Hoofdstuk 17 Kinderalimentatie
17.1 Inleiding
Tussen ouders en kinderen bestaat een familierechtelijke betrekking. Er bestaat een
wederzijdse verplichting om in elkaars levensonderhoud te voorzien (art. 1:392).
17.2 Kenmerken en beginselen
Juridische onderhoudsplicht vloeit voort uit de morele verplichting van ouders om hun
kinderen te onderhouden. Beschermingsbeginsel speelt een belangrijke rol. In titel 17
afdeling 1 zijn algemene bepalingen opgenomen die niet alleen op de ouder-kindrelatie
betrekking hebben, maar eveneens zien op de overige onderhoudsverplichtingen. Tweede
afdeling ziet specifiek op de onderhoudsplicht jegens kinderen.
Belang van het kind vormt een belangrijk uitgangspunt in beginsel hebben minimaal twee
ouders een onderhoudsplicht t.a.v. het kind. Daarnaast is van belang dat
kinderalimentatierecht dwingend recht is. Indien ouders er onderling niet uitkomen, kan de
rechter de kinderalimentatie vaststellen. Wettelijk systeem is gebaseerd op het
veranderlijkheidsbeginsel.
17.3 Belangrijke ontwikkelingen
In 1970 werd naast de bestaande onderhoudsplicht voor juridische ouders en verwekkers
een onderhoudsplicht ingevoerd voor stiefouders. In 1998 kwam daar een
onderhoudsplicht bij voor de mannelijke instemmende levensgezel en voor
de niet-ouder die samen met de juridische ouder het gezag heeft over het
kind. Sinds 2014 heeft ook de vrouwelijke instemmende levensgezel een
wettelijke onderhoudsplicht.
Bij kinderalimentatie zijn niet de verplichting en de duur onderwerp van
debat, maar de manier waarop de alimentatie wordt vastgesteld. Centraal
staat de vraag of het noodzakelijk is om een forfaitair stelsel in te voeren.
Hierbij worden vaste bedragen als uitgangspunt genomen.
17.4 Verhouding tot andere rechtsgebieden
Kinderalimentatie en partneralimentatie gaan vaak hand in hand als de ouders van het kind
getrouwd waren of een gp hadden. Recht op levensonderhoud hangt nauw samen met het
socialezekerheidsrecht. Recht op bijstand door de overheid is subsidiair t.a.v. het
onderhoudsrecht van kinderen jegens hun ouders. Daarnaast hang het onderhoudsrecht
samen met het recht op studiefinanciering.
17.5 Internationaal recht
Recht van kinderen op levensonderhoud is gewaarborgd in art. 27 IVRK. Daarnaast is de
staat op grond van het IVRK verplicht om te voorzien in programma’s voor materiële bijstand
en ondersteuning.
17.6 Onderhoudsgerechtigden
17.6.1 Inleiding
Drie categorieën kinderen kunnen worden onderscheiden:
- Minderjarigen (jonger dan 18)
, - Jongmeerderjarigen (vanaf 18 tot 21)
- Meerderjarigen (21+)
Kinderen tot 21 hebben een onvoorwaardelijke aanspraak op levensonderhoud;
behoeftigheid is geen vereiste.
17.6.2 Minderjarigen
Art. 1:404 lid 1 minderjarigen hebben een recht op levensonderhoud jegens hun ouders.
Alimentatie voor minderjarigen is niet aan matiging onderhevig (art. 1:399).
17.6.3 Jongmeerderjarigen
Art. 1:395a lid 1 jongmeerderjarigen hebben recht op een voorziening in de kosten van
levensonderhoud en studie. Is ook niet afhankelijk van behoeftigheid.
17.6.4 Meerderjarige kinderen vanaf 21 jaar
Meerderjarigen vanaf 21 hebben slechts een recht op levensonderhoud jegens hun ouders,
indien zij behoeftig zijn (art. 1:392 lid 2). Heersende leer: het enkele feit dat een kind
studeert betekent niet dat het kind behoeftig is.
17.6.5 Voorrangsregeling bij meerdere onderhoudsgerechtigden
Art. 1:400 lid 1 minderjarige en jongmeerderjarige (stief)kinderen hebben voorrang
boven overige onderhoudsgerechtigdden. Indien een onderhoudsplichtige meerdere
kinderen heeft, dan hebben zij in beginsel ieder recht op een gelijk deel, tenzij bijzondere
omstandigheden aanleiding geven tot een andere verdeling.
17.7 Onderhoudsplichtigen
17.7.1 Inleiding
Onderscheid kan worden gemaakt tussen de juridische ouders van het kind en andere
personen die jegens het kind onderhoudsplichtig zijn.
17.7.2 Juridische ouders
Art. 1:392 lid 1 sub a ouders zijn verplicht tot het verstrekken van levensonderhoud.
17.7.3 Verwekker en instemmende levensgezel
Art. 1:394 een kind dat alleen een juridische moeder heeft, kan een onderhoudsrecht
inroepen jegens de verwekker of de persoon die als levensgezel van de moeder heeft
ingestemd met een daad die de verwekking van het kind tot gevolg kan hebben gehad. Valt
wanneer het kind twee juridische ouders heeft, maar in de jurisprudentie is hierop een
uitzondering aanvaard: indien er op grond van art. 8 EVRM family life bestaat tussen het kind
en de verwekker ‘en van de juridische ouder geen onderhoud kan worden verkregen of van
de moeder redelijkerwijs niet kan worden gevergd dat ze de juridische ouders aanspreekt’,
dan kan de verwekker toch gehouden zijn tot het verstrekken van levensonderhoud.
17.7.4 Positie van de donor
Donor heeft geen onderhoudsverplichting.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller hannameeder. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.28. You're not tied to anything after your purchase.