Hart, Long, Nier en Bloed - deel Longen (UA.20_1015GENGE2)
Institution
Universiteit Antwerpen (UA)
Samenvatting van de lessen van het vak Hart, long, nier en bloed deel longen in het 1e semester van de 2e bachelor geneeskunde. Volledige samenvatting van de hoorcolleges. Behaald resultaat: 14/20
Hart, Long, Nier en Bloed - deel Longen (UA.20_1015GENGE2)
All documents for this subject (2)
3
reviews
By: 20ep • 1 year ago
By: grpeeters • 3 year ago
By: adua • 3 year ago
Seller
Follow
pauliena
Reviews received
Content preview
HLNB DEEL LONGEN: SEMIOLOGIE VAN HET
ADEMHALINGSSTELSEL
Eerst enkele begrippen:
- Symptoom/klacht = subjectieve beschrijving door een patiënt van een wijziging in het
lichaam of zijn functie die op een aandoening kan wijzen
- Teken = (objectieve) afwijking geregistreerd bij lichamelijk onderzoek
- Syndroom = een specifiek complex van symptomen en/of tekenen die naar één/meerdere
oorzaken verwijst
- Test = objectieve meting verricht bij patiënt en/of een staal van patiënt met een toestel
en/of in een gespecialiseerd lab/afdeling
INLEIDING TOT ADEMHALINGSANAMNESE
→ Belangrijke vragen bij ademhalingsanamnese
- Medische antecedenten ondervragen
- Familiaal: zijn er aangeboren of erfelijke aandoeningen?
o Astma, cytische fibrose (= mucoviscidose), kanker
- Roken: hoeveel, wat, hoe lang,…?
o Hoe lang al? (ooit) Gestopt?
o 1 pakje sigaretten per dag gedurende 1 jaar = 1 pakjaar
o Nooit roker als je 100 of minder sigaretten gerookt hebt in ganse leven
o Nicotine afhankelijkheid testen met Fagerström-test
- Professioneel – hobby’s
o Blootstelling aan mineralen, dampen (ook asbest) + duur blootstelling
o Dieren en vogels
o Juiste jobdescriptie
- Ook altijd vragen of patiënt vermagerd is of niet
1
,ADEMHALINGSKLACHTEN
Belangrijk om ook altijd de duur en temporele relatie van de klacht te ondervragen!
Dyspnoe
= ontregelde adem
= subjectieve ervaring van verhoogde ademarbeid die bestaat uit kwalitatief onderscheiden
sensaties die in intensiteit variëren
- Als je inspanning doet, is het fysiologisch dat je kortademig bent
- Als kortademigheid optreedt in rust of bij beperkte inspanning dan is het problematisch en
waarschijnlijk pathologisch
Dyspnoe ontstaat wanneer er een onevenwicht is tussen een
stimulatie van de ademhalingsspieren en ventilatie die bereikt
wordt door deze spieren.
→ Er zitten receptoren in de luchtwegen, in de
ademhalingsspieren, in het diafragma, in de gewrichten van de
ribben en stretchreceptoren op de pleura van de longen. Die
zorgen allemaal voor de stimulatie van de ademhalingsspieren
en dus zo ook voor de ventilatie.
Dyspnoe is niet noodzakelijk gelijk aan hypoxemie!
Er is geen correlatie tussen dyspnoe en hypoxemie dus er is ook geen relatie tussen zuurstof geven
en dyspnoe.
2
,→ Oorzaken van dyspnoe
- Pulmonale (anatomische indeling)
o Luchtwegen: bv. astma = luchtwegen vernauwen
o Longweefsel: bv. emfyseem = minder longweefsel doordat het afgebroken wordt
door roken
o Pleura: bv. vocht op het longvlies waardoor de long dichtgedrukt wordt
- Ademhalingsspieren en thoraxwand
o Bv. ALS → verminderde contractiliteit van de ademhalingsspieren
- Cardiovasculair: bloed en vocht stuwt op in de longen en zal het longblaasje verstoppen
o Hart
o Longcirculatie
- Metabool
o Exogeen: kortademig door diabetes (grote hoeveelheden aceton uitademen)
o Endogeen
- Psychisch
o Angst, stress = hyperventilatiesyndroom
Hyperventilatiesyndroom
Oorzaak = sneller en dieper ademen waardoor we veel CO2 uitblazen en dan krijgen we hypercapnie
en lage HCO3
- Vooral bij jongvolwassen vrouwen
- Psychogene factoren en stress
- Simultane symptomen: paresthesieën in vingers en rond de mond, atypische precordiale
pijn, lichthoofdigheid, syncope
- Complicatie = automutilatie (zelfverminking)
Niet licht overgaan bij kortademigheid! Wanneer dit zich voordoet is het belangrijk de persoon op
zijn gemak te stellen en door een zak te laten ademen → eigen uitademingslucht terug inademen
Anamnese bij dyspnoe
→ Vragen:
- Hoe lang al?
