Dit is een samenvatting voor het vak Inleiding Boekhouden, behorend tot de studie Bedrijfseconomie aan Tilburg University. Het betreft een samenvatting van het boek Jaarverslaggeving, druk 8, door Peter Epe. Daarnaast is het aangevuld met aantekeningen uit de hoorcolleges die bij dit vak horen. De ...
Hoofdstuk 1 Externe verslaggeving: relaties met andere vakgebieden en
ontwikkeling
In dit boek Jaarverslaggeving gaat het primair om de wettelijke verplichting van het publiceren van de
externe jaarstukken
Publiceren
Publiceren in de zin van de wet houdt in dat de jaarstukken worden gedeponeerd bij het
Handelsregister dat wordt beheerd door de Kamer van Koophandel (paragraaf 5.4.1); hiermee
worden de jaarstukken voor iedereen toegankelijk
Jaarstukken
Wettelijk moeten de volgende jaarstukken worden gedeponeerd (zie paragraaf 5.2):
- de jaarrekening
- het bestuursverslag
- de overige gegevens
Jaarrekening
Het verreweg belangrijkste onderdeel van de jaarstukken is de jaarrekening: het geheel van de
balans en de resultatenrekening en de op beide stukken betrekking hebbende toelichting.
Naast deze externe jaarrekening (terrein van de financial accounting) kennen we ook:
- de interne jaarrekening (terrein van de management accounting) is bedoeld voor leiding
organisatie om organisatie te leiden
- de fiscale jaarrekening (terrein van het belastingrecht) is bedoeld om het winstbedrag te bepalen,
waarover winstbelasting moet worden betaald
Intern (management a) Extern (financial a)
Wettelijke voorschriften Nee Ja
Frequentie Vrijwel doorlopend Periodiek
Detaillering Zeer gedetailleerd Meer globaal
Tijdstip van berichtgeving Vrij snel na einde periode Later
Mogelijke neiging tot ‘creative Nee, althans niet op het niveau Ja
accounting’ van de centrale leiding
Bob zegt hier ja
Verschillen tussen interne en externe informatieverschaffing
Balans
* = de toename van het eigen vermogen gedurende het boekjaar is de winst over het boekjaar
(afgezien van rechtstreekse vermogensmutaties)
- eigen vermogen is permanent
- vreemd vermogen is tijdelijk
Resultatenrekening
Verband tussen de balans en de resultaten-
rekening: voorbeeld 1.1
,Financiële analyse
In dit boek Jaarverslaggeving – behorende bij het vakgebied Financial Accounting (ook wel externe
verslaggeving) – gaat het in eerste instantie om het geven van een getrouw beeld van het eigen
vermogen per einde van het boekjaar en van het resultaat over het boekjaar
Daarnaast kan een jaarrekening een beoordeling mogelijk maken van de rentabiliteit, de solvabiliteit
en de liquiditeit van de onderneming
Rentabiliteit (vermogensopbrengst / gemiddeld vermogen)
De rentabiliteit geeft in procenten aan hoe hoog het rendement in het boekjaar is geweest op het
totale vermogen (de RTV), het eigen vermogen (de REV) en het vreemd vermogen (de RVV).
Solvabiliteit
De solvabiliteit is de mate waarin de onderneming in staat is op lange termijn aan haar verplichtingen
aan schuldeisers te voldoen
indicatie: de verhouding tussen het eigen en het totale vermogen (hoe hoger deze verhouding,
hoe beter de solvabiliteit)
Liquiditeit
De liquiditeit is de mate waarin de onderneming in staat is aan haar lopende betalingsverplichtingen
te voldoen
indicatie: de current ratio = vlottende activa / kortlopende verplichtingen (hoe hoger de current
ratio, hoe beter de liquiditeit)
Ontwikkeling externe verslaggeving
1928 Publicatieplicht voor beursgenoteerde ondernemingen
1971 Wet op de Jaarrekening van Ondernemingen (WJO)
1984 en later Harmonisatie binnen Europese Uni van de nationale verslaggevingsregels door
incorporatie van een aantal EG/EU richtlijnen
2005 IFRS van de IASB van toepassing verklaard voor Europese beursgenoteerde
ondernemingen
De momenteel geldende regelgeving is dus als volgt:
- IFRS voor beursfondsen
- Nationale regelgeving voor niet-beursgenoteerde ondernemingen
3 modellen voor de jaarrekening
1. Het bezitsmodel: er is geen sprake van scheiding tussen leiding en eigendom = eenmanszaak
2. Het klassieke / gesloten model: 2 partijen, kapitaalverschaffer en -beheerder verantwoording
3. Het moderne / open model: beursgenoteerde ondernemingen die beroep doen op groep
beleggers informeren
Kernfuncties van de jaarrekening
1. De verantwoordingsfunctie ten behoeve van kapitaalverschaffers
2. De informatiefunctie ten behoeve van de overige belanghebbenden
, Creative accounting
Het aanpassen van de jaarrekening om het door de
ondernemingsleiding gewenste beeld naar buiten te brengen.
Ook wel winststuring of earnings management genoemd
Vormen:
- winst opwaarts bijstellen
- winst neerwaarts bijstellen
- winst egaliseren (income smoothing), figuur 1.2
- ‘taking a bath’-strategie, figuur 1.3: verlies vergroten
Hoofdstuk 2 Waarde en winst
Voor het vaststellen van het vermogen, en daarmee dus de winst, bestaan twee verschillende
benaderingen: het economisch waardebegrip en het boekhoudkundig waardebegrip
Het economisch waardebegrip
- In de onderneming speelt zich een transformatieproces af. Een onderneming investeert in
productiemiddelen (bv machines) van dat transformatieproces, omdat er verwacht wordt dat ze
leiden tot waarde creatie: de verkoopwaarde van de outputs moet hoger zijn dan de inkoopwaarde
van de opgeofferde productiemiddelen.
- De waarde van een onderneming wordt bepaald door de opbrengst van de met behulp van de
aanwezige inputs te produceren outputs. de bedrijfswaarde is de contante waarde van de
toekomstige netto-ontvangsten van de te produceren goederen.
- Aangezien er eerst geïnvesteerd wordt en de verkoopontvangsten later pas plaatsvinden, moeten
de netto-ontvangsten contant gemaakt worden.
- De jaarwinst = rente x boekwaarde productiemiddel begin periode
- Bovenstaande kan natuurlijk alleen als op elk moment precies voorspeld kan worden welke
kasstromen er komen grote mate van subjectiviteit! In de praktijk moeten de
kasstroomschattingen voortdurend aangepast worden, als het economisch waardebegrip wordt
toegepast.
- indirecte opbrengstwaarde = bedrijfswaarde contante waarde van de toekomstige netto-
kasstromen uit de productie
- directe opbrengstwaarde = netto-opbrengst van de productiemiddelen, als ze door de
onderneming worden verkocht. Reële waarde – nog te maken kosten
- liquidatiewaarde = normaal is de directe opbrengstwaarde lager dan de indirecte
opbrengstwaarde. Een speciale vorm van de directe opbrengstwaarde is de liquidatiewaarde = de
waarde bij gedwongen verkoop door faillissement. Dit is slechts een fractie van de aankoopprijs
Het boekhoudkundig waardebegrip
- Dit waardebegrip gaat niet uit van waardering van de onderneming als geheel, maar van
waardering van individuele activa, uitgaande van inkoopprijzen.
- Hier ga je niet disconteren en kijk je wat de werkelijke afschrijvingen en de werkelijke inkomsten
zijn.
- Lease en huuractiva komen niet op de balans
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lisedehond. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.96. You're not tied to anything after your purchase.