke persoon ontstaat vanaf zijn geboorte als
levende en levensvatbare mens. Dat is echter niet voldoende om een rechtspersoon te zijn.
Je moet ‘levend’ zijn (ademen) en levensvatbaar zijn.
" Wettelijke levensvatbaarheidsgrens (art. 326 BW)
o Het kinds wordt, behoudens tegenbewijs,
vermoed te zijn verwekt in het tijdvak van de 300e
tot en met de 180e dag voor de geboortedag en
op het tijdstip dat voor hem het gunstigste is (…)
Een kindje wordt verwekt en is er dus sprake van een zwangerschap. Als alles goed verloopt,
wordt het levend geboren en dus levensvatbaar.
De normale duur van de zwangerschap duurt 9maanden, maar correcter om te zeggen is dat
het 40weken duurt na de laatste menstruatie. De verwekking zelf gebeurt meestal 2weken
van de laatste dag van de menstruatie.
Eenmaal het kind levend geboren wordt, en dus levensvatbaar, dan is er de eerste stap art.
42 BW. à Het medisch personeel dat aanwezig is bij de geboorte, zal alvast kennis gaan
geven bij die geboorte aan de ambtenaar van de burgerlijke zaak. Die kennisgeving wordt
vervolgd met een aangifte bij de ambtenaar van de burgerlijke stand. Dat is artikel 43 BW.
De ambtenaar van de burgerlijke stand gaat na de aangifte aan akte van geboorte aanmaken
dit is te vinden in art. 43 en 44 BW.
Levenloos kind
Een zwangerschap kan ook niet altijd goed eindigen. Het kan eindigen in een miskraam of
een bevalling van een levenloos kind. Lange tijd werd er in ons recht, in deze situaties geen
rechtsgevolgen toe gehecht. In de laatste decennia zijn er wijzigingen geweest die ervoor
gezorgd hebben dat er alsnog rechtsgevolgen zijn in die bepaalde periodes van de
zwangerschap.
Bij een bevalling van een levenloos kind, moet er en onderscheid worden gemaakt vanaf
wanneer dat kindje geboren gaat worden.
Een levenloos kindje wordt dus geboren, waarna die wettelijke levensvatbaarheidsgrens
terug naar boven komt. Want eerste belangrijke mijnpaal die je in je achterhoofd moet
houden is de 180daagse post conceptie, dat is bijna 26weken zwangerschap.
Indien een vrouw bevalt van een levenloos kind, na de 180 dagen post conceptie, zijn er
twee belangrijke rechtsgevolgen die intreden:
- De begrafenis/ crematie verplicht
- Akte van een levenloos kind is verplicht
6
,Indien het levenloos kindje wordt geboren tussen de verwekking en de
levensvatbaarheidsgrens van 180 dagen, dan zijn er ook alsnog rechtsgevolgen die spelen.
Deze zijn:
- Begrafenis of crematie, maar enkel op verzoek van de ouders.
- Akte van een levenloos kind is mogelijk op voorwaarden:
o Dat het kind geboren is op 160 dagen post conceptie
o Dat er een verzoek daarop wordt ingediend van de moeder, vader of
meemoeder (lesbische partner van de vrouw van het kind).
Indien er een levenloos kindje wordt geboren tussen de verwekking en 140 dagen daarna, is
het niet mogelijk om het bestaan van dat kindje juridisch te gaan erkennen door opmaak van
een akte van de burgerlijke stand. Dat is enkel mogelijk indien het kindje minstens 140
dagen oud is geweest op het moment van de bevalling.
Art. 58 §2 BW:
" … op verzoek van de moeder of op verzoek van de vader of de meemoeder die is gehuwd
met de moeder of die een prenatale erkenning heeft gedaan, of, op verzoek van de vader
of de meemoeder die niet is gehuwd met de moeder noch het verwekt kind heeft erkend
en met toestemming van de moeder.
o Je bent juridisch moeder van een kind indien je ervan bent bevallen.
o Je bent afstammeling van het kind indien je gehuwd bent met de moeder.
o Je bent niet getrouwd met de moeder, maar je erkent het kind. Dan ben je juridisch
gezien ouder van het kind.
" Prenatale erkenning è je kan het kind voor zijn/haar geboorte al erkennen als je eigen
kind.
" Het gerecht zelf kan je erkennen als de ouder van het kind.
" “Met toestemming van de moeder” è de moeder heeft dus vetorecht in de facto het
koppel niet gehuwd is en het kind nog niet erkend hebben, of in geval van een geboorte
van een levenloos kind tussen 140 dagen en 180 dagen die akte van levenloos kind te
laten opstellen.
