100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Zwaartepunten van het vermogensrecht, ISBN: 9789013074048 Inleiding Privaatrecht $12.34
Add to cart

Summary

Samenvatting Zwaartepunten van het vermogensrecht, ISBN: 9789013074048 Inleiding Privaatrecht

 21 views  1 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Dit is een samenvatting van het boek 'Zwaartepunten van het vermogensrecht' voor het vak Inleiding Pivaatrecht. Het is heel handig voor het leren voor je tentamen. Veel succes!

Preview 4 out of 32  pages

  • No
  • H1 t/m 3, h5 t/m h9, h11 t/m h22
  • December 23, 2020
  • 32
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
Zwaartepunten van het vermogensrecht

1. Inleiding
1.1 Vermogen en vermogensrecht
 Vermogen: het geheel van op geld waardeerbare -althans in de economische
sfeer liggende- rechten en verplichtingen die iemand heeft, dus het geheel van
zijn activa en passiva.
o Actiefposten zijn bijv. eigendomsrechten en vorderingen.
o Passiefposten zijn schulden.
 Objectieve recht = het geldende recht: de regels die binnen een bepaald
rechtsgebied op een bepaald tijdstip gelden
o Vermogensrecht: alle regel met betrekking tot de subjectieve rechten
en plichten die onderdeel van een vermogen kunnen vormen.
 Subjectief recht: een aan iemand toekomende ‘bevoegdheid’.
o Vermogensrecht: een aan een bepaald persoon toekomend recht dat
deel uitmaakt van zijn vermogen.
 Bijv. eigendomsrecht of een vorderingsrecht.
 Goederenrecht en verbintenissenrecht.
o Subjectieve vermogensrechten zijn te onderscheiden in rechten met
betrekking tot goederen en rechten met betrekking tot personen.
o Goederenrecht: deel van het objectieve vermogensrecht dat betrekking
heeft op de rechtsverhouding tussen een persoon en een goed.
o Verbintenissenrecht: deel van het objectieve vermogensrecht dat
betrekking heeft op de rechtsverhouding tussen een persoon en een
andere persoon.
 Verbintenis  de één heeft een subjectief recht (vordering)
tegenover de ander en de ander heeft een verplichting
tegenover de eerste (schuld).
 Verschil in soort subjectieve rechten.
o Goederenrecht: Rechten op goederen die de rechthebbende in
beginsel tegenover iedereen kan inroepen.
 Absoluut recht, want er is een derdenwerking.
 Goederenrechtelijk recht.
o Verbintenissenrecht: Rechten die de rechthebbende in beginsel niet
tegenover iedereen inroepbaar zijn, maar slechts tegenover een
bepaald persoon, namelijk degene met wie men in een
verbintenisrechtelijke verhouding staat.
 Relatief recht: een relatie tot een bepaald persoon in te roepen.
 Persoonlijke vordering.
 Verbintenisrechtelijkrecht.
 Goederenrecht en verbintenisrecht zijn niet van elkaar te scheiden.

Deel 1: Goederenrecht

2. Absolute rechten op goederen
2.1 Eigendom
2.1.1 Inleiding
 Het eigendomsrecht is het meest omvattende recht op een zaak.

,2.1.2 De eigenaar komt het vrije genot van zijn zaak toe
 De eigenaar kan anderen van het genot van de zaak uitsluiten.
o Art. 5:1 lid 2.
 De eigenaar kan ook anderen het genot van de zaak toestaan.
o Hij kan hiervoor ook een tegenprestatie vragen.

2.1.3 De eigenaar komt de bevoegdheid toe om over zijn zaak te beschikken
 De eigenaar is met uitsluiting van anderen bevoegd om over de zaak te
beschikken.
 De eigenaar kan het beschikkingsrecht ook door een ander laten uitoefenen.

2.1.4 Beperkingen aan het recht van de eigenaar
 Inleiding
o Het gebruik mag niet strijden met rechten van anderen en de op
wettelijke voorschriften en regels van ongeschreven recht gegronde
beperkingen daarbij in acht worden genomen (art. 5:1 lid 2).
 Beperking van het recht van de eigenaar door rechten van anderen.
 Beperking van het recht van de eigenaar door de wet.
 Beperking van het recht van de eigenaar door het ongeschreven recht.
o Gedrag grenzen aan de uitoefening van zijn eigendomsrecht.
 Misbruik van (eigendoms)recht.
o Art. 3:13
 Hinder.
o De één belemmert de ander zodanig in de uitoefing van diens
subjectieve recht, dat die ander dat niet hoeft te accepteren.
o Art. 5:37
 Misbruik van eigendomsrecht en hinder kennen dikwijls ook een
verbintenisrechtelijk aspect.
o Onrechtmatige daad (art. 6:162).

