G. De student beheerst de theoretische en normatieve kaders en kan deze toepassen op
het handelen van een professional zoals beschreven in een casus.
Criteria
- De student legt de achtergronden, structurering en vormgeving van observeren
uit.
Waarnemen doe je met je zintuigen en hersenen →we nemen vooral bewegingen en
veranderingen waar: iets wat constant blijft (stil persoon) nemen we vrijwel niet waar, we
rapporteren dan dat hij rustig was of dat er geen bijzonderheden waren.
Observeren is doelgericht, systematisch en opzettelijk waarnemen.
3 opvattingen over waarnemen
De spiegeltheorie. Feitelijk, objectief karakter, jouw mening of achtergrond schemeren
niet door. Je registreert de wereld zoals hij is. Er is geen verschil in waarneming tussen
persoon A en persoon B > die cliënt krabt aan zijn neus. Subjectief zou zijn: hij heeft
jeuk, dat past dus niet in de spiegeltheorie.
De zendertheorie. Je construeert je eigen werkelijkheid. De kenmerken en
eigenschappen van jou als zender bepalen wat werkelijk is. Heel subjectief. Je kunt als
hulpverlener een eigen beeld schetsen van een cliënt, terwijl de cliënt het zo helemaal
niet ziet.
De sleuteltheorie. Je neemt je eigen persoon, opvattingen, normen en waarden die
neem je mee in afweging op hetgeen wat je ziet. We zien de wereld zoals hij zich
voordoet, met je eigen achtergronden. Het is niet helemaal subjectief of objectief. Stel
een cliënt heeft een psychiatrische achtergrond, hoe ga ik daarmee om vanuit mijn
eigen normen en waarden?
Participerende observatie is het observeren van personen, situaties, verhoudingen en
processen waar je zelf bij betrokken bent.
1. Participerend observeren heeft een proceskarakter;
Breed, variabel en onnauwkeurig, maar je kunt er wel waardevolle informatie mee
verzamelen. Je neemt veel gedragingen, interacties en ontwikkelingen waar maar heb
geen tijd/ruimte om er ‘dieper’ op in te gaan. Je waarnemingen deinzen mee op de
golfslag van gebeurtenissen, maar je moet wel zo exact mogelijk vaststellen wat er aan
gaande is.
Omdat deze vorm weinig ‘beheerst’ karakter heeft > willen afwisselen/aanvullen met
meer gesloten/afstandelijke observaties: zo kun je je waarnemingen toetsen en
objectiveren.
2. Participerend observeren heeft een continu karakter;
Tijdens werk met cliënten, blijf je waarnemen. Soms ligt de nadruk op participatie dan
op observatie. Voor je het weet kun je het niet meer onderscheiden en verlies je de
greep op observaties > kan helpen om uit het proces te stappen en ‘van buitenaf’ te
observeren.
3. Participerend observeren heeft een exploratief of oriënterend karakter;
Je ziet van alles, maar je weet lang niet altijd wat je zoekt. Je neemt dat ‘bewust’ mee
om het later te ordenen, bijv. door specifiekere observatietechnieken aan te wenden.
4. Participerend observeren heeft een contingent karakter;
Als hulpverlener wil je de cliënt zijn leven in goede banen leiden. Maar tijdens
waarnemen stuit je op veel ‘toevallige’ veranderingen. Lang niet alles valt te
beheersen. Sterke punt van participerend observeren: dat je al die onverwachte
ontwikkelingen waarneemt en meeweegt. Maar probleem is dat je ze niet altijd kunt
plaatsen in gegeven structuur hulpvraag, observatiedoel of behandelingsopzet.
5. Participerend observeren heeft een interactief karakter.
Je kunt in ontwikkelingen meegezogen worden en je observatiemogelijkheden
verliezen. De bedoeling is dat je ‘thuis’ bent, bij jezelf blijft en de juiste afstand tot de
cliënt bewaart.
Participerend observeren vereist een goede regulering van afstand en betrokkenheid. Stelt
hoge eisen aan bewustzijn van je positie en je technische en methodische beheersing.
Als je participerend observeert > betrokken bij het leven van cliënten.
Participerend observeren is mee veranderen en terwijl bekijken wat er verandert. Dat kan
heel ingewikkeld zijn. Daarom moet je het goed structureren.
