100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Volledige samenvatting Penologie en penitentiair recht $16.77   Add to cart

Summary

Volledige samenvatting Penologie en penitentiair recht

3 reviews
 471 views  42 purchases
  • Course
  • Institution

Dit is een volledige samenvatting van het academiejaar '20-'21 van het vak 'Penologie en penitentiair recht' gedoceerd door Prof. Beyens en Vanhouche. Dit is een overzicht van alles wat verteld werd tijdens alle lessen (lessen volledig herbekeken), aangevuld met de powerpoints.

Preview 6 out of 173  pages

  • December 21, 2020
  • 173
  • 2020/2021
  • Summary

3  reviews

review-writer-avatar

By: nathalieenis • 3 year ago

review-writer-avatar

By: larissapoppe • 3 year ago

review-writer-avatar

By: Célinevw99 • 3 year ago

avatar-seller
Penologie en penitentiair recht

Handboek: Beyens, K. & Snacken, S. (2017), Straffen, een penologisch perspectief
- + actualiserende teksten op canvas.

Schriftelijk digitaal examen
- Canvas toetsen met lockdownbrowser
- 10 punten meerkeuzevragen (met gis-correctie)
- 10 punten open vragen
- Je mag geen wetgeving gebruiken, je moet de inhoud van de artikelen beheersen maar nooit
letterlijk een vraag naar een bepaald artikel.

1. Inleiding
1.1 Wat is penologie?

Penologie = de wetenschap van de bestraffing (poena = straf)

‘Wat is een straf?’ HVC heeft ooit het begrip straf op een juridische manier omschreven.
- ‘Straf’ is een leed door de wet (kan enkel opgelegd worden als het door de wet is bepaald) en
door de rechterlijke macht opgelegd als een sanctie wegens een gepleegd misdrijf.
- Een misdrijf = gedraging/feit dat wettelijk omschreven/gekwalifceerd is als een misdrijf. Je
moet dus een gedraging gepleegd hebben die in de wet omschreven staat als een misdrijf,
dan moet de rechter bepalen welk leed dat gedrag met zich meebrengt.
ð Bewuste toevoeging van leed tov wie een inbreuk pleegt op een strafrechtelijke norm.

‘leed’ is een belangrijk concept en wordt meer en meer in vraag gesteld. Vb: moet het gaan om
leedtoevoeging? Dat is een rebutrivistische visie over straffen. Wat is een straf en wat willen we
ermee bereiken (de doelstelling van de straf) is iets wat kan verschillen, is in beweging.
- In de juridische definitie van HVC is er enkel sprake van leedtoevoeging. De criminologen en
penologen vragen zich af ‘welk soort leed’ vb: vrijheidsberoving, vermogensstraf (was lang
enige vorm van leed), later ook herstelbemiddeling, slachtoffer-daderbemiddeling,... Er zijn
verschillende soorten leed ontwikkeld doorheen de tijd.
- Een rechter legt het leed op. Een openbaar ministerie die een minnelijke schikking oplegt is
volgens de juridische definitie geen straf. Maar, penologen kijken naar wat de impact is op
diegene die moet betalen, of je een minnelijke schikking of geldboete moet betalen, het leed
is hetzelfde. Kijken wat het effect is van het leed, op de betrokkene en familieleden.


1.2 Begrippen

Penologie gaat breder dan het louter juridisch ‘straffen’ => ook sociale realiteit van het straffen:
- Het bestraffingsinstituut dat centraal staat is de gevangenis. Maar er zijn nog andere
instituten zoals de rechtbank, de justitiehuizen (justitie-assistenten die de uitvoering van alle
straffen in de gemeenschap doen),... Het personeel, het beleid, welke soort gedetineerden en

, de evolutie hierin, de gevangeniscultuur, gevangenisregime en de ruimtelijke aspecten (hoe
ziet een gevangenis eruit?),... Ook welk effect een gevangenisverblijf heeft op een persoon, …
- Multidisciplinaire benadering van ‘het straffen’ => combi van juridische, sociologische,
psychologie, antropologische, psychiatrische en historische.

