Dit is een uitgebreide, complete samenvatting van het deel van het vak Actief Bewegingsstelsel 1 gedoceerd door prof. Steven van Chruchten = partim osteologie en arthrologie. Het omvat 6 hoofdstukken over de botstructuren en gewrichten van het voorbeen en de schedel. Het andere deel van dit vak omv...
H1: Inleiding tot de osteologie en arthrologie
Passief kennen:
- Termen uit de osteologie (moet je kennen, maar zou hij nooit letterlijk vragen op het examen)
Actief kennen:
- Termen van richting
- Soorten beenderen
- Soorten verbindingen
Termen vlakken
- Transversaal = dwars dus op een lengterichting
- Tong is het meest rostrale punt van de schedel
- Proximaal (bij de lichaamsas) en distaal (naar de poten toe) gebruik bij de ledematen
- Plantair is achterbeen en palmair bij het voorbeen.
- Dorsale of frontale doorsnede is als je de rug van het abdomen scheidt (horizontale snede
dus)
- Axiaal en abaxiaal hebben te maken met de tenen: axiaal is het midden, de ringvinger heeft
bijvoorbeeld een axiale kant (naar de middelvinger) en een abaxiale zijde (naar de pink)
Soorten beenweefsel
- Spongieus been (met trabekels)
- Compact been
Spongieus zit vaak centraal in een bot, compact been zit aan de zijkant van een bot: de aflijning
zegmaar.
Soorten beenderen
- Lang been (bv: femur en humerus)
o 2 uiteinden of epifysen (eentje proximaal en eentje distaal)
o Tussen deze dingen en het centrale lange deel zit de groeischijf
- Kort been (bv: carpusbeentjes)
- Plat been (bv een neus)
- Onregelmatige beenderen: wervels met uitsteeksels als voorbeeld
- Sesamsbeentjes: secundair ontstaan door plaatsen met veel frictie. Dit is vaak in een pees.
Voorbeeld is de knieschijf, deze ontstaat in de pees van de quadriceps.
,Bij het paard is er een passief steunapparaat, dit houdt in dat paarden rechtop kunnen slapen. Dit
komt door belangrijke structuren bij de achterbenen → hij kan hiermee zijn been op slot zetten. Aan
het voorbeen heb je ook bepaalde structuren ofwel het passieve steunapparaat (waarbij 2
sesamsbeentjes zitten).
Bij kleine huisdieren zijn er ook sesamsbeentjes. Bot is wit op een RX-opname.
Melkkliertumoren kunnen vaak calcificeren en dus ook wit zijn op een RX-opname.
Bij de sesamsbeentjes moet je dus weten dat het gaat om botjes en niet om tumoren. Bij de hond heb
je dit aan het achterbeen ook, daar heb je er twee bij de sprong.
Manieren van botvorming
Er zijn twee typen van botvorming als we denken aan lange beenderen:
- Enchondrale botvorming (BW→ kraakbeenstadium → bot)
o Voor de lengtegroei van het bot (dus voornamelijk bij lange beenderen)
- Perichondrale of periostale botvorming (BW → bot)
o Periost = vliesje rond het bot
▪ Bevat heel veel zenuwen en bloedvaten → bloedvoorziening van compacte
been en pijn van periost. Bot zelfs is vrij ongevoelig.
▪ Van belang voor de diktegroei van het bot
Bij alle species kan het fout gaan bij de botvorming.
Fout met lengtegroei van botten: dwerggroei. Bij een kalf heet het dan een
bulldogkalf.
Lang been
Goed voorbeeld van een lang been is de humerus of het opperarmbeen.
Hiernaast zien we een tibia = scheenbeen. Hier zie je bij letter g heel goed de
groeischijf van het bot. Deze zit ook aan de andere kant van het bot.
De groeischijven bij meisjes sluit sneller dan bij jongens onder hormonale
invloed. Daarom zijn jongens gemiddeld groter dan meisjes.
Aan de uiteinden van het been vindt je spongieus been. Van dichtbij ziet dit er
echt sponsachtig uit. De draadjes die je ziet heten de beentrabekels. Tussen de
trabekels zit normaal gesproken beenmerg. Dit is normaal heel dieprood
gekleurd.
Het dense witte bot op het plaatje is het compacte bot.
De schacht van het bot = smalle middenstuk = diafyse. Dit is het stuk
tussen de twee groeischijven.
Structuren die hierop zitten zijn de epifysen. We hebben een proximale epifyse en een distale
epifyse.
Op de grens diafyse-epifyse zit dus de groeischijf. Deze maakt naar de kant van de diafyse bot
aan voor de lengtegroei.
Groeischijven zijn van belang omdat ze op jonge leeftijd bij honden en katten op een radiografie
als breuklijn te zien zijn. Maar dit is dan dus GEEN breuk! Bij een volwassen individu zal de
groeischijf gaan verbenen en zullen we ‘m dus niet meer zien op de radiografie.
