Onderzoekend handelen
Hstk 1: vormingsplicht
Het BIV verplicht iedere titularis om jaarlijks gemiddeld 10 uur permanente vorming te volgen:
Wie enkel op de kolom van de bemiddelaars staat ingeschreven, moet jaarlijks 10 uur
permanente vorming volgen.
Wie op beide kolommen (syndicus en bemiddelaar) is ingeschreven, moet per jaar 20 uur
permanente vorming volgen.
SMART ?
Specifiek
o Omschrijf het doel duidelijk en concreet. Het moet een waarneembare actie, gedrag
of resultaat beschrijven waaraan een getal, bedrag, percentage of ander kwantitatief
gegeven verbonden is.
Meetbaar
o Het is een maat voor de kwaliteit van de te leveren inspanningen. Hoeveel gaan we
doen? Hoe kunnen we dat meten? Wat is er klaar als het af is?
Acceptabel
o Als je een doel voor jezelf stelt, dan is het voldoende dat je het zelf accepteert. Maar
wanneer je een doel voor meerdere mensen stelt, dan is het belangrijk dat er
draagvlak voor is
Realistisch
o Is je doel haalbaar? Is er een uitvoerbaar plan met aanvaardbare inspanningen? Een
onbereikbaar doel motiveert je niet. Moeilijk bereikbare doelen kun je opsplitsen in
kleinere haalbare subdoelen.
Tijdgebonden
o Wanneer beginnen je met de activiteiten? Wanneer ben je klaar? Wanneer is je doel
bereikt? Een doel heeft een duidelijke startdatum en einddatum.
Wat is communicatie
Communicatiewetenschappers beschouwen hun vak als een discipline die de
menselijke communicatie bestudeert in al haar vormen en contexten. De leer van
communicatie is verwant met o.a. taal (geschreven taal, lichaamstaal, beeldtaal…),
kennisleer (begrijpen en interpreteren van boodschappen, subjectiviteit versus
objectiviteit), sociologie (uitdrukking vanuit of door of voor een groep) en psychologie
(individuele uitdrukking).
Het ontstaan van de wetenschap der communicatie is al vroeg in de geschiedenis
terug te vinden. Post-Socratische filosofen Plato en Aristoteles waren de allereerste
onderzoekers op vlak van persuasieve communicatie. Het duurde echter tot de 20e
eeuw alvorens men formeel onderzoek deed naar de basisbeginselen van
communicatie.
In 1948 is het Harold Lasswell die als eerste een gedegen model formuleert om het
proces van communiceren te structureren: ‘Who says what in which channel to whom
with what effect’. Hij beschrijft een proces dat duidelijk begint bij een zender.
Lasswells model is echter oud en zeer eenvoudig. Te eenvoudig, zo blijkt wanneer
,andere communicatiewetenschappers zich buigen over deze materie. Het
basismodel van Lasswell onderging doorheen de jaren vele aanpassingen maar
vooral toevoegingen (Verstraeten, 2004).
Dankzij het onderzoek van menig communicatietheoreticus wordt vandaag
algemeen volgend communicatiemodel gehanteerd:
Een meer omvattende definitie is van sociaal psycholoog Frank Oomkes, die stelt
‘Communicatie is de uitwisseling van symbolische informatie, die plaatsvindt tussen
mensen die zich bewust zijn van elkaars aanwezigheid, onmiddellijk of gemedieerd.
Deze informatie wordt deels bewust, deels onbewust gegeven, ontvangen en
geïnterpreteerd’ (Oomkes, 2013).
Zowel in het basis communicatiemodel als in de definitie van Oomkes onderscheiden
we verschillende elementen die in de volgende pagina beknopt worden toegelicht.
Zender, boodschap, ontvanger
Bij het communiceren tussen één of meer mensen, wordt informatie overgedragen. In de
communicatietheorie noemt men deze informatie de boodschap. De persoon die een boodschap aan
de ander overdraagt wordt de zender genoemd; de persoon die de boodschap ontvangt de
ontvanger. Bij communicatie is er sprake van tweerichtingsverkeer. Dit wil zeggen dat de ontvanger
tegelijk ook zender is omdat hij op de ontvanger reageert. De posities van zender en ontvanger
wisselen elkaar af. Communicatie is een (cirkelvormig) proces van interactie, van wederzijdse en
gelijktijdige beïnvloeding.
,Coderen en decoderen
Wanneer een zender een boodschap wenst over te dragen, dan zet hij zijn ideeën of gevoelens om in
waarneembaar gedrag zodanig dat het toegankelijk wordt voor de zender. Het omzetten van
gedachten naar woorden noemt men in de communicatietheorie ‘coderen’. Coderen gebeurt bewust
of onbewust en zorgt ervoor dat informatie van binnen af naar de buitenkant gebracht wordt tot
waarneembaar gedrag.
Zodra de zender de boodschap codeerde, is het aan de ontvanger om hetgeen hij waarnam of
observeerde te gaan ‘decoderen’ en interpreteren. Een observatie slaat op het waarnemen met de
zintuigen (wat je ziet, hoort…). Een interpretatie daarentegen is een eigen verklaring voor de
waarneming. Bij een interpretatie staat de vraag ‘wat betekent dit voor mij?’ centraal waardoor het
is iets heel persoonlijks is. Dezelfde waarneming kan namelijk door verschillende mensen anders
geïnterpreteerd worden Je zou kunnen zeggen dat iedereen door een bepaalde bril (filter) zich een
voorstelling maakt van zichzelf en de ander.
