H1 Scheepvaartverkeerswet, Binnenvaartwet, Wetboek van Koophandel
1.1 Scheepvaartverkeerswet (SVW)
1. Welke reglementen vallen onder de Scheepvaartverkeerswet?
Het BPR, RPR, SRKGT, SRGM, SRW, SRE EN BVA.
2. Waar gelden die reglementen?
BPR= alle Nederlandse binnenwateren, behalve:
RPR= Boven- en NederRijn, Waal, Lek en Pannerdensch Kanaal
SRKGT= Kanaal van Gent en Terneuzen
SRGM= gemeenschappelijke deel van de Maas tussen Nederland en België
SRW= Westerschelde
SRE*= Eems-Dollardgebied
BVA= Zee + de wateren die daarmee in open verbinding staan
3. Hoeveel alcohol mag een schipper maximaal in zijn bloed hebben tijdens het varen?
Hetzelfde als in het wegverkeer: 0,5 milligram alcohol per milliliter bloed.
1.2 Binnenvaartwet (BVW)
1. Wat is bedrijfsmatig vervoer?
Vervoer bij de uitoefening van een bedrijf of beroep
Vervoer van goederen uitsluitend van of voor het eigen bedrijf
Slepen en duwen van schepen met sleep-, duw- en sleepduwboten
2. Welke Vaarbewijzen zijn er?
Groot Vaarbewijs, Beperkt Groot Vaarbewijs, Groot Pleziervaarbewijs en Klein Vaarbewijs I en II.
3. Op welke binnenwateren is een Klein Vaarbewijs I niet geldig?
Eems/Dollard, Oosterschelde, Westerschelde, Waddenzee, het IJsselmeer, Markermeer en IJmeer.
1.3 Wetboek van Koophandel (WvK)
1. Welke verplichtingen heeft een schipper volgens artikel 785 van het Wetboek van Koophandel?
Verplichting tot hulpverlening in gevaarsituaties en bij aanvaring. Bij een aanvaring vermelden: de naam van
het schip, de thuishaven van het schip, de plaats waarvan het schip komt, de plaats van bestemming en een
bewijs van inschrijving in het register. Dat laatste geldt alleen voor de beroepsvaart.
H2 Binnenvaartpolitiereglement (BPR)
2.1 Definities
1. Wanneer is een schip een ‘groot schip’ volgens het BPR?
Schip groter dan 20 meter
Schip dat een groot schip sleept, assisteert, duwt of langszij vastgemaakt meevoert
Een passagiersschip dat meer dan 12 passagiers mag vervoeren
Een veerpont die vaart op een vaarwegklasse II of hoger
Een visserschip
Een duwbak
2. Welke 4 soorten samenstellen zijn er?
Sleep, duwstel, gekoppeld samenstel en een of meer motorschepen die een alleen varend motorschip helpen
met voortbewegen en manoeuvreren, waarbij de assisterende schepen niet zijn vastgemaakt aan het schip dat
wordt geassisteerd.
3. Wat is het verschil tussen de vaarweg en het vaarwater?
Vaarweg= water dat voor het openbaar verkeer met schepen openstaat
Vaarwater= gedeelte van een vaarweg dat feitelijk door de scheepvaart kan worden gebruikt
1
, 2.2 Regels voor de schipper en bemanning
1. Wat is ‘goed zeemanschap’?
De schipper moet alle nodige maatregelen nemen om de veiligheid van zijn bemanning, zijn schip en andere
schepen te verzekeren. Dit betekent ook dat wanneer een schipper moet afwijken van de geldende regels, om
bijvoorbeeld een aanvaring te voorkomen, hij verplicht is dit te doen.
2. Voor welk type schepen geldt een leeftijdseis van 16 jaar?
Groot schip en klein motorschip dat niet is: een snelle motorboot (sneller dan 20 km/h) of een klein motorschip
(kleiner dan 7 m en max. 13 km/h) en een klein zeilschip (kleiner dan 7 m).
2.3 Kentekens van schepen
1. Waarom moet de eigenaar van een schip te achterhalen zijn?
Om contact op te kunnen nemen met de eigenaar van het schip wanneer er problemen zijn met het schip of
wanneer er een overtreding is begaan.
2. Welke schepen moeten aan de buitenzijde van het schip een naam hebben staan?
Bij grote en kleine schepen.
2.4 Lichten en dagtekens
1. Vanaf welke kant is een toplicht te zien?
Aan de voorkant van een schip.
2. Welke verlichting moet een groot motorschip voeren?
Een wit toplicht, twee boorlichten (groen stuurboord, rood bakboord, een wit heklicht en evt. een tweede wit
toplicht op het achterschip (hoger dan op het voorschip).
3. Welke 2 mogelijkheden voor verlichting heeft een klein zeilschip?
Óf twee boorlichten voorop het schip en een heklicht óf een driekleurenlicht in de top van de mast.
4. Hoeveel afstand moet je houden wanneer je een schip ziet met 2 blauwe kegels?
Minimaal 50 meter afstand.
5. Hoe kan een drijvend werktuig aangeven aan welke zijde het kan worden gepasseerd?
Aan de kant waar kan worden gepasseerd: twee groene lichten (’s nachts) of twee groene ruiten (overdag).
Aan de kant waar niet kan worden gepasseerd: een rood licht (’s nachts) of rode bol (overdag).
6. Wanneer moet een schip een zwarte bol gebruiken?
Als een schip voor anker ligt.
7. Hoe kan een schip dat in nood verkeert hulp inroepen?
’s Nachts: een licht waarmee in het rond wordt gezwaaid.
Overdag: een vlag of ander geschikt voorwerp waarmee in het rond wordt gezwaaid of een vlag met daarboven
of daaronder een bol of een daarop lijkend voorwerp.
Bij nood: vuurpijlen, lichtkogels, parachutelichten of rookbommen dan wel vlammen.
2.5 Geluidsseinen
1. Mag een groot motorschip een geluidssein geven met een scheepstoeter?
Nee, een groot motorschip moet een mechanische installatie gebruiken en een geel helder rondom schijnend
licht tonen (een fluitlicht).
2. Wat is de lengte van een ‘lange stoot’?
Ongeveer 4 seconden.
3. Wat is het sein voor ‘Ik ga bakboord uit’?
2 korte stoten.
4. Wat is het sein voor een verzoek tot het openen van een brug?
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller JBSTUV. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.33. You're not tied to anything after your purchase.