Samenvatting Economie Integraal VWO
Hoofdstuk 5 Economische macht
§1 Economische machtsvorming en marktvormen
Economische macht: aanbieder kan zijn verkoopprijs vaststellen of beïnvloeden.
Marktvormen (soorten markten) hangt af van:
De mate van volkomenheid.
De mate van concurrentie.
De mate van vrijheid.
De mate van volkomenheid
Homogene goederen: goederen die op volkomen gelijke wijze voorzien in een bepaalde
behoefte.
De consument kan geen voorkeur uitspreken over het ene product boven het andere.
Er kan géén prijsverschil ontstaan tussen deze goederen.
Homogene goederen komen nauwelijks voor (productdifferentiatie).
Heterogene goederen: goederen die, hoewel ze in dezelfde behoefte voorzien, in de ogen
van de consument tóch van elkaar verschillen.
De consument maakt het onderscheid tussen producten.
De consument is vaak bereid voor het ene product meer te betalen dan voor het
andere.
Productdifferentiatie is te realiseren door middel van de marketingmix:
1. Product: producteigenschappen, kwaliteit, vormgeving.
2. Prijs:
o Lage prijs snel een groot marktaandeel veroveren / toetreders af te schrikken.
o Hoge prijs beeld van exclusiviteit creëren / bij een nieuw/aangepast product in
spelen op de behoeften van consumenten.
3. Plaats: fysieke plek waar de aanbieder is gevestigd, directe verkoop of
tussenschakels.
4. Promotie: reclame, communicatiemiddelen.
o E-commerce: 4 p’s veranderen in 4 c’s.
1. Product customer’s solution: het product moet een klantoplossing bieden.
2. Prijs cost to customer: de kosten gedurende de gehele levensduur.
3. Plaats convenience: de aanbieder richt zich op het gemak van de klant
d.m.v. thuislevering en eenvoudige betaalmethodes.
4. Promotie communication: nadruk ligt op de vergroting van de interactiviteit.
Productdifferentiatie zorgt ervoor dat de markt onvolkomen is. Elke onderneming heeft een
geheel eigen marketingmix. E-commerce vergroot door de vaak niet-tastbare aanwezigheid
van producten en de grotere mogelijkheden tot gedragsbeïnvloeding deze onvolkomenheid
nog meer.
Een ondoorzichtige markt kan ervoor zorgen dat vragers niet snel overstappen naar een
andere aanbieder, waardoor de concurrentie wordt beperkt en je misschien een hogere prijs
betaalt dan nodig is.
Mate van concurrentie
Eén aanbieder: monopolie
Er bestaan géén substituten voor het product dat de aanbieder op de markt brengt.
Monopolist kan binnen bepaalde grenzen zijn prijs vaststellen.
1
, Weinig aanbieders: oligopolie
Individuele aanbieder heeft grote invloed op de prijs van zijn product, maar zal bij zijn
prijsbeleid rekening houden met de mogelijke reacties van zijn concurrenten.
Meestal sprake van heterogene goederen (heterogeen oligopolie).
Veel aanbieders: volledige mededinging en monopolistische concurrentie
Volledige mededinging / volledige concurrentie:
o Veel aanbieders, dus de aard van het product is van belang bij de
prijsvorming.
o Homogene goederen, dus er kunnen geen prijsverschillen bestaan.
Monopolistische concurrentie:
o Heterogene goederen: aanbieder kan zijn prijs tot zekere hoogte naar eigen
wens vaststellen, omdat hij een uniek product aanbiedt (er zijn grenzen).
De mate van volkomenheid en de mate van concurrentie gecombineerd:
Aantal vragers Aard van het product Aantal aanbieders Marktvorm
Veel n.v.t. Eén Monopolie
Veel Heterogeen Weinig Heterogeen oligopolie
Veel Homogeen Weinig Homogeen oligopolie
Veel Homogeen Veel Volledige mededinging
Veel Heterogeen Veel Monopolistische
concurrentie
De mate van vrijheid
Toetredingsbarrières: zorgen ervoor dat niet iedereen die een product op de markt wil
kopen of verkopen daartoe in de gelegenheid is.
Monopolie: toetreden is onmogelijk (bv. leidingwater).
Oligopolie: toetreden niet eenvoudig (bv. productie van staal)
Volledige mededinging / monopolistische concurrentie: toetreden is relatief
eenvoudig.
§2 Monopolie
Monopolist: enige aanbieder op een bepaalde markt.
Waarom er monopolies bestaan
Er zijn drie soorten monopolies:
1. Wettelijk monopolie: de overheid weert andere aanbieders van de markt.
o Voorbeelden:
Aanbieden van eurobiljetten door de Europese Centrale Bank.
Copyright.
Bedrijven kunnen een octrooi (patent) krijgen.
2. Natuurlijk monopolie: als een bedrijf zijn producten van aanbieden tegen aanzienlijk
lagere kosten dan concurrenten dat zouden kunnen doen.
o Voorbeelden:
Leidingwater. Het toetreden is vrijwel onmogelijk.
Als de afzetmarkt te klein is voor meerdere aanbieders (bakker in een
dorp).
3. Collectief monopolie: als de gezamenlijke aanbieders van een bepaald product
optreden alsof er één aanbieder is. Dit gebeurt vaak d.m.v. kartelvorming.
o Kartel: concurrentiebeperkende afspraak. In de Europese Unie zijn kartels
verboden.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller lnj4603. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.20. You're not tied to anything after your purchase.