Het straffen bestaat uit verschillende niveaus.
- Straftoemeting = de rechter legt de straf op in de rechtbank.
- Strafuitvoering => straf wordt vaak niet onmiddellijk uitgevoerd, ondergaan. Afhankelijk van
welk soort straf je hebt wordt ze uitgevoerd via een justitiehuis of in een gevangenis of in de
samenleving (met elektronisch toezicht). Belangrijke beslissers: gevangenisdirecteurs + wie
beslist over wie wanneer vrij komt: strafuitvoeringsrechter en strafuitvoeringsrechtbanken.
- Publieke verontwaardiging – media: de laatste decennia zien we dat de link tussen de
bestraffingsinstituten en de samenleving steeds groter wordt. Het straffen in een rechtbank is
een publiek gegeven, want iedereen kan gaan luisteren naar welke straffen er worden
opgelegd. De pers heeft ook een grote rol.
- Slachtoffers: we zien dat er zich nu ook meer maatregelen ontwikkelen waarbij men aandacht
heeft voor het slachtoffer. De slachtoffers nemen ook meer het woord, voornamelijk sinds de
zaak Dutroux. De slachtoffers hebben dus een impact op wat de rechters zullen beslissen.
- Bestraffing als organisatie/instituut waar mensen beslissingen moeten nemen over complexe
zaken => de bestraffing als een instituut, als een organisatie, waar mensen samenwerken
binnen materiële omstandigheden, met middelen, met een bepaalde opleiding. Zij nemen
beslissingen over zeer complexe en vaak heel gevoelige zaken.

Penitentiair recht is het geheel van juridische normen ivm de behandeling van gedetineerden => alles
ivm gevangenisstraffen en wat er in de gevangenis gebeurt. Het draait niet om de strafwet, maar om
twee belangrijke wetten:
- Interne rechtspositie: basiswet gevangeniswezen (2005) => die geeft rechten aan
gedetineerden in de gevangenis: het recht op bezoek, op activiteiten, op briefwisseling, op
een wandeling,... Dat zijn allemaal zaken die voor deze basiswet geen rechten waren en
makkelijk konden afgenomen worden van gedetineerden. Deze basiswet was een grote
wettelijke revolutie. We gaan bestuderen in welke mate deze basiswet in de gevangenissen
wordt toegepast, wat het personeel ervan vindt, ....
o De wet geeft aan de gedetineerden een juridische basis om te protesteren tegen
dingen die in de gevangenis gebeuren. Het is pas vanaf 1 oktober 2020 dat het
klachtrecht (onderdeel van de basiswet van 2005) eindelijk in uitvoering zal komen,
die uitvoering neemt dus zijn tijd en krijgt weerstand.
- Externe rechtspositie: wet op de externe rechtspositie (2006) => regeling van de overgang van
binnen naar buiten: voorwaardelijke invrijheidsstelling, elektronisch toezicht, penitentiair
verlof, uitgaansvergunning,... => strafuitvoeringsmodaliteiten bepaald in de wet van 2006. De
rechtspositie van de gedetineerde werd door deze wet versterkt.

Het penitentiair recht is een onderdeel van het strafuitvoeringsrecht. Het strafuitvoeringsrecht is veel
breder en zou ook moeten gaan over de interne en externe positie van de uitvoering van de straffen in
de gemeenschap. Het is het geheel van juridische normen over de uitovering van straffen en
maatregelen, dus meer dan enkel de gevangenisstraf.