o Hyper-, subactuut of chronisch
o Binnen minuten = acuut of hyperacuut
▪ Astma
▪ Pneumothorax
▪ Longoedeem
▪ Longembolie
3
, o Een dag = subacuut
▪ Longoedeem
▪ Pneumonie
▪ Astma
▪ Vocht op longen
▪ Bloedarmoede, anemie
o Weken of maanden = chronisch
▪ COPD
▪ Anemie
▪ Longfibrose
▪ Allergie (duivenmelkerslong)
- Zijn er verergende of verbeterende factoren?
- Wat kan je niet meer doen als gevolg van kortademigheid?
o Loopafstand en inspanningstolerantie
- Is het constant of komt en gaat het?
Dyspnoe meten
Als arts wil je graag objectief kunnen beoordelen!
Verschillende schalen die gevalideerd moeten worden en betrouwbaar en reproduceerbaar moeten
zijn:
- Borgschaal
- Medical research council (MRC)
- New York heart association (NYHA) (vooral door cardiologen gebruikt)
- Saint George respiratory questionnaire (SGRQ) (gebruikt in onderzoekssetting)
→ BORG SCHAAL
= visuele analoge schaal
- Op een schaal van 0-10 geeft de patiënt aan hoe
kortademig hij is
- Arts kan vragen om een score te geven op het
moment zelf (piek prevalentie meting) of voor de
afgelopen dagen/week/… (continue prevalentie
meting)
- Meest gebruikt voor de meting van acute dyspnoe
4
,→ MEDICAL RESEARCH COUNCIL (MRC-SCHAAL)
- Patiënt geeft aan hoe kortademig hij is in een schaal van 1-5
- Bij deze schaal is er een correlatie met de activiteiten van de patiënt
o 0 = ik heb geen last
o 1 = ik heb last bij inspanning
o 2,3 = op vlak tereein ben ik kortademiger dan andere mensen
o 4 = na 100 m lopen op vlak terrein moet ik stoppen om op adem te komen
o 5 = kortademig bij omkleden, bij het huis verlaten
- VOORDEEl = voor de patiënt kan dit duidelijker gecorreleerd worden aan zijn activietien dan
de Borg-schaal, het geeft hem een beter aanknopingspunt voor zijn dagelijksleven
- Voornamelijk ontwikkeld bij onderzoek naar COPD
→ NEW YORK HEART ASSOCIATION (NYHA)
- Wordt gebruikt om de ernst van hartfalen te beoordelen
5
,→ SAINT GEORGE RESPIRATORY QUESTIONNAIRE (SGRQ)
- Vooral gebruikt in wetenschappelijk onderzoek bij patiënten met astma of COPD
- Lange vragenlijsten die 3 domeinen bevragen
o Symptomen (ernst en frequentie)
o Activiteiten (welke activiteiten veroorzaken of zijn gelimiteerd door kortademigheid)
o Impact (sociaal, psychologisch functioneren)
o Symptomen worden met een likert schaal beantwoord (5 punten), activiteiten en
impact met ja/nee vragen
- Scoring range van 0 - 100 (slechtste score)
Behandeling
Dyspnoe is een subjectief symptoom, de behandeling zal dus ook symptomatisch zijn. Zolang je de
oorzaak niet wegneemt, blijft het symptomatische behandeling.
- Ademhalingsspier versterking
o Vaak bij mensen met COPD, hun ademhalingsspier is verzwakt door minder
krachtenbalans dus is het de bedoeling de spier te ondersteunen
- Centrale onderdrukking (zenuwstelsel)
- Zuurstof geven wanneer saturatie < 90%
o Bij zuurstofsaturatie gemeten in het bloed minder dan 90% bij gezonde mensen met
normaal Hb-gehalte → saturatie in weefsels zal dan minder dan 60 zijn en schakelt
het over van aerobe naar anaerobe ademhaling en dat is niet goed omdat er dan
lactaat geproduceerd wordt
o Zuurstofbril tot max. 2L O2 + O2 altijd bevochtigen!
