Europa is divers en complex in vergelijking met bijvoorbeeld de VS. Er zijn veel verschillen in de
culturen van de landen. Cultuur speelt hier dan ook een grote rol bij de identificatie. In de VS is dat
minder, daar is iedereen … -Amerikaan. Wie Europa wil begrijpen, moet het systeem van de naties
begrijpen, want bij het bestuderen van Europa gaat het niet alleen om staten maar ook om naties. In
de 19e-eeuw ging cultuur een rol spelen als identiteit van naties.
Wij denken vaak dat landen eeuwigdurend zijn, maar landen veranderen voortdurend van vorm.
Europa heeft een lange geschiedenis van grensconflicten. De grenzendichtheid in Europa is extreem
hoog. Sinds het einde van de Koude Oorlog zijn de grenzen gaan verschuiven (Tsjecho-Slowakije is
bijvoorbeeld uiteengevallen). Tijdens de Koude Oorlog waren de grenzen echter stabiel. Er zijn nu
ook meer oorlogen. De Koude Oorlog is eigenlijk een tussenstop in een geschiedenis van
veranderende grenzen.
Herverkaveling is tot stand gekomen door de druk van het nationalisme, dat begon tijdens de Franse
Revolutie. Het doel was om van de vele kleine staatjes een op cultuur gebaseerd systeem van
natiestaten te krijgen. Ierland werd onafhankelijk, maar de andere landen in West-Europa tussen
Zweden en Portugal zijn oude staten die relatief weinig zijn veranderd. Midden-Europa tussen
Denemarken en Italië is wel veranderd. Het gebied was bedekt met allemaal kleine staatjes, zoals
Liechtenstein, Andorra en San Marino. In de 19e-eeuw ontstonden onder andere Duitsland en Italië.
Dit was een eenwordingsproces. In Oost-Europa gold het tegenoverstelde: er waren enorm
uitgestrekte rijken die werden opgedeeld. Nationalisme leidde daar tot verbrokkeling, omdat
minderheden vrijheid wilden. Nationalisme leidde daar tot separatisme.
Alle veranderingen ontstonden door het nationaal denken. Iedereen heeft veel identiteiten, zoals
sekse en haarkleur, maar volgens het nationaal denken is nationaliteit de belangrijkste identiteit.
Voor 1750 waren je taal en religie, je stand en wie je diende het belangrijkste. Daarna keek men pas
naar je nationaliteit. Koning Willem I (1772 - 1843) was ook geen nationalist. Hij vocht in zowel het
Franse als het Pruisische leger, maar niemand vond hem een landverrader. Volgens Marx zou
solidariteit tussen arbeiders belangrijker moeten zijn dan de nationaliteit. Racisten vinden echter dat
het ras het belangrijkste is, ongeacht hoe lang je al ergens woont.
Nationaal denken gaat ervan uit:
dat de mensheid organisch verdeeld is in nationale cultuurgemeenschappen;
dat een individu primair politiek loyaal is ten opzichte van de natie;
dat nationale saamhorigheid het beste fundament voor een staat is;
dat een staat met daarbinnen meerdere naties zwak is;
dat een natie verdeeld over meerdere staten onnatuurlijk is.
Wat bij elkaar hoort, is historisch gezien veranderlijk. De algemene denkpatronen begonnen tussen
1750 en 1780 vorm te krijgen. Rond 1810 ontstond hier het nationalisme uit. Nationalisme bestond
volgens sommigen al in de 14e-eeuw in Schotland en volgens anderen zelfs al tussen de Grieken en
Perzen. Weer anderen zeggen dat het nationalisme pas vorm kreeg rond 1810 in het
moderniseringsproces, waarbij de middenklasse opkwam en er aardverschuivingen plaatsvonden. De
opkomst van een middenklasse en aardverschuivingen zijn voorwaarden voor het nationalisme.
Nationalisme is zowel oud als jong. Het heeft een korte geschiedenis, maar een lang geheugen. Dat
wil zeggen dat het nationalisme modern is, maar wortels heeft in het ‘nationalisme’ uit het verleden.