Op een vriescoupe is alleen het compacte bot wit. De rode kleur is allemaal te wijden aan
beenmerg.
,Os pneumaticum
Vogels moeten een laag gewicht hebben om vliegen zo makkelijk mogelijk te maken.
Bij vogels is de mergholte van de diafyse opgevuld met lucht in plaats van beenmerg. Dat is
hiernaast ook goed te zien.
Alleen in het proximale gedeelte zit een beetje beenmerg, maar niet veel. Dit zijn dus de
luchtzakken → verlichten van skelet.
Het foramen pneumaticum is een gat met toegang tot de luchtzak.
Algemene bloedvoorziening lang bot
Lange beenderen krijgen bloed binnen via 1 hoofdarterie. Deze komt via een bepaald gat
of foramen binnen in het bot. Deze is van belang voor de mergholte in de diafyse.
Het periost zal het compacte been van bloed voorzien.
Beenderen zijn sterk doorbloed!
Kort been
Carpus en tarsus-beenderen zijn goede voorbeelden van korte beenderen.
Deze beenderen hebben maar 1 ossificatiecentrum en hebben dus een enchondrale verbening vanuit
1 punt. Bij een lang been zou je er 3 hebben voor de diafyse en de epifyses.
Carpaalformules ga je per diersoort allemaal van buiten moeten kennen.
Plat been
Bijvoorbeeld de neusbeenderen van een rund. Deze zijn bij dolichocephale dien (langsnuitig) zeer
uitgesproken.
Schedelbeenderen zijn ook platte beenderen.
Secundair kunnen er luchtruimtes in de beenderen ontstaan bij bijvoorbeeld het rund en paard. Bij
de schedel spreken we dan van sinussen. Deze kunnen gaan ontsteken = sinusitis. Het slijmvlies is
aan de binnenkant bedekt met een respiratoir vlies = slijmvlies.
De sinus frontalis is bij het rund van belang bij het onthoornen. Een ontsteking kan via verkeerd
onthoornen in de sinus voortgezet worden als sinusitis. De toegangswegen tot het ontstoken
slijmvlies zijn heel nauw → lastig om de ontsteking te verhelpen.
De neusschelpen of conchae nasales zijn ook platte beenderen. Deze hebben een zeer grillig patroon
om beter te kunnen ruiken door de turbulentie van de luchtstroom. Dit leidt tot meer geurprikkels
naar het reukepitheel → beter geuren kunnen waarnemen. Deze zijn heel uitgesproken bij de
carnivoren.
Daarnaast zijn de neusschelpen ook voor het opwarmen van de lucht voordat deze in de longen
komen. Mensen die gaan hardlopen kunnen dus het beste ook door hun neus ademhalen zodat de
lucht wordt opgewarmd. Dit heeft een functie, namelijk als je lichaamstemperatuur te laag is, krijg je
een lagere productie van antistoffen → slechter voor je weerstand en de kans op ziek worden is
groter. De afweer is ons respiratoir stelsel neemt dus af bij een lager temperatuur van de lucht.
Als je dus ziek bent, ga je koorts krijgen = hogere lichaamstemperatuur voor het meer aanmaken van
antistoffen.
, Onregelmatig been
Onregelmatige beenderen zijn speciaal qua vorm en bevatten veel uitsteeksels. Een mooi
voorbeeld zijn de wervels.
Je ziet onderaan twee keer een breuklijn lopen. Lijkt op een fractuur, maar dit zijn de
groeischijven! Deze zijn bij een jong dier nog niet geossificeerd → bij een radiografie niet
verwarren met een breuk.
Sesamsbeenderen
In de meeste gevallen ontstaan deze botten bij pezen of
simpelweg op plekken met veel wrijving.
Bij het achterbeen is dit het geval bij de patella.
Bij het paard hebben we aan het voorbeen ook veel
sesamsbeenderen: aan het voorbeen het haakbeentje,
ter hoogte van de kogel 2 proximale sesamsbeenderen
en bij het hoefbeen het distale sesambeentje ofwel het
straalbeentje.
Bij sommige vogels als de reiger hebben we in de poot
hele lange en heel veel sesamsbeenderen. Bij deze
vogels zijn de tracheaalringen ook verbeend in plaats van van kraakbeen gebleven.
Het varken heeft een speciaal sesamsbeen: een os rostrale. Door de wrijving door het wroeten van
de grond is dit bot ontstaan.
Bij het rund zijn er beenderen in het hart ontstaan = ossa cordis. Bij de aortaklep zitten deze. Dit is
dus normaal. Zou je een RX doen bij een rund en je ziet dan wit bij het hart, dan is dit helemaal
normaal.
Os penis komt voor bij meerdere huisdieren. De grootte van dit bot is niet te vergelijken met de
grootte van het dier. Die van een hond is veel groter dan die van een leeuw bijvoorbeeld.
Het gewei van sommige dieren is ook heel uniek.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller koetjesUA. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.04. You're not tied to anything after your purchase.