100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Klinische pathologie, ISBN: 9789006614824 Medische Kennisgebieden $5.98   Add to cart

Summary

Samenvatting Klinische pathologie, ISBN: 9789006614824 Medische Kennisgebieden

 34 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Deze samenvatting bevat alles wat je moet kennen voor het tentamen van Medische kennisgebieden over de orgaanstelsels.

Preview 4 out of 32  pages

  • No
  • 7.1 t/m 7.3, 7.5, 7.6, 10.1, 12.1, 13.1 t/m 13.4, 14.1 t/m 14.6, 16.1 t/m 16.4
  • December 17, 2020
  • 32
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Klinische pathologie
Inhoud
Hoofdstuk 7; respiratie (ademhaling).....................................................................................................2
7.1 Ademhaling...................................................................................................................................2
7.2 Pneumonie (longontsteking, vrijwel altijd op basis van een infectie)...........................................5
7.3 Pneumothorax..............................................................................................................................6
7.5 Astma bronchiale..........................................................................................................................7
7.6 COPD (Chronic Obstructive Pulmonary Diseases).........................................................................8
Chronische bronchitis.....................................................................................................................8
Longemfyseem...............................................................................................................................8
Hoofdstuk 10; Zenuwstelsel/neurologie.................................................................................................9
10.1. Zenuwstelsel..............................................................................................................................9
Hoofdstuk 12; Huid, thermobalans en wonden....................................................................................10
12.1 Huid en thermobalans..............................................................................................................10
Hoofdstuk 13; Spijsvertering/digestivus...............................................................................................11
13.1 Spijsvertering / digestief...........................................................................................................11
13.2 Peritonitis / ileus.......................................................................................................................13
13.3 Ulcus pepticum.........................................................................................................................16
13.4 Ziekte van Crohn en colitus ulcerosa  chronische darmontstekingen .......................................18
Hoofdstuk 14; Vochtbalans/uitscheiding..............................................................................................20
14.1 Vochtbalans/uitscheiding.........................................................................................................20
14.2 Afwijkende vocht- en elektrolytenbalans.................................................................................20
14.3 Acuut en chronisch nierfalen....................................................................................................21
14.4 Urineweginfecties.....................................................................................................................23
14.5 Nierstenen (nefrolithiasis)........................................................................................................25
14.6 Urine-incontinentie  het niet kunnen ophouden van urine. .....................................................26
Hoofdstuk 16; Endocrinologie/hormonen............................................................................................27
16.1 Endocrinologie/hormonen........................................................................................................27
16.2 Diabetes mellitus......................................................................................................................27
16.3 Schildklierafwijkingen...............................................................................................................29
16.4 Bijnierafwijkingen.....................................................................................................................31

,Hoofdstuk 7; respiratie (ademhaling)
Functies respiratoir systeem:
1. Verzadigen van bloed met zuurstof (satureren met O2);
2. Verwijderen van koolstofdioxide uit bloed (afblazen CO2);
3. Maken van geluiden bij spreken of zingen.

Zuurstof bereikt via de luchtwegen de alveoli (longblaasjes). Van daaruit diffundeert
het naar het bloed in de haarvaten rondom de longblaasjes. Dan wordt zuurstof
gebonden aan hemoglobine getransporteerd naar de weefsels. Daar vindt
verbranding plaats, waarbij CO2 vrijkomt. Dat wordt afgegeven aan bloed en gaat zo
naar de longen. CO2 diffundeert daar naar de alveoli en wordt via de luchtwegen
uitgeademd.

Aandoeningen/afwijkingen:
- Pneumonie (longontsteking);
- Pneumothorax (ingeklapte long);
- Tuberculose (tbc);
- Astma bronchiale (aanvallen met vernauwde luchtweggetjes);
- Chronische bronchitis (langdurige luchtwegontsteking);
- Longemfyseem (verlies van longblaasjes en elasticiteit);
- Longkanker.

7.1 Ademhaling
- Ademprikkel;
Het ademcentrum in de hersenstam reguleert de ademhaling automatisch. Het meet
voortdurend de koolstofdioxidespanning en de pH. Een forse daling van de
zuurstofspanning geeft een ademprikkel.
De n. frenicus trekt het middenrif samen en de n. intercostales de tussenribspieren.

- Ademarbeid (thoraxwand);
Normale inspiratie Diafragma aanspannen (platter)
Ribben heffen met tussenribspieren (m. intercostales externi)
Geforceerde inspiratie Diafragma aanspannen (platter)
Ribben heffen met tussenribspieren (m. intercostales externi)
Hulpademhalingsspieren in nek en schouders gebruiken
Normale expiratie Diafragma ontspannen (koepel)
Ribben zakken door ontspannen m. intercostales externi
Longen vallen samen door hun elasticiteit
Geforceerde expiratie Diafragma ontspannen (koepel)
Longen vallen samen door hun elasticiteit
M. intercostales interni laten de ribben extra zakken
Buikspieren drukken het diafragma omhoog
De thoraxwand is van binnen bekleed met pleura pariëtalis (borstvlies), de long met
pleura visceralis (longvlies). Daartussen zit sereus vocht en vacuüm. Zo blijven ze
tegen elkaar aan geplakt en kunnen ze zich ten opzichte van elkaar bewegen.

- Luchtwegen;

,Functie: lucht vanuit de omgeving naar de longblaasjes aanvoeren, het gasmengsel
daaruit weer afvoeren en geluid maken.
De wanden van de luchtwegen zijn bedekt met slijm. Hier komen stofdeeltjes en
ziekteverwekkers in terecht. Trilharen zorgen ervoor dat het slijm wordt afgevoerd
naar de pharynx (keel). Dit wordt opgehoest of het komt terecht in het maagzuur.