→ Behandeling hyperventilatiesyndroom
- Eigen CO2 terug inademen door in een plastic zak te ademen
- Anxiolyticum = medicatie om angst te verminderen
Wheeze/stridor
- Wheezing = piepende ademhaling
o Kleine luchtwegen zijn vernauwd (zoals op een rietje blazen en tegelijk dichtknijpen)
▪ Typisch bij astma en COPD
o Hoge frequentie in uitademing
- Stridor
o Luid inspiratoir en expiratoir geluid → duid op vernauwing van grote luchtwegen
o Bv. schildklier die tegen de trachea duwt
6
, Hoest
= Uitademing met een geforceerd hoog debiet
= Respiratoire reflex die tot doel heeft de luchtwegen vrij te maken van secreties, vreemde
voorwerpen, … wanneer de fysiologische mucociliaire klaring onvoldoende is
- Belangrijkste uitademingsspier = diafragma
o Uitademing door relaxatie van het diafragma
o Hoest door aanspanning van het diafragma
- Hoest voorkomt afsluiting (atelectase) van longweefsel en infecties
ZSO: welk debiet bij hoest in vergelijking met een normale ademhaling?
→ Hoestmechanisme
- Verschillende receptoren, hersenzenuwen en radiculaire zenuwen spelen een rol in het
aanzetten tot de hoest
- Prikkel ontstaat vaak in het longweefsel → afferent naar hersenstam → efferente motore
activiteit/respons naar het diafragma
Anamnese bij hoest
→ Vragen:
- Hoe lang?
o (Sub)-acuut: dagen tot weken
o Chronisch: maanden
- Is er sputum bij?
o Welke kleur: mucoid, purulent (normaal is sputum grijs)
o Bloed erbij?
- Prikkelende factoren
o Meer bij warm naar koud of meer bij koud naar warm?
- Hoest als je gaat rechtstaan, of eerder bij liggen?
7
,→ (Sub)-acute hoest
- Respiratoire infectie
- COPD exacerbatie
- Inhalatie van toxische stoffen (rook, gas)
- Aspiratie van een vreemd lichaam
EXAMENVRAAG: wat is chronische bronchitis?
= productieve hoest op de meeste dagen voor minstens 3 maanden in de 2 afgelopen jaren
→ vaak bij rokers
Complicaties van ernstige hoest
- Ribfracturen
o Vaak bij oudere mensen met osteoporose
- Pneumothorax
- Syncope (flauwvallen)
- Urineverlies
Behandeling
→ We moeten de oorzaak behandelen (causaal), anders symptomatisch behandelen
- Centrale hoest onderdrukkers
o Codeine
- Perifere hoest onderdrukkers
o Anticholinergica
8
, Sputum
- Normale fysiologische productie = 100 ml/dag
o Je hoest het niet op omdat je het inslikt
o Geproduceerd in slijmbekercellen en submucosale klieren die over de hele lengte
van de respiratoire tractus liggen
o Sputum = transudaat van plasma
- Fysiologische rol = bescherming van het slijmvlies…
o Tegen uitdroging
o Tegen vreemd materiaal, visnet voor alles wat in de lucht hangt
Slijmbekercellen maken sputum. Het komt als een laag op de
cellen en bestaat dan uit 2 lagen:
→ Gellaag
→ Sollaag: eilandjes die drijven op de gellaag, het is de
transportband die de deeltjes gaat afvoeren. Het wordt naar de
stembanden geduwd door de trilharen (zij zijn verantwoordelijk
voor het transport van slijm naar proximaal).
- Erfelijke aandoeningen die te maken hebben met slijmophoping → fout bij ciliën
- Ook verworven aandoeningen, bv. sigarettenrook zal ciliën verlammen
Anamnese bij sputum
- Welke kleur?
- Hoe vaak komt het voor?
- In welke hoeveelheden?
- Heb je problemen met het omhoog te krijgen?
, Hemoptoë
= ophoesten van bloed → alarmsymptoom!! (maar niet per se longkanker)
- Hoe kwantificeren?
o Schuim → streepje → theelepel → massale hemoptoe ( > 100 ml)
- Vragen naar de kleur
o Helder rood = arteriële bloeding
▪ Als je bloed uit a. pulmonais dan ben je dood
o Donker rood = bloeding vanuit capillair of vene
o Bruin
- Vaak verward met bloedneus, bloed braken, …
Oorzaken hemoptoë
- Infectie
o Bronchitis
o Pneumonie
o Tbc
- Longkanker (< 40%)
- Stollingstoornis of antistollingmedicatie
- Longembolie
- Auto-immune ziekten van de long
- Bloedvat afwijkingen
o AVM
o Bronchiectasieën
- Congestief hartlijden
o Mitralklepstenose
- (Inhalatie-) trauma
Ernst
- Waarschijnlijk ernstig
o Middelbare leeftijd of ouder
o Spontaan
o (ex-) roker
o Teruggekomen
o Grote hoeveelheden
- Waarschijnlijk niet ernstig
o Jong
o Recent infectie gehad
o Nooit gerookt
o Slechts eenmalig
o Kleine hoeveelheid
10
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller pauliena. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $29.05. You're not tied to anything after your purchase.