Effect en feedback
Als zender van een boodschap is het belangrijk te weten of hetgeen je kwijt wilde aangekomen is of
niet. Wanneer een ontvanger de boodschap gecodeerd en dus geïnterpreteerd heeft, veroorzaakt dit
bij hem een bepaald effect. Bij een geslaagde communicatie is dat effect gelijk aan de intentie van de
zender. Is dat niet zo, dan kan dat leiden tot misvattingen. Wat de ontvanger laat merken van dit
effect heet feedback. Zodra de ontvanger een signaal terugkoppelt neemt hij de rol van zender in. Er
is dan sprake van tweezijdige communicatie, zonder begin- of eindpunt.
Als de ontvanger echter niet terugkoppelt dan spreken we over eenzijdige communicatie. De rollen
worden niet omgekeerd, zender blijft zender en ontvanger blijft ontvanger. Wanneer je de krant leest
of tv kijkt interpreteer je de boodschap wel maar zonder rechtstreeks terug te koppelen.
Kanaal
Een kanaal of medium is het middel dat we gebruiken om onze boodschap door te geven. Dat kan
bijvoorbeeld door middel van schrift, woorden, afbeeldingen, gebaren of uitdrukkingen.
Communicatie kan over grotere afstand gaan, maar het kan ook gaan om het zo genaamde 'face to
face' contact, communicatie van mens tot mens. Er zijn dus verschillende soorten kanalen. Zoals de
zintuiglijke kanalen: gezicht, gehoor, gevoel, geur en smaak. Maar ook mechanische kanalen zoals:
een pen of typemachine. Of elektronische kanalen zoals: de radio, een telefoon of computer. De
keuze van medium is even belangrijk als de inhoud van de boodschap. Niet alleen wat je zegt is van
belang, maar ook hoe.
Oomkes (2013) onderscheidt drie soorten kanalen: het vocaal auditieve kanaal (spreken en
luisteren), het visuele kanaal (zien en kijken) en het tactiele kanaal (aanrakingen).
Persoonlijke en mondelinge communicatie is voor verschillende doeleinden geschikt, maar vooral
geschikt voor gevoelige onderwerpen. Als zender zie je onmiddellijk de reactie van de ontvanger op
, je boodschap. Dat biedt de mogelijkheid om bij te sturen of te kaderen. Ook wanneer een zender
graag feedback krijgt op zijn boodschap of interactie wenst van de ontvanger, gebruikt hij het beste
deze vorm van communiceren.
Wanneer je als zender echter grote hoeveelheden of complexe informatie wenst door te geven, dan
is het gebruik van schriftelijke communicatie aangewezen. Zo kan je een offerte of prijsbestek voor
een klant beter visueel weergeven op papier. Het biedt de ontvanger de mogelijkheid om alles rustig
door te lezen. Daarnaast sluit het discussies achteraf uit. Heel wat conflicten in de bouwsector zijn
terug te brengen tot een fout in het communicatieproces. Gebeurt de communicatie mondeling, dan
is het vaak woord tegen woord. Worden er afspraken op papier gemaakt, dan is het bewijs duidelijk.
Ruis
In het communicatieproces tussen zender en ontvanger kan er heel wat fout lopen. In elk kanaal kan
wat men noemt ‘ruis’ optreden.
De verschillende factoren die ervoor kunnen zorgen dat de communicatie niet effectief is,
onderscheidt Oomkes (2013) in drie vormen:
Fysieke ruis
Alle signalen van buitenaf die spreken, luisteren, kijken of voelen moeilijker maken. Bv: Wanneer een
verblindende zon je zicht belemmert of je door een voorbijrijdende ziekenwagen of trein een stuk
boodschap mist.
Psychologische ruis
Vooroordelen en stereotypen die de communicatie belemmeren. Bv: Wanneer de ontvanger de
zender dom of leugenachtig vindt, dan zullen zijn boodschappen moeilijk overkomen. Anderzijds kan
de zender op zijn beurt bepaalde gevoelens verborgen houden of een verborgen agenda hebben
waardoor de boodschap niet juist kan geïnterpreteerd worden.
Semantische ruis
Wanneer de zender en ontvanger andere codes hanteren. Bv: Wanneer een arts jou in medische
termen uitlegt wat er met je scheelt, is de kans groot dat je niet begrijpt waarover hij het heeft. De
taal die hij gebruikt is voor hem vanzelfsprekend, maar daarom niet voor jou. Ook binnen het domein
van de makelaardij wordt een bepaald jargon gebruikt. Meetstaten, materialen,… zijn voor jou
courante begrippen. Voor een klant klinkt het vaak als Chinees. In dergelijke situaties is het aan de
zender om zijn taal aan te passen zodanig dat de ontvanger de boodschap kan begrijpen.
Context
Communiceren doen we steeds binnen een bepaald kader. Waar de communicatie plaatsvindt of zich
afspeelt, is een eerste element dat impact heeft op het proces. Spreek je iemand in een bibliotheek,
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Vastgoedkiki. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.56. You're not tied to anything after your purchase.