De hoge/bovenste luchtwegen (de structuren in hoofd en hals):
1. Mond/neus;
2. Pharynx (keel) = verbinding van neus en mond naar larynx en slokdarm.
3. Larynx (strottenhoofd).
Bij slikken wordt de neusholte afgesloten met de uvula (huig) en wordt de larynx
afgesloten met de epiglottis (strotklepje).

Functies van de bovenste luchtwegen:
1. Verwarmen van de lucht;
2. Bevochtigen van de lucht;
3. Reinigen;
4. Waarschuwen voor gevaar.

De lage/onderste luchtwegen:
1. Trachea (luchtpijp);
2. Bronchi (luchtpijptakken) = bestaat uit een rechter- en linker hoofdbronchus.
De dunste bronchi gaan over in bronchioli.
3. Bronchioli (luchtpijptakjes) = het gladde spierweefsel zorg voor
bronchoconstrictie (vernauwing) of bronchodilatatie (verwijding) om de verse
lucht te verdelen over de longen. De bronchioli eindigen in de longblaasjes.

- Longdiffusie;
In de alveoli (longblaasjes) vindt uitwisseling van zuurstof en CO 2 plaats. Zuurstof
verplaatst zich door middel van diffusie vanuit de alveoli naar de longcapillairen. CO 2
diffundeert vanuit het bloed naar de alveoli.

Optimale diffusie door:
1. Groot oppervlak (veel alveoli);
2. Dun oppervlak (dunne wandjes);
3. Concentratieverschil (van hoog naar laag).

- Longperfusie (longdoorbloeding).
Zuurstofarm bloed met koolstofdioxide uit de rechterkamer wordt door
longslagadertjes verdeeld over de longcapillairen. Hier vindt longperfusie plaats rond
de alveoli. Van daaruit stroomt zuurstofrijk en koolstofdioxide arm bloed via
longvenen naar de linkerharthelft.
Hartminuutvolume (HMV) = de hoeveelheid bloed die per minuut door één harthelft
wordt uitgepompt (cardiac output).

Respiratoire controles / parameters:
- Dyspnoe  gevoel van ademnood. De patiënt is de enige die dit kan
beoordelen. Het is dus een klacht, en geen controle/parameter.
- Ademgeluiden  normaal geen ademgeruis op afstand. Bij
luchtwegvernauwingen is er wel ademgeruis op afstand hoorbaar.

,  Inspiratoire stridor (hoorbare, bemoeilijkte inademing)  bij
vernauwingen in de hals.
 Expiratoir piepen (uitademing)  vernauwingen in de lagere luchtwegen.
Astma bronchiale is een voorbeeld van lage luchtwegproblemen.
- Ademfrequentie  gezonde volwassene: 10-19 keer ademhalen per minuut.
 Tachypnoe  hoge ademfrequentie. Compensatie voor een
luchtwegobstructie of diffusieprobleem (>CO 2 / <pH / <pO2 geven een extra
ademprikkel).
 Bradypnoe  lage ademfrequentie (opiaten, zoals morfine en fentanyl,
onderdrukken de ademprikkel, waardoor bradypnoe kan optreden).
- Ademdiepte / teugvolume  ongeveer 0,5 L.
 Oppervlakkige ademhaling  < 0,5 L (pleuraprikkeling).
 Diepe ademhaling  > 0,5 L (bij inspanning / compensatie bij verzuring).
- Ademarbeid  normale adembewegingen zijn symmetrisch en moeiteloos. Bij
heftige ademarbeid worden extra spieren gebruikt (hulpademhaling).
Ademminuutvolume (ademfrequentie x teugvolume)  er is ongeveer 5 L
nodig om de alveolaire lucht te verversen.
- Perifere saturatie  het percentage met zuurstof verzadigd hemoglobine,
gemeten aan een vinger of oorlel (95-100%). Valse waarden bij slechte
doorbloeding (koude vingers) en nagellak.

Longfunctieonderzoek:
Diverse ademvolumes worden gemeten door de patiënt te laten ademen in een
spirometer.
- Vitale capaciteit (VC)  het aantal liters dat een patiënt kan uitademen na
maximale inspiratie (4-7 L).
- Residuvolume  de hoeveelheid lucht die na maximale uitademing in de
longen achterblijft (1 L). Bij patiënten met emfyseem is dit residu sterk
toegenomen door verlies van de longelasticiteit.
- Teugvolume (tidal volume)  de hoeveelheid lucht die in rust in één
ademteug ingeademd of uitgeademd wordt (ongeveer 500 ml).
- Inspiratoire reserve (IR)  de hoeveelheid lucht die de patiënt geforceerd nog
meer kan inademen.
- Expiratoire reserve (ER)  de hoeveelheid lucht die de patiënt geforceerd nog
meer kan uitademen.
- Peakflow  de krachtigste luchtstroom bij uitademen.
- Eénsecondelongcapaciteit (FEV1)  de hoeveelheid lucht die een patiënt
maximaal kan uitademen in één seconde.

Respiratoire insufficiëntie:
Onvoldoende inademen  pO2 daalt  onvolledige verbranding in de cellen met
melkzuurverbranding  metabole acidose (verzuring)  pH daalt.
Onvoldoende uitademen  pCO2 stijgt  respiratoire acidose  pH daalt.
- Gedeeltelijke respiratoire insufficiëntie  pO2 is te laag of pCO2 te hoog.
- Volledige respiratoire insufficiëntie  pO2 is verlaagd én pCO2 verhoogd.

Cyanose = blauw zien, de kleur van ongesatureerd hemoglobine (desoxy-Hb).
- Perifere cyanose  alleen uitstekende delen zijn blauw. Treedt op bij kou,
hartfalen en shock.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LiannedeVries1. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.98. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62890 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.98
  • (0)
  Add to cart