Akte van een levenloos kind is te vinden in Art. 58-59 BW
" Waarom bestaat de akte van een levenloos kind als er nooit “een persoon” is geweest?
o Die wettelijke levensvatbaarheidsgrens van 180 dagen, daar heeft de wetgever
historisch gezien wel altijd gevolgen aan vastgeknoopt. Meer bepaald moest je
steeds, wanneer er een kind werd geboren na die wettelijke
levensvatbaarheidsgrens, al een dergelijke akte van een levenloos kind laten
opstellen. De redenering hierachter was dat men misdrijven wou voorkomen.
§ Hypothese: onderschuiving van een kind
ð Gaat over dat er één persoon bevalt van een kind en ander persoon
een kind wil, maar niet is/kan van bevallen. Dat de eerste persoon
tegen de andere zegt dat die zijn kind mag hebben en doen alsof het
kind is van de tweede persoon.
Het bezien in de maatschappij, dat er steeds meer aandacht is gekomen in de
rouwverwerking van mensen die hun kindje verloren hebben. Zij zouden het meet kunnen
verwerken indien zij het ergens juridisch kunnen herkennen dat die niet echt bestaan
7
,hebben, maar er toch zijn geweest. Die uitbreiding van voor 180dagen is er geweest op
vraag van ouders. Dat is dus een symbolische maatregel om de rouwverwerking van de
ouders te helpen.
De vermeldingen die moeten worden opgenomen in de akte van een levenloos kind kan je
vinden in art. 59 BW:
- Voornamen van het kind kunnen worden opgenomen op verzoek
- De naam van het kind (achternaam) mogelijk op verzoek + enkel indien het kind
geboren is op min. 180 dagen postconceptie.
- Gegevens van de ouders. à ‘De naam, de voornamen, de geboortedatum en de
geboorteplaats van de vader of de meemoeder, die gehuwd is met de moeder of die
een prenatale erkenning heeft gedaan, of, op zijn of haar verzoek en met
toestemming van de moeder, de naam, de voornamen, de geboortedatum en de
geboorteplaats van de vader of de meemoeder die niet gehuwd is met de moeder
noch het verwekt kind heeft erkend’
Verwekt menselijk leven
Het recht kent een bepaalde regel die een opschortende bescherming vastknoopt aan een
verwekt menselijk leven. Die regel is het Infas conceptus pro iam nato habetur quotiens de
eius commidus agitur.
ð Dat betekent dat een kind wordt vanaf de verwerking reeds beschouwd als geboren
en dus als rechtssubject telkens dat in zijn belang is, voor zover hij nadien levend en
levensvatbaar wordt geboren.
o Art. 906 BW
" Om bij schenking onder de levenden te kunnen verkrijgen, is het voldoende
dat men verwekt was op het ogenblik van de schenking.
Om bij testament te kunnen verkrijgen, is het voldoende dat men verwekt
was op het ogenblik van de dood van de erflater.
Niettemin zal de schenking of het testament slechts gevolg hebben indien
het kind levensvatbaar wordt geboren.
3. TOT WANNEER IS IEMAND PERSOON?
Overlijden
We zitten dus in een hypothese dat een persoon helaas overleden is, dat er weldegelijk een
lijk is om te onderzoeken en dat er een arts is, die bevestigd dat de persoon inderdaad is
overleden. Die arts zal het overlijden verklaren/bevestigen in een overlijdensattest.
Het is op basis van dat overlijdensattest dat de ambtenaar van de burgerlijke stand later dan
een akte van overlijden zal opstellen.
Gerechtelijke verklaring van overlijden (vermisten)
Soms is het mogelijk dat de lijk niet in handen is, dat er een situatie is dat het overlijden van
een persoon redelijk zeker is, maar dat het lijk niet is teruggevonden. (Bv.: natuurramp,
oorlog).
In dat geval spreken we van een vermiste persoon.
8
,In dat geval zal de familierechtbank het overlijden en de datum van het overlijden
gerechtelijk vast kunnen stellen. Waarna op basis van het vonnis van de familierechtbank, de
akte van overlijden worden opgemaakt door de ambtenaar van burgerlijke stand.
Wat indien, tegen alle verwachtingen, de persoon toch nog in leven blijkt en keert terug.
Wat kan je dan doen?
" Het is dan mogelijk om die akte van overlijden te laten verbeteren door te zeggen dat die
persoon helemaal niet dood is en dat doet men via de procedure tot verbetering van de
akte van burgerlijke stand.
Verklaring van afwezigheid (‘alsof-overlijden’)
Het is hier onzeker of iemand in leven is of niet. Er is namelijk geen lijk en men heeft ook
helemaal geen idee waar die persoon is/ zou kunnen zijn.
In dat geval spreken we van afwezige personen.