,1.3 Penologie en penitentiair recht

Zowel de juridische als de criminologische benadering zijn belangrijk.
- Juridische benadering: nationale en internationale normen.
- Criminologische benadering:
o Doelstellingen straf en systeem, waarom er wordt gestraft, hoe het systeem
functioneert. Binnen het systeem heb je verschillende belangen en beslissers
waartussen conflicten kunnen ontstaan. (examenvraag: geef de conflicten weer van
de intrinsieke en de instrumentele doelstellingen).
o De studie van de bestraffingspraktijken in de gevangenis, effecten van de straf op de
betrokkene en zijn omgeving,...
o Analyse van het strafrechtelijke en penitentiaire beleid in België => overbevolking.


1.3.1 Doel van de cursus

Informatief: kennis en inzicht in bestaande normen, straffen. Inzicht in evolutie van de
gevangenispopulatie, gevangeniswezen en strafbeleid.
- Wetteksten niet vanbuiten leren, wel de normen begrijpen.

Wetenschappelijke beschrijving en analyse:
- Doelstellingen bestraffing en mogelijke conflicten
- Gevangenis als machtsinstituut, totaalinstituut => als je in de gevangenis terechtkomt daar
draait veel om macht. De groep gedetineerden is onderworpen aan de macht van de
penitentiaire ambten. Vandaar is die basiswet 2005 belangrijk, zodat ze rechten krijgen. Men
mag met jou in de gevangenis niet doen wat men wilt, men mag niet alles ontnemen en niet
misbruiken. Soms gebeurt het wel, zoals het personeel dat beslist om te staken, betekent voor
gedetineerden dat ze geen activiteiten hebben, geen bezoek kunnen ontvangen,... dus een
aantal rechten wordt dan afgenomen, door het personeel dat dus macht uitoefent over de
gedetineerden dat daar niets tegen kan doen.
- Legitimiteit van de gevangenisstraf => hoe zinvol is het, is het de juiste straf om de doelen te
bereiken die we willen bereiken. Gaan we hiermee problemen oplossen of verergeren?

Leren denken en spreken als een kritisch penoloog:
- Kritische benadering van alles wat met bestraffing te maken heeft en de gevangenis als
instituut => machtsaspect, machtsmisbruik => vandaar dat er controle moet zijn op de
gevangenissen.
- Lineaire relatie tussen criminaliteit en bestraffing in vraag stellen. Straffen zijn in bepaalde
gevallen nodig, maar welke zijn de juiste straffen? Bredere sociale, politieke en economische
factoren die de bestraffing bepalen.



2. Straffen en gerechtelijke interventies

,2.1 Juridische indeling

Onderscheid tussen hoofdstraffen en subsidiaire straffen.

Belangrijkste hoofdstraffen:
- De vrijspraak: beslissing van rechter om geen straf op te leggen en niet schuldig te verklaren
o ó Opschorting, dan wordt iemand wel schuldig verklaard, maar de straf wordt nog
niet opgelegd, straf kan na bepaalde periode wel nog opgelegd worden.
- De vrijheidsstraf: gevangenisstraf
o ó Voorlopige hechtenis: is een vrijheidsberovende maatregel maar nog geen straf,
want wordt niet opgelegd door de rechter. Een straf wordt maar opgelegd als de
schuld bewezen is. De voorlopige hechtenis is een vrijheidsberovende maatregel om
het onderzoek te kunnen voeren. De maanden voorhechtenis worden afgetrokken
van de effectieve straf die wordt uitgesproken.
- Vrijheidsbeperkende straffen:
o Opschorting
o Uitstel
o Probatie uitstel/-opschorting => ikv probatie kan een leerstraf/-leermaatregel of soort
van dienstverlening aan de samenleving worden opgelegd.
o Werkstraf
o Elektronisch toezicht
o Alcoholslot, verval recht tot sturen (rijbewijs inleveren bij politie), stadionverbod,
woonverbod binnen bepaalde zone (om SO te beschermen), …
- Vermogensstraf: geldboete (met opdeciemen x8). Rechter kan rekening houden met de
financiële toestand van een persoon en een lagere geldboete opleggen dan degene bepaald in
het strafwetboek vb: een student ó CEO. Rechter kan de straf dus individualiseren.
- Internering: is juridisch gezien geen straf maar een maatregel van onbepaalde duur die kan
worden opgelegd door een rechtbank aan mensen die niet verantwoordelijk geacht worden
voor hun daden.

