Hoorcolleges Bedrijfseconomie voor Notariëlen
Hoorcollege 1 31 augustus 2020
Praktijk notaris en jaarrekening
Echtscheiding ondernemer: alimentatie en verdeling/verrekening (huwelijks
voorwaarden).
Overlijden ondernemer/dgs: erfbelasting (SW), stakingswinst (IB), verdeling
nalatenschap (civiel) ‘waarde in het economisch verkeer’.
(Geleidelijke) Bedrijfsopvolging; inbreng in personenvennootschap, inbreng in
bv/opbouw holdingstructuren.
Jaarrekeningen lezen en begrijpen (jaarrekeningenrecht).
Financiële beroepsregels/Wet op het notarisambt: bewarings- en liquiditeitseisen.
Inleiding jaarrekening
- Balans: bezittingen, vreemd vermogen (schulden en voorzieningen) en eigen
vermogen.
- Winst- en verliesrekening: baten en lasten.
- Kasstroom: ontvangsten en uitgaven.
Balans in scontro-vorm
Bezittingen Eigen vermogen (EV)
=
Activa Vreemd vermogen
=
Passiva
X X
Waarom EV bij de passiva?
Indien een ondernemer ermee stopt mag deze zijn geld dat hij erin heeft gestoken
terugvorderen. Dus eigen vermogen is een soort verplichting tot terugbetaling.
Kenmerken balans
De balans is per definitie in evenwicht:
Wat je aan bezittingen nodig hebt om te ondernemen staat links, debet (= activa)
Hoe je die bezittingen hebt gefinancierd staat rechts, credit (= passiva)
Bedenk dat de balans een momentopname is
Eigen vermogen = saldo
Bezittingen = EV + schulden/voorzieningen, of;
Bezittingen – schulden en voorzieningen = EV.
Toename EV
Eigen vermogen kan in omvang groeien door:
Winst = bedrijfsmatige toename van het EV (moet verantwoord worden in de winst-
en verliesrekening);
Stortingen ondernemer/aandeelhouder (moet verantwoord worden in de
grootboekrekening privé);
Herwaardering
Afname EV
,Eigen vermogen kan in omvang afnemen door:
Verlies uit bedrijfsmatige activiteiten;
Opnames (onttrekkingen) door de ondernemer/aandeelhouder;
Afwaarderingen.
Veranderingen EV in schema:
Begin eigen vermogen
+ stortingen
- onttrekkingen
+/- winst/verlies
+/- herwaarderingen
Eind eigen vermogen
Winstberekening via winst- en verliesrekening
Wat de ondernemer periodiek wil weten is hoe het resultaat tot dan toe is opgebouwd:
winst- en verliesrekening (ook wel resultatenrekening)
Opbrengsten/baten
Kosten/lasten -/-
Resultaat
Resultaat is altijd over een periode (een ‘film’).
Winst- en verliesrekening in scontro-vorm
Kosten Opbrengsten
Saldo winst óf Saldo verlies
X X
Boekhoudkundig weer in evenwicht:
Opbrengsten (omzet) – kosten = resultaat!
Kasstroom
Verloop kas of bankrekening volgen:
Ontvangsten
Uitgaven -/-
Per saldo geld erbij/eraf
Ontvangsten is letterlijk wat je in je portemonnee krijgt, opbrengsten is waar je rijker
van wordt.
Goed voorbeeld is een lening dit is wel een ontvangst, maar geen opbrengst, want
je eigen vermogen wordt er niet groter van.
Bedrijfseconomische beginselen jaarwinst: Accrual beginsel
Bij berekening jaarwinst:
Opbrengsten (baten) niet per definitie gelijk aan ontvangsten.
Kosten (lasten) niet per definitie gelijk aan uitgaven.
Toerekening opbrengsten realisatiebeginsel
Bedrijfsmatige toename van het eigen vermogen:
(Uiterlijk) winstneming bij levering;
Los van de vraag of geld is ontvangen;
Hoe zit het met bijvoorbeeld:
o Verkoop en levering op rekening?
Je bent al rijker geworden op het moment dat je een overeenkomst hebt
gesloten, want je hebt een vordering, dus ben je er rijker van geworden. Er is
dus sprake van het realisatiebeginsel, ongeacht of er al daadwerkelijk is
betaald. Op het moment dat je erachter komt dat je niet daadwerkelijk die
prijs ervoor zal krijgen, zal je dit moeten aanpassen op grond van het
voorzichtigheidsbeginsel.
o Ontvangen lening?
Ontvangen van een lening betekent wel meer geld in je portemonnee, maar
niet dat je er rijker van wordt.
Bedrijfseconomische beginselen jaarwinst: Accrual beginsel (vervolg)
Toerekening kosten matchingbeginsel
Bedrijfsmatige afname van het eigen vermogen:
Lasten nemen in de periode waaraan ze zijn toe te rekenen:
o Directe kosten: kostprijs levering ten tijde van de levering;
o Indirecte kosten: periode waarin je er ook baat bij hebt gehad.
Voorzichtigheidsbeginsel
Ondernemer mag zich niet rijker rekenen dan hij is:
Bezittingen afwaarderen indien de betaalde verkrijgingsprijs naar verwachting niet
terugverdiend kan worden;
Voorziening treffen voor onzekere toekomstige uitgaven.
Boekhoudregels
Paragraaf 1.6 en 1.7 in combinatie met appendix 1 = techniek van het dubbel
boekhouden (de ‘taal’ van de accountant)
Wordt bij de Be notariëlen alleen gevraagd op het niveau van balansmutaties en
gevolgen voor W&V en verloop bankrekening
Vgl leerboek vb fietsenkoopman par 1.3
Kasstroom
Verklaart het verloop van de liquide middelen
Casus fietsenkoopman (leerboek) bank van saldo 0 naar 66.000 (blz. 33)
Paragraaf 1.5 geeft aan waar het geld vandaan is gekomen en waar het naar toe is
gegaan: van resultaat ná belasting naar cash.
Ezelsbrug kasstroom via indirecte methode vgl Voorbeelden kasstroom:
beginbalans met eindbalans Toename debiteuren
Winst + afschrijving Toename machines
Activa Passiva - Uitgave Toename lening
Afname crediteuren
Activa Passiva + Ontvangst Toename crediteuren
--------------------------- Afname waarde machines (wel kosten, geen
= Liquide middelen uitgaven, dus niet in kasstroom overzicht)
Vorming voorziening (wel kosten, geen
uitgaven, dus niet in kasstroom overzicht)
Nut kasstroomoverzicht
Andere kijk op de jaarrekening:
Laat zien hoe investeringen zijn gefinancierd
o Gefinancierd uit de lopende activiteiten (operationele kasstroom)
o Uit ontvangsten van desinvesteringen?
o Of uit extra leningen?
Laat zien hoeveel ruimte er is om schulden te kunnen aflossen.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller elinegroothuis. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.83. You're not tied to anything after your purchase.