In dergelijke gevallen is het mogelijk om naar de vrederechter te gaan en daar te vragen om
een vermoeden van afwezigheid gerechtelijk vast te stellen. De voorwaarden om deze te
kunnen aanvragen, staan opgesomd in art. 112 BW:
- Er moet sprake zijn van een termijn van 3maanden afwezigheid
Het voordeel van dat vermoeden van afwezigheid, is dat de goederen van die afwezige
persoon beheerst kunnen worden door zijn algemeen volmachtigde en ook voor de kinderen
is er een oplossing voorzien. Deze bestaat in de toepassing van het voogdijrecht.
Het is weldegelijk mogelijk dat die persoon toch nog gaat opduiken en dan zal die
vermoeden van afwezigheid worden beëindigd. Het vermoeden van afwezigheid zal ook
worden beëindigd als de persoon effectief overleden bleek, en de onzekerheid dus is
weggenomen of door de verklaring van afwezigheid.
De verklaring van afwezigheid is de tweede fase binnen het “alsof-overlijden”. De
familierechtbank kan ook gerechtelijk vaststellen dat die persoon effectief afwezig is. Ook
hier zijn er een aantal voorwaarden aan verbonden, deze staan in art. 118 BW:
- Verklaring van afwezigheid kan worden vastgesteld ofwel 5jaar of langer sinds het
vermoeden van afwezigheid door de vrederechter is vastgelegd
- Of na afloop van een termijn van 7jaren afwezigheid.
Die twee zaken hoeven niet altijd volledig zijn.
Nadat de verklaring van afwezigheid gerechtelijk is vastgesteld door de familierechtbank,
dan zal de ambtenaar van de burgerlijke stand een akte van afwezigheid gaan opstellen.
Deze heeft alle rechtsgevolgen van de akte van overlijden.
Ook hier is er mogelijk dat die persoon toch nog gaat opduiken. Op dat moment is het
mogelijk om een verbetering door te voeren van de akte.
9
, Hoofdstuk 3: Identiteit
1. DE FEITELIJKE IDENTITEIT: DE PERSOONLIJKHEIDSRECHTEN
Algemeen
Wie ben ik? Hoe stel ik me voor? Mijn geaardheid? Hoe ik me al dan niet vocaal presenteer
op sociale media.
Alle kenmerken behoren tot je persoonlijkheid.
Persoonlijkheidsrechten is de bescherming van iemands persoonlijkheid in zijn verhouding
met andere burgers.
Deze zijn te onderscheiden van grondrechten. Grondrechten zijn namelijk verhoudingen met
de overheid.
De persoonlijkheidsrechten is echter een vaag leerstuk. Het gaat dus over de bescherming
van de identiteit die je zelf hebt gevormd voor jezelf naar andere mensen toe. Op welke
vorm die bescherming juist aanneemt, dat is helemaal niet duidelijk afgebakend.
Deze persoonlijkheidsrechten zijn ontwikkeld door de rechtsleer, gehandhaafd door de
rechtspraak, sporadisch beschermd door de wet.
Dat zorgt ervoor dat we ons kunnen afvragen of we die persoonlijkheidskenmerken moeten
kwalificeren? Daarover is de rechtsleer echter verdeeld.
• Vrijheid of belang – (passief) afweer
• Subjectief recht – (actieve) zeggenschap
o Dat je daar een actievere rol als burger kunt opnemen.
o Je kan daar een actieve zeggenschap van opeisen.
• Private grondrechten: op spectrum tussen vrijheid en recht; belangenafweging.
o Grondrechten in verhouding met andere burgers.
Kenmerken
- Het zijn algemene kenmeren voor elke persoon
ð Dit betekent echter niet dat iedereen op dezelfde de manier die
persoonlijkheidsrechten zal kunnen uitoefenen. Het zal afgaan of het al dan niet
aanhangt van algemene persoonlijkheidsrechten of bijzondere
persoonlijkheidsrechten.
- Ze zijn tegenstelbaar aan iedereen
ð Negatieve (afweerbare) en positieve (zeggenschap) bescherming
§ Discussie over de kwalificatie als vrijheden en rechten
ð Maar belangenafweging: tegenover de individuele belangen van andere personen
én tegenover het algemeen belang.
§ Jouw vrijheid eindigt waar die van anders begint.
§ Persoonlijkheidsrechten gaan tegenover elkaar moeten worden afgewogen.
§ Persoonlijkheidsrechten moeten daarnaast ook worden afgewogen
tegenover het algemeen belang.
Dit betekent ook dat die belangenafweging altijd in concreto gaat moeten gebeuren. En dit is
juist dat het personenrecht zo interessant maakt, maar ook weer zo moeilijk. Je gaat
10
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller StudentLx. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.09. You're not tied to anything after your purchase.