De subsidiaire of bijkomende straffen:
- De rechter kan een gevangenisstraf opleggen en daar nog een extra straf bij geven. Soms is
een subsidiaire straf automatisch verboden aan een straf. Vb: als een rechter een
gevangenisstraf oplegt van een bepaalde duur, kan iemand automatisch ontzet worden uit zijn
burgerlijke en politieke rechten (vb: bepaalde periode niet gaan stemmen). Dit noemen we de
verborgen straffen, de rechter moet ze niet uitspreken, maar ze worden wel automatisch bij
een straf gevoegd die wordt opgelegd.
- De verbeurdverklaring van goederen. Vb: auto verbeurd verklaard bij zwaar ongeval, materiaal
om inbraak te plegen, winst die je hebt gemaakt, goederen die je hebt gestolen, …
- Afzetting van titels. Vb: politieke titel verliezen.
- Oplegging van een beroepsverbod. Vb: zedenfeiten gepleegd met jonge kinderen, dan kan de
rechter zeggen dat je nooit meer leerkracht mag zijn. Dit is onrechtstreeks een
vermogensstraf want je verliest je job.
- Bekendmaking van de uitspraak, uitgehangen in het gemeentehuis. Alle uitspraken zijn publiek
want de rechtszittingen zijn publiek, maar het is toch nog anders als het wordt uitgehangen.

, - Terbeschikkingstelling van de strafuitvoeringsrechtbank: is een straf die de rechter kan
opleggen samen met een lange gevangenisstraf. De terbeschikkingstelling begint te lopen
vanaf moment dat eerste straf is uitgezeten. De strafuitvoeringsrechtbank beslist hoelang dat
duurt.

Vervangende straffen = de rechter spreekt zich uit voor het geval dat de eerste straf niet wordt
uitgevoerd.
- Wordt in de praktijk vooral opgelegd bij geldboeten, als je boete krijgt en niet betaald dan kan
de vervangende straf een gevangenisstraf zijn. Dit omdat mensen niet verplicht kunnen
worden om een geldboete te betalen ó in gevangenis word je opgesloten en heb je geen
keuze. Vervangende gevangenisstraffen worden meestal niet uitgevoerd want de
gevangenissen zitten overvol. Wordt meestal omgezet in een elektronisch toezicht.
- Vervangend rijverbod


2.2 Toepassing van de straffen

De geldboete is de meest opgelegde straf en de meest toegenomen straf. Vanaf 2000 tot 2016 is die
toegenomen met meer dan 50%. In ‘16 zijn er 267.273 geldboetes opgelegd, veel hiervan worden niet
uitgevoerd. Die hebben dan een vervangende gevangenisstraf, die niet wordt uitgevoerd. Als die
mensen in de gevangenis komen voor een ander misdrijf, dan telt men die vervangende
gevangenisstraffen erbij waardoor hun straf langer wordt. In ‘14 is gebleken dat slechts 27% van de
politiestraffen werd geïnd en 14% van de correctionele straffen. Dat leidt tot een gevoel van
straffeloosheid in de samenleving.
- 2de plaats: vrijheidsstraf
- Daling van uitstel van straf en stijging van opschorting. Opschorting en geldboete zijn het
meest toegenomen sinds 2000. De vrijheidsstraffen (internering en gevangenisstraf) zitten
toch ook redelijk hoog. Er is dus wel een stijging in het aantal straffen dat is uitgevoerd.