2.1.5 Het eigendomsrecht is een absoluut recht
 Inleiding.
o De eigenaar kan zijn eigendomsrecht tegenover iedereen handhaven,
daarom is het een absoluut recht.
 Exclusief karakter.
o Met uitsluiting van eenieder.
 Zaaksgevolg/droit de suite.
o Art. 5:2
o De eigenaar heeft de bevoegdheid zijn zaak van eenieder die haar
zonder recht houdt, op te eisen.
 Separatist in faillissement/droit de préférence.
o De eigenaar kan de hem toebehorende zaak opeisen indien zij zich
onder een failliete persoon bevindt.

2.1.6 Het recht van de eigenaar is een absoluut subjectief vermogensrecht op een
zaak
 Het recht van de eigenaar is een subjectief recht.

, o Het objectieve recht verschaft aan de eigenaar het subjectieve recht,
de bevoegdheid, om over de aan hem toebehorende zaak te
beschikken en daarvan met uitsluiting van anderen gebruik te maken.
 Het recht van de eigenaar is een vermogensrecht.
o Subjectieve vermogensrechten.
o Art 3:6
 Het recht van de eigenaar is een absoluut recht.
o Schuldeiser  Hij kan zijn vorderingsrecht uitsluitend uitoefenen tegen
een bepaald persoon, zijn schuldenaar.
 Relatief of persoonlijk recht.
o Eigenaar  Hij kan zijn recht tegen iedereen op één of andere wijze
uitoefenen met zijn eigendomsrecht.
 Absoluut of onpersoonlijk recht.
 Zaaksgevolg. (droit de suite en droit de préférence).
 Het recht van de eigenaar heeft een zaak als object.
o Vorderingsrecht: Het object is een prestatie.
o Eigendomsrecht: Het object is een zaak.
 Het recht van de eigenaar is een zakelijk recht.
o Subjectief recht met drie kenmerken:
 Absoluut recht.
 Vermogensrecht.
 Zaak tot object.

2.1.7 Eigendom is een voorbeeld van een absoluut recht op een goed
 Het begrip zaak.
o Art. 3:2 : Zaken zijn de voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke
objecten.
 Zaak is een onderdeel van het begrip goed.
o Art. 3:1 :Goederen zijn alle zaken met vermogensrechten (art. 3:6).
 In eigendom hebben en toebehoren aan, eigenaar en rechthebbende.
 De rechthebbende heeft een absoluut recht op het goed.

2.2 Beperkte rechten
2.2.1 Beperkte zakelijke rechten
 Beperkte rechten op zaken.
o Art. 3:8
o Het is afgeleid uit het eigendomsrecht.

2.2.2 Beperkte rechten die geen zakelijke rechten zijn
 Beperkte rechten op goederen die geen zaak zijn.
o Geen zaak als object.
 Vruchtgebruik.
o Art. 3:201
 Pand en hypotheek.
o Art. 2:228

2.2.3 Een beperkt recht op een goed heeft absolute werking
 Absolute werking beperkte rechten.

, o Beperkte rechten die zijn afgeleid uit absolute vermogensrechten op
goederen, kennen op hun beurt ook absolute werking.
 Zaaksgevolg/droit de suite.
 Separatist in faillissement/droit de préférence.

2.2.4 Prioriteitsregel
 Bij beperkte rechten gaat het oudere voor het jongere.

2.2.5 De beperkte rechten vormen een gesloten systeem
 Slechts vestiging van de in de wet genoemde beperkte rechten mogelijk.
o Art. 3:81 lid 1

2.3 Absolute vermogensrechten
2.3.1 Absolute vermogensrechten op goederen
 Absolute rechten op goederen.

2.3.2 Absolute vermogensrechten die niet op goederen rusten
 In andere wetten geregelde absolute rechten.
o Absolute rechten zijn niet alleen in het BW te vinden.
 Object is geen goed.
o Geen stoffelijke voorwerpen of vermogensrechten.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller LoisDeckers. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $12.34. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53340 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$12.34  1x  sold
  • (0)
Add to cart
Added