FINANCIËLE INSTELLINGEN 2020
MODULE 1 TAKEN, PRODUCTEN EN RISICO’S
TAKEN
Wat zijn banken/ kredietinstellingen?
= Kredietinstellingen zijn ondernemingen, waarvan de werkzaamheden bestaan in het van het
publiek in ontvangst nemen van gelddeposito’s en het verlenen van kredieten voor eigen
rekening.
In het courant taalgebruik spreekt men meer van banken dan van kredietinstellingen, maar beide
betekenen hetzelfde. (Kredietinstellingen is juridisch wel juister)
De belangrijkste werkzaamheden van kredietinstellingen zijn dus tweedelig:
1. In ontvangst nemen van gelddeposito’s
2. Verlenen van kredieten voor eigen rekening
- Voor eigen rekening: bank zal het verlies dragen indien een krediet gegeven aan
iemand die niet kan terugbetalen.
Een bank is maar een bank als ze deze 2 taken uitvoert.
Intermediatie (belangrijkste taak van kredietinstellingen)
De banken ontvangen deposito’s van hun cliënten en zeten ze om in kredieten teneinde
tegemoet te komen aan de financiële behoeften van de kredietnemers. Schema:
Kredietgevers hebben geld te veel, en deponeren deze onder deposito’s bij de bank.
Kredietnemers hebben geld nodig, en gaan kredieten aan met de bank.
Pagina 1 van 57
,Kredietnemers en kredietgevers komen onrechtstreeks in contact, dit via de beurs of bank.
WAT IS HET NUT VAN HET BESTAAN VAN EEN ‘FINANCIËLE MARKT/BANK’?
VERONDERSTELLING: WERELD BESTAAT UIT 2 PERIODEN + ER BESTAAT GEEN FINANCIELE MARKT/BANK
• X-as is periode 1, Y-as Is periode 2.
• Punt Z is de financiële situatie van het individu.
• FYL: verbindt de investering met opbrengst via ‘fysieke’ investering. Investering dit jaar, brengt
opbrengt op volgend jaar. Bevat alle combinaties tussen C1 en C2.
• Zijn nieuwe financiële situatie is nu Q. zijn inkomens blijven gelijk, maar hij speelt met de consumpties.
• C1 bepaald C2
• De curve stopt in Z, want voorbij Z ben je negatief aan het consumeren (meer consumeren dan het
inkomen, maar er is hier geen bank)
o Bewijst het nut niet van financiële markt / bank.
Pagina 2 van 57
,VERONDERSTELLING: DALENDE REDEMENTEN
• Blauwe curve is concaaf: dalende rendementen.
• Rendement= opbrengt / investering
• Rendement daalt als investering stijgt → daarom is FYL concaaf.
• Indien investering verdubbeld, zal de opbrengst wel stijgen maar niet verdubbelen (y-as). Ceteris
paribus. Als je blijft investeren, zal je in het geval van onze landbouwer, de grond uitputten en zal het
rendement dus dalen.
o Bewijst het nut niet van financiële markt/bank
VERONDERSTELLING: NUT BEPAALD DOOR C1 EN C2: U(C1,C2)
• We gaan er hier vanuit dat het nut van het individu bepaald wordt door de hoeveelheid
consumptie.
• Nutscurve bevat allemaal combinaties van C1 EN C2 die hetzelfde nut opleveren. En is convex, want
als het ene stijgt, moet het andere dalen. Deze curves zijn strikt individueel.
o Bewijst het nut niet van financiële markt/bank
Pagina 3 van 57
, VERONDERSTELLING: KEUZE (C1,C2) ZODAT MAXIMALISATIE NUT
• Je kan niet buiten het haalbare gebied (=restrictie)
• Er is geen enkel ander haalbaar punt dat op een hogere nutscurve ligt dan Q
• Landbouwer zal er hier dus voor kiezen om C1 en C2 te consumeren, want dat brengt hem het
hoogste nut.
o Bewijst het nut niet van financiële markt/bank
• Het haalbare gebied is nu groter geworden omdat je wel meer kan consumeren als je
inkomen krijgt. Je kan je goederen vooruit verkopen. In het voorbeeld: landbouwer krijgt in
periode 1 geld, maar aardappelen in periode 2 leveren.
• FIL: verbindt investering met opbrengst via financiële investering. Je kan nu fysiek gaan
investeren of financieel.
