100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Tak-Tak-Tak rijtjes Burgerlijk Procesrecht $6.98
Add to cart

Summary

Samenvatting Tak-Tak-Tak rijtjes Burgerlijk Procesrecht

 68 views  5 purchases
  • Course
  • Institution
  • Book

Zeer complete en uitgebreide schematische weergave van alle stof van het vak Burgerlijk Procesrecht. Alle relevante bepalingen staan overzichtelijk in rijtjes, inclusief jurisprudentie en waar nodig ook de rechtsoverwegingen.

Preview 3 out of 26  pages

  • Yes
  • December 15, 2020
  • 26
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Week 1

KEI (kwaliteit en innovatie)
- Vanaf 1/9 2017  KEI bij rechtbanken Gelderland en Midden-Nederland
- Vanaf 1/10/2019  Terug naar oude papieren procedure
- Waarom digitaliseren?  Sneller en eenvoudiger
- 2 Projecten KEI
o KEI-wetgeving
 Sommige bepalingen zijn gebleven
o KEI-digitalisering

Belangrijkste regelingen van het procesrecht (
- Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv)
o Boek 1  Wijzen van procederen (leidend tot de rechterlijke beslissing)
o Boek 2  Tenuitvoerlegging vonnis of beschikking (je hebt niks aan een beslissing als die niet ten uitvoer
wordt gebracht)
o Boek 3  Rechtspleging van onderscheiden aard/Bijzondere onderwerpen
o Boek 4  Arbitrage
- Burgerlijk Wetboek (BW)
o Titel 3.10 BW  Verhaalsrecht op goederen (i.v.m. executie)
o Titel 3.11 BW  Rechtsvordering onder meer: reële executie en verjaring
o Vooral belangrijk omtrent rangorde (denk aan hypotheek etc.) en vorderingen
- 6 EVRM
o Regels
 Eerlijk en openbaar
 Redelijke termijn
 Onafhankelijk en onpartijdig
 Openbaar
o Voortvloeisels (zie week 2)
 Onafhankelijke en onpartijdige rechter (direct) 36-41 Rv
 Hoor en wederhoor (indirect) 19 Rv
 Openbaarheid (direct)
 Redelijke termijn (direct) 20 lid 1 Rv
 Motivering (indirect)
 Partijautonomie/lijdelijkheidsbeginsel (indirect) 24 Rv

 Partijen zijn het in beginsel die bepalen of, tegen wie en waarover geprocedeerd wordt. De
rechter mag niet iets meer of anders toewijzen dan gevorderd of verzocht is en mag evenmin
feitelijke gronden aanvullen
- Wet RO
o Rechtbank/kantonrechter  Eerste aanleg
o Gerechtshof  Hoger beroep
o Hoge Raad  Cassatie

Belang en de rol van het procesrecht
- Biedt middelen om het materiele recht te verwezenlijken
o = dus dienende functie  Het procesrecht staat niet op zichzelf maar dient ertoe middelen te verstrekken om
het materiele recht geldend te maken; het geeft partijen de kans om hun recht af te dwingen en het biedt
bescherming
o Daarbij: evenwicht tussen de belangen van de partijen vinden
 Voorbeelden:
 Systeem van verzet en verstek  139 Rv: rechter mag verstekvonnis wijzen als de gedaagde
niet is verschenen (systeem komt eiser tegemoet). Maar wat als de dagvaarding niet in
persoon is betekend en de gedaagde niks wist van de zitting? Dan 143 Rv: gedaagde kan in
verzet gaan tegen het verstekvonnis (systeem komt gedaagde tegemoet).
HET SYSTEEM BEOOGT DUS BELANGEN VAN BEIDE PARTIJEN TE BEHARTIGEN
 Recht van hoor en wederhoor  19 Rv: beide partijen mogen hun standpunten naar voren
brengen
 Bewijsrecht  Partijen mogen bewijs en tegenbewijs leveren

Procesvertegenwoordiging

, - 79 Rv lid 2  Verplichte procesvertegenwoordiging (advocaat)
o Uitzondering lid 1: procederen bij kantonrechter (93 e.v. Rv)
Competentie (overheids-)rechter
- Absolute competentie (welk soort gerecht)
o Eerste aanleg
 42 Wet RO  De rechtbanken
 93 Rv  Kantonrechter (in de praktijk heel veel zaken)
 Tot €25.000,-
 Arbeidszaken
 Huurzaken
 254 e.v. Rv  Voorzieningenrechter
 Zaken met spoedeisend belang (kort geding)
 Zaken die leiden tot een voorlopige voorziening
o Appèl
 60 Wet RO  De hoven
o Cassatie
 78-81 RO  Hoge Raad
o Uitzonderingen
 Prorogatie 62 Wet RO en 329-331 Rv
- Relatieve competentie (geografisch) 99 e.v. Rv
o 99 lid 1 Rv  Rechter van de woonplaats gedaagde
o 99 lid 2  Woonplaats onbekend? Dan daadwerkelijk verblijf gedaagde
o 60 Wet RO  Hof is bevoegd over alle zaken van de rechtbanken binnen haar ressort

Kenmerken overheidsrechtspraak
- Rechter staat boven de partijen
- Rechter hakt knopen door op grond van het recht
- Rechter beoordeelt het verleden en oordeelt niet met toekomstige situaties in zijn achterhoofd
- Rechter wordt niet gekozen door procespartijen
- Procedure is openbaar
- Procedure is kostbaar
- Procedure kan escalerend werken; het kan de verhoudingen tussen partijen op scherp zetten

