100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting ICV + voorbeeldoefeningen $4.23   Add to cart

Summary

Samenvatting ICV + voorbeeldoefeningen

1 review
 88 views  5 purchases
  • Course
  • Institution

Alles wat je moet kennen voor het examen van dit vak + opgeloste voorbeeldoefeningen. Ik behaalde hierdoor een 18/20

Preview 3 out of 17  pages

  • December 11, 2020
  • 17
  • 2019/2020
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: wigdan8_2002 • 1 year ago

Translated by Google

very good summary!

avatar-seller
INFORMATIEVE EN COMMUNICATIEVE VAARDIGHEDEN

1. KRITISCH DENKEN

1.1 verklaringen en wetenschap

Eigenschappen waaraan wetenschap te herkennen is:

1) Wetenschap stelt vragen en geeft verklaringen die betrekking hebben op de
natuurlijke wereld.
2) Wetenschap werkt met testbare ideeën.
3) Wetenschap werkt met falsifieerbare ideeën: hypothese (= mogelijke verklaring
voor een observatie) falsifieerbaar moet zijn. Falsifieerbaar wil zeggen dat een
hypothese in principe te weerleggen moet zijn.
4) Wetenschap baseert zich op experimenten en bewijzen.


1.2 definities

Bewijs: Feiten/waarnemingen die een hypothese of theorie bevestigen of juist ontkrachten.
Let hierbij op: een bewijs voor een theorie betekent NIET dat de theorie ook een model is
dat de werkelijkheid helemaal correct beschrijft. Hierbij maakt de Engelse taal meer
onderscheid voor het woord 'bewijs': Scientific evidence (niet: scientific proof). Een citaat
dat aan Albert Einstein wordt toegeschreven, luidt: "No amount of experimentation can ever
prove me right; a single experiment can prove me wrong."

Feit: Van Dale woordenboek definieert een feit als "gebeurtenis of omstandigheid waarvan
de werkelijkheid vaststaat". In de wetenschappelijke context gaat het hier om een
zintuigelijke waarneming of een instrumentele meting. Hou hierbij wel in gedachte dat het
om een objectieve waarneming moet gaan (dat wil zeggen: onafhankelijk van de opvattingen
of het perspectief van de waarnemer; hierbij moet worden opgemerkt dat dit niet altijd
mogelijk is. Een bekende parabel is dat van de blinde mannen en de olifant, die elk een
andere waarneming hebben en hun conclusie trekken wat een olifant is - zie onderstaande
illustratie ).

Hypothese: Mogelijke verklaring voor een observatie. Hou hierbij in gedachte dat een
hypothese geen eindpunt is, maar het begin van nieuwe experimenten om de hypothese te
testen. Zoals eerder aangegeven moet een hypothese falsifieerbaar zijn, dat wil zeggen dat
er in principe een experiment uitgevoerd kan worden of een observatie gedaan kan worden
die de hypothese weerlegt.

Theorie: In het dagelijks taalgebruik wordt het woord "theorie" vaak gebruikt om een
hypothese of veronderstelling aan te geven ("Wat is jouw theorie over wie deze moord heeft
gepleegd?"). Een wetenschappelijke theorie is echter een goed onderbouwde
verklaring over een aspect van de natuur, gebaseerd op feiten die herhaaldelijk zijn
bevestigd door observaties of experimenten. Een theorie is dus een soort model dat

,observaties verkaart en voorspellingen doet. Wetenschappelijke theorieën veranderen soms
door nieuwe observaties die tot andere of verfijndere modellen leiden.

Wet: Een wet in de wetenschap is een (vaak mathematische) beschrijving van een natuurlijk
fenomeen. Denk bijvoorbeeld aan de wetten van Newton, die de relaties van krachten en
beweging weergeven. Je kent waarschijnlijk wel de formule F = m.a (kracht = massa x
versnelling). Een misvatting is dat een theorie met voldoende bewijs zou overgaan in een
wet. Een wet beschrijft een observatie, maar biedt geen verklaring zoals een theorie. Een
theorie en een wet zijn dus twee verschillende dingen.



1.3 vroege observaties: menselijke anatomie

vindingen van Vesalius omvatten:

 De positie van elke spier in het menselijk lichaam.
 Het kamertussenschot (de afscheiding tussen de rechter en linker hartkamer) is niet
poreus, zoals Galenus claimde.
 Vesalius ontdekte en gaf naam aan de “mitralisklep”: de hartklep tussen de
linkerboezem en linker hartkamer, en stelde dat dit de richting van de bloedstroom
bepaalt.
 Vesalius ontdekte door studie van de gezichtszenuw dat zenuwen niet hol zijn, zoals
wel werd aangenomen.

Engelsman William Harvey, die het meest bekend is geworden door de ontdekking van de
bloedsomloop.


2. ONDERZOEK ID PRAKTIJK

2.1 fundamenteel onderzoek

= basisch onderzoek

 biologie achter een medisch probleem te begrijpen.
 Fundamenteel onderzoek richt zich op het begrijpen van grondbeginselen.
 Dit type van onderzoek zal niet dadelijk resulteren in een medische toepassing, maar
kan daar op langere termijn wel aanleiding toe geven.
 Fundamenteel onderzoek gaat dus vaak vooraf aan translationeel en klinisch
onderzoek.
 In academische centra

, 2.2 translationeel onderzoek

 kijken of de kennis die binnen het fundementeel onderzoek werd opgedaan, kan
gebruikt worden om een toepassing in de kliniek of medische praktijk te
ontwikkelen. Getest in pre-klinische cel- en diermodellen, met het oog op latere
toepassingen in de patiënt.
 iets getest worden op celcultuur of diermodellen maar nog niet in patiënten.
 'bench to bedside' (of B2B) onderzoek genoemd: de brug wordt gelegd tussen de
resultaten van de 'bench' van de fundamentele onderzoeker en de 'bedside' van de
patiënt in de kliniek.
 In academische centra en industrie


2.3 klinisch onderzoek

 positieve resultaten uit het translationeel onderzoek verder gevalideerd in
patiënten.
 tussen industrie en ziekenhuizen.




2.4 epidemologisch onderzoek

 incidenties van ziektes en evolutie ervan doorheen de tijd in kaart.
 Dit onderzoek houdt zich ook bezig met de vraag of bepaalde factoren een invloed
hebben op gezondheid of ziekte.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller helenaswinnen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.23. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62890 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.23  5x  sold
  • (1)
  Add to cart