Pagina 4 van 57
MODULE 1 TAKEN, PRODUCTEN EN RISICO’S
TAKEN
Wat zijn banken/ kredietinstellingen?
= Kredietinstellingen zijn ondernemingen, waarvan de werkzaamheden bestaan in het van het
publiek in ontvangst nemen van gelddeposito’s en het verlenen van kredieten voor eigen
rekening.
In het courant taalgebruik spreekt men meer van banken dan van kredietinstellingen, maar beide
betekenen hetzelfde. (Kredietinstellingen is juridisch wel juister)
De belangrijkste werkzaamheden van kredietinstellingen zijn dus tweedelig:
1. In ontvangst nemen van gelddeposito’s
2. Verlenen van kredieten voor eigen rekening
- Voor eigen rekening: bank zal het verlies dragen indien een krediet gegeven aan
iemand die niet kan terugbetalen.
Een bank is maar een bank als ze deze 2 taken uitvoert.
Intermediatie (belangrijkste taak van kredietinstellingen)
De banken ontvangen deposito’s van hun cliënten en zeten ze om in kredieten teneinde
tegemoet te komen aan de financiële behoeften van de kredietnemers. Schema:
Kredietgevers hebben geld te veel, en deponeren deze onder deposito’s bij de bank.
Kredietnemers hebben geld nodig, en gaan kredieten aan met de bank.
Pagina 1 van 57
,Kredietnemers en kredietgevers komen onrechtstreeks in contact, dit via de beurs of bank.
WAT IS HET NUT VAN HET BESTAAN VAN EEN ‘FINANCIËLE MARKT/BANK’?
VERONDERSTELLING: WERELD BESTAAT UIT 2 PERIODEN + ER BESTAAT GEEN FINANCIELE MARKT/BANK
• X-as is periode 1, Y-as Is periode 2.
• Punt Z is de financiële situatie van het individu.
• FYL: verbindt de investering met opbrengst via ‘fysieke’ investering. Investering dit jaar, brengt
opbrengt op volgend jaar. Bevat alle combinaties tussen C1 en C2.
• Zijn nieuwe financiële situatie is nu Q. zijn inkomens blijven gelijk, maar hij speelt met de consumpties.
• C1 bepaald C2
• De curve stopt in Z, want voorbij Z ben je negatief aan het consumeren (meer consumeren dan het
inkomen, maar er is hier geen bank)
o Bewijst het nut niet van financiële markt / bank.
Pagina 2 van 57
,VERONDERSTELLING: DALENDE REDEMENTEN
• Blauwe curve is concaaf: dalende rendementen.
• Rendement= opbrengt / investering
• Rendement daalt als investering stijgt → daarom is FYL concaaf.
• Indien investering verdubbeld, zal de opbrengst wel stijgen maar niet verdubbelen (y-as). Ceteris
paribus. Als je blijft investeren, zal je in het geval van onze landbouwer, de grond uitputten en zal het
rendement dus dalen.
o Bewijst het nut niet van financiële markt/bank
VERONDERSTELLING: NUT BEPAALD DOOR C1 EN C2: U(C1,C2)
• We gaan er hier vanuit dat het nut van het individu bepaald wordt door de hoeveelheid
consumptie.
• Nutscurve bevat allemaal combinaties van C1 EN C2 die hetzelfde nut opleveren. En is convex, want
als het ene stijgt, moet het andere dalen. Deze curves zijn strikt individueel.
o Bewijst het nut niet van financiële markt/bank
Pagina 3 van 57
, VERONDERSTELLING: KEUZE (C1,C2) ZODAT MAXIMALISATIE NUT
• Je kan niet buiten het haalbare gebied (=restrictie)
• Er is geen enkel ander haalbaar punt dat op een hogere nutscurve ligt dan Q
• Landbouwer zal er hier dus voor kiezen om C1 en C2 te consumeren, want dat brengt hem het
hoogste nut.
o Bewijst het nut niet van financiële markt/bank
• Het haalbare gebied is nu groter geworden omdat je wel meer kan consumeren als je
inkomen krijgt. Je kan je goederen vooruit verkopen. In het voorbeeld: landbouwer krijgt in
periode 1 geld, maar aardappelen in periode 2 leveren.
• FIL: verbindt investering met opbrengst via financiële investering. Je kan nu fysiek gaan
investeren of financieel.
Pagina 4 van 57