Vormen van nationaal denken kunnen oud zijn, maar pas in de 19e-eeuw werden ze samengevoegd
tot een politiek hervormingsproces. Volgens aanhangers van het nationalisme moet het volk het voor
het zeggen hebben.
1
, Hieronder staat een aantal uitgangspunten van het nationalisme.
o Een natie en staat dienen naadloos samen te vallen.
o Eén staat per natie, één natie per staat.
o Etnische conflicten kunnen het best door middel van scheiding of grenstrekking worden
opgelost.
o Staatsgrenzen en cultuurgrenzen (taalgrenzen) dienen samen te vallen.
Elk volk heeft zelfbeschikkingsrecht. Daarbij rijst de vraag wat een volk is. Een volk kan gedefinieerd
worden als een groep mensen met een eigen taal. Er mag één taal zijn per natie en één natie per
staat. In dat geval heeft een staat dus één taal.
Joegoslavië was een samenwerkingsverband tussen Kroaten, Serven, Roemenen en andere volken. In
de jaren negentig ontstonden er burgeroorlogen. Inwoners wilden etnische groepen sorteren en aan
elke etnische groep een staat toewijzen. Joegoslavië was echter zo’n mengelmoes dat dat niet kon.
Iedereen woonde door elkaar, dus grenzen trekken was bijna onmogelijk. Grenzen trekken lijkt
vanzelfsprekend, maar het heeft veel grensconflicten veroorzaakt.
In de 19e-eeuw gebeurden er twee dingen.
o Eén cultuur, meerdere staten: de verdeelde cultuurgemeenschap probeert zich tot een staat
aaneen te sluiten.
o Eén staat, meerdere culturen:
de staat probeert de cultuurverschillen te nivelleren: centralisme (Nederland en
Frankrijk);
de staat valt uiteen: separatisme (Balkan-landen).
Minderheden uit verschillende landen voelen zich verwant en tot elkaar aangetrokken. Ze willen zich
verenigen. Deze aantrekking duurt meestal niet voort zodra de minderheden zich eenmaal herenigd
hebben.
Nationalisme is het laten samenvallen van een staatsgrens met een cultuurgrens. Dit is echter niet zo
makkelijk als het lijkt. Het is een schijnoplossing. Het nationalisme is onwerkbaar, omdat
cultuurgrenzen heel anders zijn dan staatsgrenzen.
o Staatsgrenzen zijn scherpe afbakeningen. Ze weerspiegelen machtsverhoudingen van het
moment en zijn veranderlijk.
o Cultuur-/taalgrenzen zijn vage overgangszones. Ze weerspiegelen een transgenerationele
cultuur- een taaloverdracht (taal en cultuur worden van generatie op generatie
doorgegeven) en zijn stabiel.
Alleen de staat mag ons dingen laten doen die we niet willen. Als je grenzen trekt waar
cultuurgrenzen zijn, dan blijven er altijd minderheden bestaan. Je creëert dan grensconflicten. En is
een monoculturele staat bovendien niet saai?
De Nederlandse oostgrens bestaat sinds 1648 en is sindsdien nooit veranderd. Het is een van de
oudste grenzen van Europa, net als de grens tussen Spanje en Portugal. Heel weinig grenzen in
Europa zijn zo stabiel. De Nederlandse zuidgrens is daarentegen heel onstabiel. Deze grens was lang
de eb- en vloedlijn van de macht van de landen. Onstabiele grenzen hangen af van de afloop van de
laatste oorlog. Cultuurgrenzen zijn stabieler, omdat mensen al snel een taal leren en die blijven
spreken. Daar kan een staat niet tussenkomen. Ouders leren kinderen hun eigen taal en talen sterven
alleen uit als mensen uitsterven of emigreren. Het verdwijnen van talen gebeurt dus alleen bij totale
ontwrichting.
College 2 - Religie en taal
Religie
Rond 300 veranderde het christendom van een toegestane naar de officiële godsdienst van het
Romeinse Rijk. Dit gebeurde door keizer Constantijn, die het rijk verdeelde in het West- en Oost-
Romeinse Rijk, met Rome en Constantinopel als hoofdsteden. In het Westen was Latijn de
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LMLingers. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.28. You're not tied to anything after your purchase.