2.3 Gemeenschapsgerichte straffen

We maken een onderscheid tussen de eerste en tweede generatie straffen


2.3.1 Eerste generatie

De eerste generatie straffen zijn de straffen die in de jaren 60 zijn ingevoerd als alternatief voor de
gevangenisstraf: opschorting, uitstel en probatieopschorting/-uitstel van de straf. Is in 1964 ingevoerd
vanuit het idee om meer te individualiseren, resocialisering, meer aandacht voor de problematiek van
de dader vb: drugs, financiële problemen, …. En kritiek op de gevangenisstraf. Vandaar dat men
probatiemaatregelen heeft ingevoerd met begeleiding van een probatie assistent.
- Gewijzigd en uitgebreid in ’94 en ’16.


2.3.1.1 (Probatie) opschorting

, Opschorting = rechter stelt de schuld vast maar er wordt geen veroordeling uitgesproken. Als je je
goed gedraagt tijdens bepaalde periode krijg je geen straf. Mensen die in aanmerking komen voor
zo’n opschorting, gunstmaatregel:
- In 1964, mensen die nog geen vroegere veroordeling van een maand gevangenisstraf hadden
gekregen. In 1994 werd dit geen vroegere veroordeling van twee maand gevangenisstraf. In
2016 werd dit verlengd tot geen vroegere veroordeling van meer dan 6 maanden
gevangenisstraf. Dus, de groep mensen die in aanmerking komt voor opschorting heeft men
uitgebreid. Meer mensen hebben kans op een opschorting. Vanuit het idee dat geldboetes en
gevangenisstraffen toch niet worden uitgevoerd.
- Proefperiode: 1-5 jaar
- Bij succesvolle proefperiode => geen strafblad
- Herroeping bij nieuw misdrijf (facultatief)


2.3.1.2 (Probatie) uitstel

Uitstel = een straf wordt wel opgelegd, persoon wordt schuldig verklaarder is dus wel een
veroordeling en een straf wordt uitgesproken. Maar de straf wordt niet uitgevoerd, de uitvoering
wordt uitgesteld. Als je je gedurende een bepaalde periode (1-5 jaar proefperiode) gedraagt (= geen
nieuwe misdrijven, geen veroordeling) dan wordt die straf niet uitgevoerd, maar wel vermeld op je
strafblad.
- Proefperiode van 1-5 jaar. Herroeping bij nieuw misdrijf, van rechtswege. Vb: als je een straf
van 6 maanden met uitstel krijgt en je wordt binnen de proefperiode weer veroordeeld, dan
wordt die gevangenisstraf van 6 maanden wel uitgevoerd.
- 1964: geen vroegere veroordeling tot een gevangenisstraf tot 6 maanden. Werd in 1994
opgetrokken, gevangenisstraf tot 5 jaar, geen vroegere veroordeling tot een gevangenisstraf
van meer dan 12 maanden. Voor probatie uitstel, geen vroegere veroordeling tot een
gevangenisstraf van meer dan 3 jaar.


2.3.1.3 Probatie

Tot 2014 kon enkel probatiemaatregelen opleggen niet dat was altijd gekoppeld aan een
gevangenisstraf of geldboete.
- Probatie-opschorting/-uitstel is er gekomen om dieperliggende oorzaken van criminaliteit aan
te pakken, te zorgen voor betere begeleiding en opvolging. Probatie is hier dus geen
autonome straf.
- Probatievoorwaarden naleven tijdens de proefperiode: algemeen = geen nieuwe feiten +
bijzondere voorwaarden = begeleiding door justitieassistent, therapie, budgetbegeleiding,
drughulpverlening, werk zoeken, … => herroeping bij niet naleving van de voorwaarden.
- Opvolging door justitiehuizen, justitieassistent, probatiecommissie.
- In 1994 werd dienstverlening en opleiding (de leerstraf) ingevoerd als probatievoorwaarde.


2.3.2 Tweede generatie: de autonome straffen

Overbevolking in de gevangenissen, diversificatie van straffenpalet

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rechtenstudentvub. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $16.77. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67866 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$16.77  42x  sold
  • (3)
  Add to cart