ADR (Anders Dan Rechtspraak)
- Toegang tot de rechter is een grondrecht (17 GW) en is in verdragen (6 EVRM) en nationale wetgeving (13 AB jo. 26 Rv)
vastgelegd. Niemand kan dus tegen zijn wil van de overheidsrechter afgehouden worden.
- ADR kan alleen op vrijwillige basis; het moet zijn overeengekomen
- Vormen van ADR
o Arbitrage (particuliere rechtspraak) 1020 e.v. Rv
 Partijen richten de arbitrage in
 Arbitrage eindigt in een vonnis
 Voordelen
 Specifieke deskundigheid arbiter
 Partijen kiezen de arbiter
 Snellere rechtsgang  Eerlijk is eerlijk, dit is vaak niet het geval
 Geen verplichte procesvertegenwoordiging
 Niet openbaar
o Bindend advies (particuliere rechtspraak)
 Niet in de wet geregeld, gebeurt via 7:900 BW = vaststellingsovereenkomst
 Bindend advies eindigt in een vaststellingsovereenkomst
 Rijdende rechter
o Mediation
 Ook niet wettelijk geregeld, gebeurt via 7:900 BW = vaststellingsovereenkomst
 Moet je dit wel wettelijk regelen?  Nee, want het heeft een informeel karakter
 = Vorm van conflictoplossing waarin partijen zelf tot een oplossing komen met behulp van een
onafhankelijk en onpartijdig persoon (mediator).
 De mediator begeleidt slechts de communicatie tussen partijen. Hij faciliteert slechts, hij hakt geen
knopen door.

Geschillenbeslechting en geschillenoplossing
- Geschilbeslechting
o Kijkt alleen naar het verleden en hakt knopen door

, - Geschiloplossing
o Kijkt ook naar de toekomst  MEDIATION IS GEEN GESCHILBESLECHTING
Week 2 Grondbeginselen van het procesrecht

Voortvloeisels artikel 6 EVRM
- 1. Onafhankelijke en onpartijdige rechter (direct) 36-41 Rv
- 2. Hoor en wederhoor (indirect) 19 Rv
- 3. Openbaarheid (direct)
- 4. Motivering (indirect)
- 5. Redelijke termijn (direct) 20 lid 1 Rv
- 6. Toegankelijke rechtspleging
- 7. Goede procesorde
- 8. Zorgvuldigheidsbeginsel/waarheidsplicht 21 Rv
- 9. Partijautonomie/lijdelijkheidsbeginsel (indirect) 24 Rv

1) Onafhankelijke en onpartijdige rechter
- Onafhankelijkheid
o Van de partijen  Rechter staat boven de partijen
o Van de overheid  Geen politieke/bestuurlijke inmenging
- Onpartijdigheid
o De rechter moet de schijn van onpartijdigheid vermijden
o Bij twijfel van een partij: wraking
 36-39 Rv
 Uiterste middel: je moet goede gronden hebben, en je kunt altijd nog in hoger beroep
 Keerzijde: verschoningsrecht 40-41 Rv  Rechter zal de zaak niet behandelen als hij de zaak niet
onpartijdig kan behandelen
 Bij de beoordeling rekening houden met de voorzorgsmaatregel die de rechter treft om schijn van
onpartijdigheid te voorkomen
Voorbeeld:
- Geen zaken van familieleden
- Geen zaken uit de naaste vriendenkring
- Geen zaken van bekenden met wie de rechter regelmatig contact heeft
- Geen zaken van werk echtgenoot

2) Hoor en wederhoor
- Recht op gerechtelijk gehoor
o Recht om door de rechter gehoord te worden
o Op zijn minst in gelijke mate als de wederpartij (gelijkheidsbeginsel)
- Recht om weerwoord te geven/standpunt naar voren te brengen: ten aanzien van standpunt tegenstander, bescheiden
gegevens, etc. 19 lid 1 Rv
o Heeft betrekking op het evenwicht dat tussen de belangen van partijen gezocht moet worden
o Het beginsel komt terug in 19 Rv maar ook in andere aspecten van het systeem:
 Dagvaarding – Conclusie van antwoord
 Repliek – Dupliek
 Beide partijen mogen reageren op een deskundige
- Recht van pleidooi
o HR Bistro ’T Plenske
 R.o. 2.2  6 EVRM brengt het fundamentele beginsel van procesrecht mee dat procespartijen, indien
zij dat verzoeken, het recht hebben om hun standpunten mondeling (pleidooi) bij de rechter naar
voren te brengen
 R.o. 2.3  Van dit recht kan slechts afgeweken worden indien klemmende redenen, zoals
onaanvaardbare vertraging van het proces, daar aanleiding toe geven
 HR Weef c.s./Artesia r.o. 3.4  Het verzoek van pleidooi kan in hoger beroep afgewezen
worden als het in strijd is met de eisen van een goede procesorde.
o 134 Rv (vervallen): recht van pleidooi
 Rechter kon bepalen dat er na een comparitie van antwoord (rechter roept partijen bij hem en
probeert een schikking te bereiken) geen mogelijkheid gegeven werd tot pleidooi als partijen genoeg
de gelegenheid hebben gekregen om hun standpunt mondeling naar voren te brengen. Maar in
beginsel dus: recht van pleidooi
o 87 Rv (voor 134 in de plaatsgekomen)
 Het pleidooi als zelfstandige proceshandeling vervalt, een mondelinge behandeling komt ervoor in de
plaats

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller thijmendeniet. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.98. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

52510 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$6.98  5x  sold
  • (0)
Add to cart
Added