, Observatiestappen
Je spant je in om…
Te bepalen in welke situatie je verkeert;
Tevoren concrete observatiedoelen te stellen;
Het veld en de waar te nemen activiteiten of personen zo te beïnvloeden dat je vrij kunt
waarnemen;
Betrokken te zijn en toch afstand te nemen;
Doelrelevante zintuigelijke informatie te verzamelen;
Die informatie tot je bewustzijn te laten doordringen, dat wil zeggen: te interpreten;
Die informatie te verklaren of te betrekken op wat je al weet;
Conclusies trekken (als het kan in samenspraak met je cliënt);
Je conclusies toetsen door ze te vertalen in doelen voor verdere observatie.
Stappenplan zelfde cyclische structuur als plancyclus in geheel: oriëntatie, planning en
uitvoering. Als hulpverlener zet je jezelf in als ‘instrument’, ook al maak je gebruik van een
camera > uiteindelijk kijk je er met je eigen ogen naar.
Objectiveren: afstand nemen van cliënt, situatie, eigen (emotionele) reacties. Je moet je
bewust zijn van invloed die jouw gedrag op cliënt heeft.
Functies van observatie
Observeren is van belang voor het verzamelen van informatie > cliënt, aanpak, resultaat.
Diagnostisch proces zonder observatie niet op gang > we zouden een vaag beeld van cliënt
hebben over hoe het hem vergaat en van objectiviteit zou geen sprake zijn.
Je observeert om:
Ter oriëntatie op de cliënt, achtergronden, geschiedenis, leefsituatie en problemen
(oriëntatiefase)
hulpvraag van cliënt in kaart te brengen (oriëntatiefase)
je nader te informeren over problematiek van je cliënt, zijn toestand en de ontwikkeling
van zijn hulpvraag (diagnostische fase)
op controleerbare gronden te beslissen wat de redenen achter de problemen zijn,
verklaringen te zoeken en indicaties te stellen voor gewenste hulp (diagnostische fase)
een passend plan van aanpak te ontwerpen (planningsfase)
je te informeren over het beloop van hulpverlening en om te toetsen of de geplande
aanpak succes heeft (uitvoeringsfase)
Bij te sturen en materiaal voor de evaluatie te verzamelen (uitvoeringsfase)
Samengevat: je observeert functioneel als je aan de hand van de plancyclus aansluit op de
fase waarin je met je cliënt verkeert. Zo verzamel je de juiste informatie op de juiste tijd en
toets je de vooruitgang van de behandeling. Door observatie voorkom je ook dat je beeld van
een cliënt een eigen leven gaat leiden, tenminste zolang je je observaties goed structureert.
Structurering van observatie
1. Je (her)structureert je eigen waarnemen door:
Concrete/haalbare doelen stellen.
Je rol en positie voor de geest halen en je bewust zijn van de taken en
verantwoordelijkheden die daaruit voortvloeien.
Je normen en waarden onderzoeken (hoe belangrijk vind je het dat Hans zijn bord
leegeet? Vindt hij dat zelf ook zo belangrijk?)
Je bewust zijn van je voorkennis, wensen en verwachtingen t.o.v. cliënt.
Vooroordelen/projectie zoveel mogelijk uitsluiten. Voorkomen dat je ziet wat je wenst
te zien (hij is liever lui dan moe).
Je bewust zijn van de belangen die in het geding zijn. Observeren is niet waardevrij:
wat jij opmerkt kan gevolgen hebben. (Wat doe je met je bevindingen over Hans’
eetgedrag en wat heeft hij daar zelf aan?).
Je observatie systematiseren; bijv. met aandachtspunten, protocol.
2. Je (her)structureert het waarnemingsveld door:
Zelf ergens anders gaan zitten;
Cliënt apart nemen of rustige plek zoeken;
Passende sfeer creëren door aan te sluiten op stemming cliënt;
De tijd nemen en geven;
Visuele obstakels weg te nemen;
Geluidsoverdracht verbeteren;
Mensen die storend zijn voor jou/cliënt verzoeken weg te gaan;
Kortom: de prikkelgeleiding te optimaliseren.
3. Je beïnvloedt de waar te nemen persoon door in te grijpen in de activiteiten waarin hij
verwikkeld is. Het is mogelijk om:
De activiteit te veranderen of bij te sturen;
Tijd en plaats te wijzigen;
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller San1610. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.